Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de uitvoering van de richtlijn 2014/94 EU.

Indiener(s)
Bertin Mampaka Mankamba
aan
Alain Maron, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie (Vragen nr 445)

 
Datum ontvangst: 25/08/2020 Datum publicatie: 19/10/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 01/10/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
26/08/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Kunt u ons vertellen welke maatregelen u sinds uw aantreden hebt genomen om de luchtvervuiling in Brussel te verminderen en het gebruik van schone energie te bevorderen?

Kunt u ons de ontwikkeling van de cijfers geven sinds de invoering van de LEZ?

Welke bewustmakingsmiddelen gebruikt u om openbare instellingen (gemeente, ION, ...) te betrekken om hen aan te moedigen om af te stappen van verbrandingsmotoren?

Welke middelen besteden deze instellingen aan deze kwestie?
 
 
Antwoord    1/

De bestrijding van luchtverontreiniging en de klimaatopwarming zijn twee punten die centraal staan in de Gewestelijke Beleidsverklaring. Ik hoef u niet te herinneren aan wat er op het spel staat in deze twee domeinen, en aan de vele voordelen van een ambitieus beleid op dit gebied.

Sinds mijn infunctietreding heb ik een daadkrachtig beleid gevoerd op dit gebied. Zo zijn er verschillende maatregelen en acties genomen om de luchtkwaliteit te verbeteren:

· Ik heb de lage-emissiezone (LEZ) verder versterkt (Euro 3-dieselvoertuigen mogen nu niet meer in het Gewest rijden), maar tegelijk heb ik deze geleidelijk aangepast, om meer aandacht te besteden aan de kwetsbare bevolkingsgroepen (met name door de invoering van een vrijstelling voor personen met beperkte mobiliteit bij het OCMW).
· Ik zet mij actief in om de modal shift in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest aan te moedigen, om de uitvoering van de LEZ te begeleiden. In dit verband zal de Bruxell'Air-premie grondig worden herzien. Daarnaast is er nu ook een ‘Mobility Coach’ beschikbaar voor het LEZ-publiek. Deze coach biedt gepersonaliseerde begeleiding aan personen wiens voertuig door de LEZ-regeling wordt getroffen, om hen te helpen de mobiliteitsalternatieven te identificeren die het meest geschikt zijn voor hun behoeften bij hun verplaatsingen in Brussel.
· Tegelijkertijd bereid ik de afstap van verbrandingsmotoren in het Brusselse gewest voor: in dit verband werkt Leefmilieu Brussel momenteel aan verschillende studies die gericht zijn op het leggen van een solide basis om het tijdschema voor de LEZ na 2025 vast te stellen en dus voor de afstap van diesel uiterlijk in 2030 en van benzine en LPG uiterlijk in 2035.
· Om een dergelijke afstap voor te bereiden, werk ik ook aan de uitrol van alternatieven. Zo heeft de regering in juni 2020 haar eerste strategische visie voor de uitrol van een oplaadinfrastructuur voor elektrische voertuigen aangenomen (online beschikbaar via
https://leefmilieu.brussels/news/een-gewestelijke-visie-voor-de-installatie-van-laadpalen-voor-elektrische-voertuigen-brussel). Deze visie heeft tot doel om tegen 2035 niet minder dan 11.000 oplaadpunten te installeren in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en legt een aantal belangrijke principes vast: het netwerk zal worden gevoed met hernieuwbare energie, zal de principes van het ‘Good Move’-plan respecteren, zal worden betaald door de gebruikers en niet door de Brusselaars, en zal een homogene uitrol van oplaadstations op het hele grondgebied van de hoofdstad mogelijk moeten maken.
· Tot slot zetten we geleidelijk aan een secundair netwerk van meetpunten voor de luchtkwaliteit in Brussel op. Op 7 september 2020 hebben we een ambitieus project gelanceerd om de luchtvervuiling te meten op meer dan 100 verschillende locaties in Brussel, in samenwerking met de vzw Les Chercheurs d'Air. Het doel van dit project is ervoor te zorgen dat Brussel overal op zijn grondgebied voldoet aan de Europese en WHO-normen inzake luchtvervuiling. Het wordt uitgevoerd door het laboratorium van Leefmilieu Brussel, in samenwerking met bijna alle Brusselse gemeenten, een vijftigtal scholen en een burgervereniging.

En nu we gelanceerd zijn, zullen we nog meer doen. In de komende maanden zal een reeks projecten worden gelanceerd.

In termen van klimaat, is de versterking van de LEZ, zoals het gewestelijke mobiliteitsplan Good Move of de strategie voor de renovatie van bestaande gebouwen, opgenomen in het Brussels Energie-Klimaatplan 2030, dat de regering op 24 oktober 2019 heeft goedgekeurd. Het Nationaal Energie- en Klimaatplan (NEKP) beoogt de uitstoot van broeikasgassen in 2030 met 40% te verminderen ten opzichte van 2005 door de tenuitvoerlegging van talrijke maatregelen in de vervoers- en de gebouwensector.

Geschat wordt dat de tenuitvoerlegging van de NEKP-maatregelen, voor alle sectoren samen, het mogelijk zou maken de uitstoot van de belangrijkste verontreinigende stoffen, namelijk zeer fijne deeltjes en stikstofoxiden, in 2030 met ongeveer 70% te verminderen ten opzichte van de uitstoot in 2005.

