Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende een plan ter bestrijding van droogte.

Indiener(s)
Aurélie Czekalski
aan
Alain Maron, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie (Vragen nr 368)

 
Datum ontvangst: 25/06/2020 Datum publicatie: 11/08/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 27/07/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
29/06/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Begin juni hebben we vernomen dat het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het eerst een plan voorbereidt om de droogte te bestrijden na drie jaar van uitzonderlijke droogte. Het zal preventieve maatregelen omvatten om het water rationeler te gebruiken. Een werkgroep "droogte" onder leiding van Leefmilieu Brussel is voor het eerst bijeengekomen en hoopt de eerste versie van het plan in oktober af te ronden.

De afgelopen maanden zijn bijzonder droog geweest. Het Brussels Gewest blijft voorlopig nog gespaard van een groot watertekort. Dit is niet het geval in Vlaanderen. Er zij op gewezen dat 97% van het water in Brussel afkomstig is uit Wallonië, voornamelijk uit de site van Modave in de provincie Luik, maar ook uit de Maas. Dit maakt het Brussels Gewest sterk afhankelijk van het Waals Gewest voor zijn watervoorziening.

De droogte van de laatste jaren is een bron van zorgen voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, aangezien ze een impact heeft op het grondwaterpeil in Brussel. Dit heeft niet alleen gevolgen voor de waterreserves, maar ook voor de vegetatie en de ondergrond van Brussel.

Er zijn voorbeelden van acties voor een optimaal beheer van het watergebruik, zoals het feit dat Brussel Mobiliteit een "connected technology" implementeert die "een optimale follow-up van de besproeiing" van jonge bomen in de Brusselse straten mogelijk maakt.

Graag een antwoord op volgende vragen:

- Hoe is de werkgroep Droogte samengesteld? Wie maakt er deel van uit?

- Wat zijn de missies en doelstellingen van deze werkgroep?

- Wat wordt er momenteel ondernomen om de droogte in Brussel te bestrijden?

- Wat is de huidige grondwaterstand in Brussel? Zijn we klaar om de zomer "onder ogen te zien"?

- Heeft de lockdown een weerslag gehad op de waterniveaus?

- In Wallonië en Vlaanderen moesten politiebesluiten worden uitgevaardigd om het gebruik van water te beperken, zodat er op middellange termijn voldoende water beschikbaar zou zijn. Gaan we in de richting van een veralgemening van dit soort beperkingen? Wordt dit in Brussel overwogen?

- Wordt de communicatie naar de Brusselaars toe over duurzaam watergebruik ontwikkeld? Wordt communicatie gepland in scholen en/of andere verenigingen?

- Worden andere bronnen voor de watervoorziening van Brussel overwogen en zijn ze mogelijk?

- Wat doen de gewestelijke instanties om het waterverbruik terug te dringen? Wat wordt gedaan voor een geïntegreerd waterbeheer?
 
 
Antwoord    De werkgroep ‘droogte’ wordt opgericht binnen het platform van de wateroperatoren en -actoren, dat maandelijks bijeenkomt. Het coördinatieplatform van de operatoren heeft immers de mogelijkheid om specifieke werkgroepen op te richten om te werken rond precieze thema's (in kaart brengen van de netten (riolen-collectoren-waterlopen), juridische kwesties, enz.). Deze werkgroep is dus samengesteld uit vertegenwoordigers van Leefmilieu Brussel (departement Water en afdeling Groene ruimten), VIVAQUA, de BMWB, de Haven van Brussel, alsook een of meer vertegenwoordigers van Brussel Preventie & Veiligheid (dienst van de Hoge Ambtenaar van het Gewest).


Het doel van deze werkgroep is om een specifiek planningsinstrument op te zetten voor de aanpak van droogteperiodes. Deze ‘droogte’-component zal een integraal onderdeel vormen van het toekomstige Waterbeheerplan voor de periode 2022-2027.

Het idee zelf van dit ‘droogteplan’ wordt vermeld in de grote uitdagingen van het waterbeleid (zoals goedgekeurd in maart 2019 door de Brusselse Hoofdstedelijke Regering onder de vorige legislatuur).

