Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende het beleid rond de instroom van de inactieve bevolking op de arbeidsmarkt.

Indiener(s)
Bianca Debaets
aan
Bernard Clerfayt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Werk en Beroepsopleiding, Digitalisering, Plaatselijke Besturen en Dierenwelzijn (Vragen nr 409)

 
Datum ontvangst: 31/08/2020 Datum publicatie: 02/10/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 30/09/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
01/09/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Een onderzoek van de UGent bestudeerde recent de niet-werkzoekende actieve bevolking in België. In heel België gaat het over 1,4 miljoen personen uit de actieve bevolking die niet aan het werk zijn en geen werk zoeken, gebaseerd op cijfers van de OESO. Het gaat bijvoorbeeld over mensen met een ziekte of invaliditeit, mensen in een vervroegd pensioenstelsel, of huisvrouwen of -mannen die zelf kiezen om niet te werken.

In 2019 waren er in Brussel 670.300 personen op actieve leeftijd waarvan net geen twee derde aan het werk was (65,8 procent). Een kwart (25,5 procent) van alle Brusselaars tussen 25 en 64 jaar oud was inactief en dus niet betrokken bij de arbeidsmarkt. In Vlaanderen ligt dat percentage op 19,9 procent en in Wallonië op 27,1 procent. In de meeste Europese landen schommelt hun aandeel tussen de 15 en 20 procent.

Hoewel de federale overheid inspanningen moet leveren om deze inactieve bevolking meer naar de arbeidsmarkt te brengen, kan het Gewest ook initiatieven nemen zoals tegen discriminatie of meer flexibiliteit.

Vandaar dat ik u graag volgende vragen stel:

- In 2019 waren er 170.726 personen van de Brusselse beroepsactieve bevolking inactief. Beschikt u over cijfers van de evolutie van het inactieve gedeelte van de actieve bevolking in 2020? Welke factoren spelen hierin mee in deze evolutie naast de coronacrisis?

- Kan u een opdeling van de niet-werkzoekende actieve bevolking aanleveren op basis van: reden van inactiviteit (ziekte, bewust huismoeder of -vader,…) leeftijd, gender, scholingsgraad en gemeente? Beschikt de regering over de (kans)armoedecijfers wat betreft deze doelgroep binnen Brussel, welke evolutie is hierin terug te vinden en waar schrijft u deze aan toe?

- Welke maatregelen neemt deze regering momenteel om meer mensen uit deze groep te laten instromen op de arbeidsmarkt? Bestaat er een gedifferentieerde aanpak voor deze categorie in de beroepsactieve bevolking? Welk budget trekt u uit per maatregel?

- Op welke manier worden de werkgevers aangemoedigd inzake het aanwerven van een inactieve Brusselaar? Welke tools hebben zij tot (re-)integratie van deze doelgroep?

- Hebt u gevraagd aan de administratie om te onderzoeken naar bijkomende maatregelen? Wanneer zouden deze in voege treden? Onderzoekt Actiris communicatie-initiatieven die gericht zijn op inactieve beroepsbevolking? Welke klemtonen worden hier gelegd?

- Hebt u hierover overleg gepland met collega’s binnen de regering of de federale regering of uw collega’s in de andere gewestregeringen? Welke afspraken of maatregelen zijn hieruit voortgekomen?
 
 
Antwoord    De gegevens afkomstig van de Enquête naar de arbeidskrachten (EAK) verdelen de populatie van 25 tot 64 jaar volgens het statuut in werkenden, IAB-werklozen en inactieven.

Volgens deze gegevens telde de categorie van de inactieven in 2019 170.726 personen. Dit aantal behelst een groot aantal situaties: gepensioneerden/bruggepensioneerden, huismannen en -vrouwen, personen in arbeidsongeschiktheid (ziekte, invaliditeit of handicap), studenten en personen die een opleiding volgen, personen met zwangerschapsverlof, personen die de zorg dragen voor kinderen of zorgbehoevenden, personen in loopbaanonderbreking, etc.
De meeste van deze personen zijn dus niet beschikbaar voor de arbeidsmarkt.