De uitvoering van de NEKP-maatregelen moet samen met alle betrokkenen op het grondgebied gebeuren. Met het oog hierop heb ik een projectoproep voor gemeenten en OCMW’s gelanceerd om de uitwerking van een klimaatactieprogramma te ondersteunen en financiële steun te verlenen aan projecten met een impact. Deze projecten maken bijvoorbeeld de herinrichting van de openbare ruimte mogelijk om de impact van verplaatsingen die broeikasgassen produceren te verminderen en de veerkracht van de stad tegen de gevolgen van de klimaatverandering te verbeteren.

Voor de komende jaren voorziet het NEKP ook in een reeks aanvullende maatregelen:
· Kolengestookte toestellen zijn verantwoordelijk voor 31% van de residentiële PM2,5-emissies. Het energie-klimaatplan voorziet dus in een verbod op de installatie van kolengestookte toestellen vanaf 2025 en de invoering van begeleidende maatregelen zoals een energiepremie die de betrokken Brusselaars in staat moet stellen een installatie aan te schaffen die minder schadelijk is voor het milieu, op voorwaarde dat hun kolengestookte installatie wordt vernietigd. Deze verbintenis is bevestigd in het voorontwerp van klimaatordonnantie dat de regering in juli 2020 in eerste lezing heeft aangenomen.
· Volgens dezelfde logica voorziet het plan ook in een verbod op de installatie van stookoliegestookte verwarmingsinstallaties en/of installaties voor de productie van sanitair warm water vanaf 2025. Deze verbintenis is bevestigd in het voorontwerp van klimaatordonnantie dat de regering in juli 2020 in eerste lezing heeft aangenomen.
· In 2015 vertegenwoordigde hout niet eens 1% van de gewestelijke energievoorziening, terwijl 30% van het fijnstof dat in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wordt uitgestoten, afkomstig is van de residentiële sector en 38% van deze residentiële deeltjesuitstoot wordt veroorzaakt door de verbranding van hout in verwarmingsinstallaties. Het energie-klimaatplan wil daarom op een duidelijke en regelmatige manier communiceren over dit volksgezondheidsvraagstuk en het publiek meer bewust maken van de overlast die de verbranding van hout in al zijn vormen met zich meebrengt. Bovendien wordt overwogen om te onderzoeken of het wenselijk is om in de gewestelijke wetgeving een verbod op de plaatsing van installaties voor centrale verwarming op hout of houtderivaten op te nemen, in het licht van het hernieuwbare warmtepotentieel in het gewest.


2/

Het evaluatierapport 2019 van de LEZ is een paar weken geleden gepubliceerd. Het is beschikbaar op de website die aan deze maatregel is gewijd (
https://www.lez.brussels/mytax/). Dit zijn de belangrijkste bevindingen:

- Het aantal vervuilende voertuigen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is in 2019 met 70% gedaald, en tussen juni 2018 en eind 2019 met 88%.
- De LEZ is een van de maatregelen van het Gewest om de uitstoot van schadelijke stoffen voor de gezondheid te verminderen (berekend op basis van het aantal voertuigen op de weg). Tussen juni 2018 en december 2019 is het volgende vastgesteld:
· Een daling van de uitstoot van black carbon (BC) met 77% voor de personenwagens en met 73% voor de bestelwagens;
· Een daling van de stikstofoxiden (NO
x) met 11% voor de personenwagens en met 3,5% voor de bestelwagens;
· Een vermindering van het fijnstof (PM2.5) met 11,5% voor de personenwagens en met 21% voor de bestelwagens.

Hoewel de belangrijkste impact van de LEZ op de luchtvervuiling nog moet komen, tonen deze verschillende cijfers aan dat de maatregel effectief is om het aantal van de meest vervuilende voertuigen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest te verminderen, en zijn vruchten begint af te werpen.


3/

Sinds 2014 is de overheid (gewestelijke en plaatselijke overheden) onderworpen aan een voorbeeldplicht op het gebied van vervoer (besluit van 15 mei 2014) die minimumeisen stelt aan de milieuprestaties bij de aankoop of leasing van voertuigen: verbod op de aankoop van een auto (categorie M1 en MPV) die op diesel rijdt, naleving van een minimale Ecoscore (die in de loop van de tijd evolueert), enz.

Voor openbare instellingen met meer dan 100 werknemers op een site en die dus onderworpen zijn aan de verplichting om een bedrijfsvervoersplan uit te voeren, moeten ook de quota's met betrekking tot de aankoop van elektrische voertuigen worden gerespecteerd. Zo moet sinds 1 januari 2020 voor de gewestelijke overheden ten minste 40% van de gekochte of geleasede nieuwe auto's en MPV's elektrisch zijn. Voor de lokale overheden is dat 25%.

In het kader van deze verplichting zijn verschillende begeleidende maatregelen gepland:
· De oprichting, door Leefmilieu Brussel, van een opdrachtencentrale voor de operationele leasing van verschillende soorten voertuigen (100% elektrische stadswagens, hybride voertuigen, 100% elektrische MPF’s en benzinewagens). Dit zal het gemakkelijker maken voor de gewestelijke en plaatselijke organisaties die een dergelijke leasing willen uitvoeren, terwijl ze tegelijkertijd een aantrekkelijkere prijs krijgen.
· De organisatie, elk jaar, van een opleiding over het voorbeeldkarakter van de overheid op het gebied van vervoer. Het doel van deze opleiding is om de verplichtingen te presenteren, maar vooral om de verschillende instrumenten die hen ter beschikking staan voor te stellen. De volgende opleiding vindt plaats op 28 september 2020 en zal een nieuw instrument voorstellen dat door Leefmilieu Brussel is ontwikkeld om de financiële impact van de afstap van verbrandingsmotoren op hun vloot te evalueren.