De doelstellingen van het plan zijn vooral gericht op maatregelen om de gevolgen van deze droogteperiodes te voorkomen en te beperken, te beginnen met de risico's op watertekorten in de drinkwatervoorziening. Daarnaast rijst ook de vraag naar het beheer van het Kanaal, de niet-bevaarbare waterlopen, de groene ruimten, de vochtige gebieden en het Zoniënwoud. Hetzelfde geldt bijvoorbeeld voor het aanbod van openbare fonteinen.

In het plan zullen alarmfasen worden vastgesteld op basis van vooraf gedefinieerde drempels en het zal de taak van de verschillende autoriteiten zijn om maatregelen te nemen naar gelang van het alarm- of crisisniveau.

De diensten van de Hoge Ambtenaar (van Brussel Preventie & Veiligheid) worden betrokken voor de aspecten van het ‘crisisbeheer’.

Op dit moment zijn er geen duidelijk omschreven structurele maatregelen. Elke actor is zich bewust van de risico's die verbonden zijn aan droogte en past zijn beheer aan rekening houdend met deze factor, te beginnen met VIVAQUA voor de risico's op tekorten. De operator volgt de beschikbaarheden van zijn winningen dagelijks op (zowel in Wallonië als in het Brusselse gewest) om de watervoorziening van het Gewest te garanderen. Daarnaast voeren de deskundigen van VIVAQUA korte-, middellange- en langetermijnprognoses uit om de capaciteit van het productieapparaat om op structurele wijze in de waterbehoeften te blijven voorzien, te beoordelen. Dit project wordt het Water Quantity Plan (WQP) genoemd. De eerste fase (2020-2025) van het Water Quantity Plan is zojuist afgerond en toont aan dat het productieapparaat verenigbaar is met de beoogde leveringen (mits er geen ernstig operationeel incident plaatsvindt). De nabije toekomst is dan ook geen reden tot bezorgdheid.

Leefmilieu Brussel wil pleiten voor een doordachte besproeiing in de groene ruimten en een rationeel waterbeheer in de stedelijke moestuinen aanmoedigen.

Wat de collectieve moestuinen van de burgers betreft, moedigt Leefmilieu Brussel, in het kader van de begeleiding die aan de burgers wordt geboden, voor een rationeel waterbeheer over het algemeen de opvang, de opslag en het maximale (of, indien mogelijk, zelfs exclusieve) gebruik van regenwater aan. Dit gebeurt door het installeren van reservoirs die het water van de daken opvangen, maar ook door - bij gebrek aan een dak - allerlei soorten containers te gebruiken, al dan niet uitgerust met ‘trechter’-oppervlakken om een maximale hoeveelheid water op te vangen als het regent en het vervolgens op te slaan.

Bovendien maken de begeleiders de tuiniers bewust van teelttechnieken die het mogelijk maken om het watergebruik te beperken:

- water geven op de juiste momenten, in hoeveelheden die zijn aangepast aan elke plant;
- niet bang zijn voor de waterstress waarmee een plant kan worden geconfronteerd (het versterkt de plant);
- mulchen van de grond en de gewassen;
- olla’s gebruiken;
- het weer observeren om in functie daarvan het water geven te plannen;
- gewassen dicht bij elkaar telen om de vochtigheid vast te houden;
- tuiniers die kunnen, die voldoende ruimte en/of toestemming hebben, poelen aanleggen.

Moestuinen mogen in geen geval worden beschouwd als een bron van verspilling of overmatig gebruik van water. Ze hebben zeker water nodig, maar bovenal dragen ze bij aan een groenere omgeving die het mogelijk maakt om regenwater en vocht op te vangen.

De Haven heeft ook een reeks maatregelen genomen om het risico op een daling van het waterpeil in het kanaal tegen te gaan (pompen bij de sluizen, definitie van de minimumniveaus).