Voor een gedetailleerde analyse verwijs ik u naar de studie “Meer actieven voor een welvarende en inclusieve economie” van de Hoge Raad voor de Werkgelegenheid.


Terwijl de gegevens uit de studie van de UGent betrekking hebben op de bevolking tussen 25 en 64 jaar, hebben de momenteel beschikbare gegevens van de EAK voor de eerste twee trimesters van 2020 betrekking op de totale bevolking van 15 jaar en ouder. Deze gegevens zijn met andere woorden veel ruimer dan de cijfers met betrekking tot de 25- tot 64-jarigen. Hieruit blijkt onder meer het belang dat de studenten vertegenwoordigen onder de min-25-jarigen en de gepensioneerden vanaf 65 jaar.

Daarnaast dient te worden vermeld dat de gegevens afkomstig van de Enquête naar de arbeidskrachten (een schatting) van het ene trimester tot het andere sterke variaties kunnen vertonen. Hoe gedetailleerder de cijfers, hoe groter de variaties.

Volgens de laatste beschikbare gegevens (2de trimester van 2020) telt het Brussels Hoofdstedelijk Gewest er 448.400 inactieven.

Tabel 1: jaarevolutie van de EAK-kwartaalgegevens (2019-2020):

T1 2019

T2 2019

T1 2020

T2 2020

Var. T1

2019-2020

Var. T2

2019-2020

Inactieven België

4.310.267

4.247.883

4.340.799

4.429.216

0,7

4,3

Inactieven BHG

425.389

421.941

430.591

448.485

1,2

6,3

Bron: EAK, berekeningen View.brussels




De gegevens van het tweede trimester 2020 tonen op jaarbasis een sterke groei van de groep inactieven. Deze groei van het aantal inactieven is voor een groot deel te verklaren door de verschuiving van een deel van deze populatie vanuit de werkloosheid naar de inactiviteit.

“Werklozen” volgens de specifieke definitie van het IAB zijn immers personen die geen werk hebben, die bovendien ook beschikbaar zijn voor de arbeidsmarkt én actief werk zoeken.

Gezien de gezondheidscrisis en de lockdown, en tegelijkertijd de geringe perspectieven om werk te vinden, is het zeer waarschijnlijk dat een deel van de IAB-werklozen niet actief naar werk heeft gezocht.


De cijfers met betrekking tot de inactieven, afkomstig van de EAK, kunnen volgens verschillende kenmerken worden opgedeeld, zoals het geslacht, de leeftijdscategorie, de scholingsgraad of het gewest waar de persoon woont, MAAR het is niet mogelijk om deze details per gewest te berekenen op basis van de gegevens die op de website van Statbel beschikbaar zijn.


De werkgevers worden aangemoedigd om Brusselse werkzoekenden aan te werven, vooral via de gewestelijke tewerkstellingsmaatregelen zoals Activa.brussels bijvoorbeeld.

Een andere belangrijke maatregel is de First-stage, die jonge Brusselaars de kans geeft om een eerste werkervaring op te doen.

Nieuw in deze reeks van steunmaatregelen is de maatregel sociale economie (die voorbehouden is aan werkgevers erkend in de sociale economie).

Het doel van deze maatregel is om Brusselse werkzoekenden die zeer ver verwijderd zijn van de arbeidsmarkt, opnieuw aan het werk te krijgen.

Wat de beschikbare budgetten voor deze maatregelen betreft, verwijs ik u naar de begrotingsdocumenten van het Parlement.

Daarnaast blijft Actiris uiteraard, via Select, de werkgevers sensibiliseren om inactieve Brusselaars, die soms bij deze werkgevers een slechte reputatie hebben, aan te werven.


De communicatie van Actiris richt zich tot alle werkzoekenden die bij Actiris ingeschreven zijn en alle personen die werk zoeken.

Actiris gebruikt hiervoor verschillende communicatiekanalen:
· De website www.actiris.brussels
· Het contentplatform yes.actiris.brussels
· Sensibiliseringscampagnes
· Nieuwsbrieven
· Aanwezigheid op de sociale netwerken