Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende regelgevingsprocedures, adviesaanvragen en aansprakelijkheid inzake de aanleg van de extra 40 kilometer aan fietspaden.

Indiener(s)
Marc Loewenstein
aan
Elke Van den Brandt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit, Openbare Werken en Verkeersveiligheid (Vragen nr 461)

 
Datum ontvangst: 01/07/2020 Datum publicatie: 21/09/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 18/09/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
03/07/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Als antwoord op een schriftelijke vraag (nr. 382) betreffende de invoering en de gevolgen van de 40 km extra fietspaden, verstrekte u mij met name details over de geplande voorzieningen op elk van de openbare wegen waarop uw project betrekking heeft (Belliard, Congo, Demot, Generaal Jacques, Groeninckx de May, Ter Hulpsesteenweg/Delleur, Lambermont, Wet, Louize (rondpunt), Louise (laan), Lloyd George, Mettewie, De Smet De Naeyer, Parkway E40, Sylvain Dupuis, Vilvoorde, Tervuren en Louis Schmidt).

Hoewel dit a priori tijdelijke voorzieningen zijn waarvoor geen stedenbouwkundige vergunning nodig is, moet het begrip 'tijdelijk' toch worden gedefinieerd om in de praktijk niet in een definitieve situatie terecht te komen, door genoegen te nemen met verkeersborden, wegmarkeringen of 'New Jersey' (blokken die de baan scheiden van de rest van de weg).

Bovendien moeten de extra 40 km aan fietspaden, bij gebrek aan aanvullende gewestelijke verordeningen die alleen voor definitieve verbeteringen worden genomen, aangezien het gewest zelf alleen permanente maatregelen kan nemen, op zijn minst worden gedekt door politieverordeningen.

Tot slot is het van belang dat deze voorzieningen in overeenstemming zijn met het verkeersreglement en dat de daaruit voortvloeiende aansprakelijkheidskwesties op de juiste wijze worden aangepakt. In dit verband moet de Raadgevende Commissie voor het Wegverkeer (RCWV), naast het politieadvies, een belangrijkere rol kunnen spelen dan nu het geval is en verzoeken om advies over tijdelijke voorzieningen kunnen ontvangen. De samenstelling ervan is in dit opzicht bijzonder interessant omdat ze de 19 gemeenten, de 6 politiezones, de DBDMH en de MIVB omvat.

Gelet op het voorgaande wens ik een antwoord op volgende vragen:

1. Kan u mij zeggen of de betrokken 18 km openbare wegen (informatie van 17/06/2020 indien nodig bij te werken) worden gedekt door politie-adviezen politieverordeningen aangenomen door de betrokken gemeenten? Zo ja, kan u me verduidelijken voor welke wegen dat al dan niet het geval is?

2. Heeft de regering nagegaan of al deze voorzieningen conform het verkeersreglement zijn?

3.Heeft de Regering het advies van de RCWV gevraagd inzake deze extra 40km fietspaden? Zo ja, voor welke wegen werd dat gedaan? Werd dit advies rechtstreeks door het Gewest gevraagd of door een betrokken gemeente?

4. Bovendien heb ik vernomen dat aan de afdeling Actieve modi van de Gewestelijke Mobiliteitscommissie (GMC) werd gevraagd een advies te verstrekken over deze tijdelijke voorzieningen. Hoewel de raadpleging van deze afdeling van belang is, zou ik enerzijds van u willen vernemen over welke wegen de afdeling een advies heeft uitgebracht en wat de conclusies van elk van deze adviezen waren en anderzijds waarom een dergelijk advies niet systematisch werd gevraagd en aan de afdeling "Actieve modi" van de GMC en aan het RCWV?

5. De huidige regelingen zijn snel uitgevoerd als onderdeel van de exitstrategie en zijn tijdelijk. Kan u mij meedelen of u voor deze tijdelijke voorzieningen tijdslimieten heeft vastgesteld en of er op het niveau van uw administratie aanvragen voor stedenbouwkundige vergunningen worden uitgewerkt? Als vergunningsaanvragen worden gepland, kan u me dan meedelen voor welke wegen?
 
 
Antwoord    Voor elke weg wordt tijdens de procedure voor vergunningsaanvragen voor bouwplaatsen het advies van de politie gevraagd en Brussel Mobiliteit houdt rekening met hun aanbevelingen. Het advies van de DBDMH werd voor elk project aangevraagd.
De aanvullende verkeersreglementen zijn in volle opmaak.

Bij Brussel Mobiliteit werd elk plan gecontroleerd door de cellen Verkeersveiligheid en Wegsignalisatie. De eindplannen werden aangepast naargelang de opmerkingen van deze twee cellen.

Over de RCWV, formeel gezien was dit niet het geval, gezien het om tests gaat. Voor enkele projecten werd het advies van de VSGB, en dus niet van de RCWV, gevraagd.

Door de urgente planning om de plannen snel op te stellen, kon het advies van de afdeling Actieve Modi van de GMC niet worden ingewonnen. De tijdens de GMC van 16 juni getoonde plannen hebben betrekking op inrichtingen die al hebben plaatsgevonden, met name in de Wetstraat, langs de Kanaaldijk, op de Generaal Wahislaan en op de Sylvain Dupuislaan. De tijdens deze vergadering geformuleerde opmerkingen werden doorgespeeld aan het ontwikkelingsteam met het oog op een latere aanpassing van de op deze wegen verwezenlijkte testen.

Het voordeel dat dergelijke tijdelijke inrichtingen inhouden, is dat deze inrichtingen makkelijk moduleerbaar zijn naargelang de ontvangen waarnemingen en opmerkingen van de partners van Brussel Mobiliteit.

De testinrichtingen kunnen een maximumduur van twee jaar hebben. De COVID-19-inrichtingen dienen als test voor projecten die Brussel Mobiliteit in de toekomst op verschillende assen overweegt uit te rollen. De testinrichtingen in de Wetstraat, de Louis Schmidtlaan, de Generaal Jacqueslaan, de zijstraten van de Louizalaan, De Broquevillelaan en de Lambermontlaan bijvoorbeeld bieden de mogelijkheid de vermindering van de plaats voor de auto of autoluwe zones uit te testen. Dit is een voorproefje van de uitdagingen die de projecten inhouden waarvoor het Brussels Gewest een stedenbouwkundige vergunning wil vragen en hoopt dat de werken zo snel mogelijk kunnen beginnen.