Na de neerslag in de wintermaanden dankzij de regenachtige maand februari en ondanks de droogte in het voorjaar, observeert Leefmilieu Brussel variabele situaties van de waterstand van de ene grondwaterlaag tot de andere en van het ene gebied tot het andere. In vergelijking met 2019 is er een lichte stijging van de grondwaterstand in het noordwesten van het Gewest en in de diepe grondwaterlagen van het Landeniaans zand en de Sokkel, terwijl de neerwaartse trend van de grondwaterstand in het zuidoosten zich in de meeste piëzometers voortzet en op sommige plaatsen een historisch laag minimumpeil bereikt. Dit laatste gebied komt overeen met de grondwaterlaag van het Brusseliaanzand, die voor een heel klein deel (2 tot 3 %) het drinkwaterdistributienet in Brussel bevoorraadt.

De piëzometrische niveaus van de grondwaterlaag van de Sokkel en het Krijt vertonen een lichte afvlakking van de stijgende trend, maar hun algemene trend blijft opwaarts.

Om antwoord te geven op de vraag ‘Zijn we klaar voor de zomer?’: in termen van drinkwatervoorziening moeten we kijken naar waar ons drinkwater vandaan komt. De verschillende grondwaterwinningsgebieden van VIVAQUA in Wallonië (Modave, Vedrin, Spontin, Bergen, enz.) vertonen heel bevredigende grondwaterstanden na de goede aanvulling tijdens de winter van 2019-2020. VIVAQUA beschikt over voldoende water om aan de vraag van al zijn abonnees (en andere grote klanten) te voldoen en over voldoende marge in termen van productie om situaties van toegenomen verbruik op te vangen.

Bovendien is Brussel, in tegenstelling tot andere plaatsen, een stedelijke omgeving waar men minder te maken heeft met acute pieken in het verbruik als het warm en droog is, zoals in regio's waar de landbouwsector, die op zulke momenten veel water nodig heeft, sterk ontwikkeld is. Het verbruik in droogteperiodes neemt wel toe, maar is in Brussel in evenwicht omdat een deel van de bevolking het Gewest verlaat om op vakantie te gaan en er in de zomer minder pendelaars zijn (lager verbruik in de kantoren).

Er moet echter worden opgemerkt dat de landbouwactiviteit goed aanwezig is in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en toeneemt, met een groeiende behoefte aan irrigatie. Deze vraag betreft zowel stadslandbouwprojecten van burgers (79 ha collectieve moestuinen) en gezinnen (5,61 ha gezinsmoestuinen) als professionele projecten (250,35 ha).
In:
https://www.goodfood.brussels/sites/default/files/etude_baseline_2018_final_0.pdf

Op basis van de door VIVAQUA verstrekte verbruiksgegevens werd een daling van het verbruik met 2% vastgesteld ten opzichte van een normale situatie (voor de weken van de inperkingsperiode). De impact is dus verwaarloosbaar en heeft in ieder geval geen invloed gehad op de watervoorraad en -niveaus.

Op basis van de gegevens over de beschikbaarheid van het water dat VIVAQUA voor zijn winningen gebruikt, is er geen reden om zich zorgen te maken voor deze zomer.

De mogelijkheid om op gewestelijk niveau gebruiksbeperkingen op te leggen wordt inderdaad besproken binnen de werkgroep ‘droogte’. Een contact met de Vlaamse en Waalse collega’s van de gewestelijke crisiscentra is gepland om feedback te krijgen over deze beperkingen. We zouden niet willen dat ze een pervers effect hebben: namelijk een overdreven toename van de vraag voordat ze van kracht worden en de moeilijkheid om dit soort verbodsbepalingen doeltreffend te controleren.

De verantwoordelijkheid van iedereen voor het behoud van een gemeenschappelijke hulpbron zal ongetwijfeld geprivilegieerd worden in de communicatie die in geval van droogte zal plaatsvinden.

Leefmilieu Brussel sensibiliseert in het algemeen voor een rationeel en duurzaam watergebruik. Het betreft een specifieke pijler (nr. 4) van het Maatregelenprogramma van het Waterbeheerplan 2016-2021.

Er zijn specifieke fiches en dossiers in de Gids Duurzame Gebouwen opgesteld, evenals een brochure ‘10 watertips’ die Leefmilieu Brussel bij alle gelegenheden verspreidt (Brusselse Waterdagen, Milieufestival, seminars, enz.).

Het departement Duurzame consumptie en ecogedrag van Leefmilieu Brussel sensibiliseert ook de jongeren in de scholen en coördineert een ‘drinkbussen’-project. Dit project is een groot succes in de basisscholen. Het bestaat uit een bewustmaking voor het gebruik van leidingwater en het verminderen van afval, gevolgd door de verdeling van drinkbussen en de begeleiding bij het gebruik ervan in scholen: gedragsverandering, ecobeheer en uitrustingen.

Afhankelijk van de actualiteit en in geval van een nieuwe droogteperiode tijdens de zomermaanden, zal Leefmilieu Brussel niet aarzelen om meer te communiceren, met name via zijn website en sociale netwerken.

Met de langetermijnfase van het Water Quantity Plan (2026-2040) die momenteel ter studie voorligt, bestudeert VIVAQUA de mogelijke gevolgen van de klimaatverandering voor zijn winningsgebieden (die zich voornamelijk in Wallonië bevinden). Samen met de conclusies van de studie zal een richtlijn met betrekking tot de opportuniteit om nieuwe winningsgebieden te verkennen, worden geformuleerd. Zo bestudeert VIVAQUA in het kader van dit Water Quantity Plan bijvoorbeeld het potentieel om bemalingswater van steengroeven terug te winnen.

Volgens Leefmilieu Brussel wordt het hergebruik van gezuiverd water voor industrieel gebruik momenteel ook op juridische en sanitaire vlak geanalyseerd. Er zijn momenteel besprekingen gaande tussen de BMWB en mijn administratie om een gloednieuwe Europese verordening (aangenomen op 25 mei 2020) over dit onderwerp ten uitvoer te leggen.

Leefmilieu Brussel subsidieert overigens een vzw om een project op te zetten dat gericht is op het terugwinnen van het water dat tijdens bouwwerkzaamheden wordt opgepompt.

U noemde het project van Brussel Mobiliteit voor het gecontroleerd besproeien van bomen langs de openbare weg.

Binnen de gewestelijke groene ruimten zorgt mijn administratie ook voor een doordacht gebruik van de watervoorraden, zowel door de keuze voor planten die minder water nodig hebben en aangepast zijn aan de huidige klimaatveranderingen, als door de veralgemening van regenwaterrecuperatie- of infiltratiesystemen op het terrein. De veralgemening van druppelbevloeiingssystemen in de beschermde groene ruimten of ruimten die voornamelijk voor tuinbouwdoeleinden worden gebruikt, helpt ook om water te besparen.

Het doordachte gebruik van de watervoorraden houdt ook in dat er prioriteit wordt gegeven bij het besproeien; de aandacht gaat vooral uit naar bomen en struiken die in de afgelopen twee jaar zijn geplant om hun groei te waarborgen, evenals naar perken met eenjarige of meerjarige planten en korven. Bijzondere aandacht wordt besteed aan verzamelbomen of aan de inrichtingen van beschermde parken.

Daarnaast krijgen de gewestelijke groene ruimten een steeds natuurlijker karakter; hoe hoger de mate van natuurlijkheid van een groene ruimte, hoe groter de weerstand (veerkracht) tegen watertekorten.

Ten slotte ontwikkelt Leefmilieu Brussel, in nauwe samenwerking met de gemeenten en andere gewestelijke actoren, een referentiekader voor ecologisch beheer, dat op termijn de harmonisering van de beheerpraktijken mogelijk moet maken, met name wat het watergebruik betreft, door de goede praktijken te specificeren die moeten worden toegepast.

De verplichting van regenwaterreservoirs is al sinds 2007 opgenomen in de Gewestelijke Stedenbouwkundige Verordening (GSV) om de behoefte aan leidingwater bij nieuwe projecten of grote renovaties te verminderen. De herziening van de GSV moet deze verplichting op nuttige wijze verduidelijken.