Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de recente werkgelegenheidscijfers in de Horeca.

Indiener(s)
Clémentine Barzin
aan
Bernard Clerfayt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Werk en Beroepsopleiding, Digitalisering, Plaatselijke Besturen en Dierenwelzijn (Vragen nr 432)

 
Datum ontvangst: 14/09/2020 Datum publicatie: 29/10/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 14/10/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
16/09/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Volgens een eind augustus in de pers gepubliceerde Acerta-studie is de horecasector weer op het werkgelegenheidsniveau van vóór de crisis, dat wil zeggen op het niveau van februari, gekomen. De sectoranalyse werd door de HR-dienstverlener uitgevoerd bij meer dan 2.400 Belgische horecabedrijven en 10.000 werknemers. Er zij op gewezen dat het de maand juli betrof, vóór de heropleving in augustus.

Volgens het verslag is de tijdelijke werkloosheid in de horeca in juli sterk gedaald: in juni was iets meer dan de helft (51%) van de vaste werknemers in hotels, bars en restaurants nog tijdelijk werkloos; in juli is dit cijfer gedaald tot 12%.

Het feit dat veel Belgen tijdens de vakantie in België verbleven, zou dus een positieve en heilzame invloed hebben gehad op de horecasector.

De resultaten van deze analyse werden aangevochten door de voorzitter van de Federatie van de Horeca in Brussel, die zo'n 1200 faillissementen in de horecasector aankondigde als gevolg van de Covid-crisis, waardoor veel banen verloren gingen.

Hoe staat het momenteel met de werkgelegenheidscijfers in de horecasector in Brussel? Kan dit verder worden ingedeeld naar leeftijd, geslacht? Hoe verklaart u dit verschil tussen een analyse op nationaal niveau en een analyse op het niveau van het Brussels Gewest? Hoewel deze gegevens niet direct onder de bevoegdheid van uw administratie vallen, zijn zij essentieel om het herstel van de economie en de werkgelegenheid in deze sector te begrijpen en ik veronderstel dat u er een prioriteit van maakt om over de details te beschikken.

In dit verband heb ik bij de presentatie van het herstelplan van de regering in juli aangedrongen op de noodzaak om delen te wijden aan werkgelegenheidskwesties in de sectoren, met name in de evenementen- en horecasector. Wat is het budget dat vandaag is uitgetrokken voor de specifiek op de horecasector gerichte aanpak van de werkgelegenheid? Hetzelfde voor de evenementensector, trouwens? Welke opleidingen worden er opgezet? Op basis van welke evaluatie?

Worden de aan Horeca Be Pro toegewezen middelen ingezet voor korte opleidingen die gericht zijn op de heroriëntatie van mensen die al kwalificaties hebben?

Welke contacten zijn er met beroepsonderwijs en -opleiding, die, in aanvulling op de Horeca Be Pro, alternerende omscholingscursussen in de Horeca zouden kunnen aanbieden?
 
 
Antwoord    De onderstaande tabel(1) toont dat de evolutie van de tijdelijke werkloosheid voor de horeca in het Brussels Gewest verschilt van de evolutie die naar voren komt uit de analyse van Acerta. Inderdaad, hoewel we in het Brussels Gewest een aanzienlijke daling waarnemen van het aantal werknemers binnen de sector die in juli(2) nog steeds in tijdelijke werkloosheid waren gesteld, maakt bijna 42% niettemin nog gebruik van dit systeem.

 

Tabel 1: Aantal en aandeel loontrekkenden in tijdelijke werkloosheid gedomicilieerd in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest die werken in de horeca, per geslacht en per leeftijdsgroep – april en juli 2020

 

Brusselse loontrekkenden

Tewerk-stelling met tijdelijke werkloos-heid - april 2020

Aantal jobs T1/2020

Aandeel tijdelijke werkloos-heid – april 2020

Tewerk-stelling met tijdelijke werkloos-heid – juli 2020*

Aantal jobs T2/2020

Aandeel tijdelijke werkloos-heid – juli 2020*

Totaal

92.563

338.991

27,3%

31.249

334.190

9,4%

Horeca

14.692

19.322

76,0%

7.738

18.303

42,3%

Per geslacht

Mannen

          9.358

     12.215

76,6%

          4.684

     11.514

40,7%

Vrouwen

         5.334

       7.107

75,1%

          3.054

       6.789

45,0%

Per leeftijds-groep

<25 jaar

         1.486

      1.872

79,4%

             490

       1.602

30,6%

25-34 jaar

  5.012

    6.224

80,5%

        2.453

       5.849

41,9%

35-49 jaar

          5.579

     7.305

76,4%

          3.123

       6.965

44,8%

50 jaar en ouder

          2.615

3.921

66,7%

    1.672

       3.887

43,0%

Bronnen: RVA, RSZ, Berekeningen BISA en View.brussels

* De cijfers over de tijdelijke werkloosheid voor de maand juli zijn voorlopige gegevens. De definitieve gegevens voor de maand juli zouden lichtjes hoger moeten liggen dan degene die hier gepresenteerd worden.


- De gegevens over de tijdelijke werkloosheid die hier gepresenteerd worden, zijn afkomstig van een kruising van de gegevens van de RSZ en de RVA (via de KSZ). Deze kruising maakt het mogelijk om gedetailleerde gegevens te bekomen over de begunstigden van de tijdelijke werkloosheid. De verwerking van deze gegevens is het resultaat van een nauwe samenwerking tussen het BISA en View.brussels.

- Niettemin preciseren we dat de cijfers voor juli voorlopige gegevens zijn.

Via deze tabel kunnen we ook vaststellen dat, terwijl in april (maand waarin de tijdelijke werkloosheid zich op het hoogste niveau bevindt) de mannen die in de horeca werken en gedomicilieerd zijn in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, meer een beroep doen op tijdelijke werkloosheid (76,6% tegenover 75,1%), de vrouwen een groter aandeel tijdelijke werkloosheid vertegenwoordigen in juli (45,0% tegenover 40,7% voor de mannen).
We stellen eveneens vast dat de leeftijdscategorie van de Brusselaars in de horeca die het meest een beroep hebben gedaan op tijdelijke werkloosheid in april, die van de 25- tot 34-jarigen is (80,5% van het aandeel tijdelijke werkloosheid). Het zijn evenwel de 35- tot 49-jarigen die het grootste aandeel tijdelijke werkloosheid vertegenwoordigen in juli (44,8%).
Er zijn twee elementen die deze evolutie kunnen verklaren die verschilt naargelang de cijfers van Acerta en de cijfers van het BISA en View.brussels.
Het eerste element is dat de analyse van Acerta cijfers en conclusies op nationaal niveau bevat. De 2.400 werkgevers uit de horecasector die ondervraagd werden voor deze enquête, zijn slechts gedeeltelijk Brusselse werkgevers. Zij baseert zich ook op de situatie die ervaren werd door de Vlaamse en Waalse werkgevers. De horecasector in deze twee gewesten heeft echter volop kunnen profiteren van de heropstart van het nationale toerisme, aangezien de Belgen de voorkeur hebben gegeven aan vakantie aan de Belgische kust of in de Ardennen. Het toerisme in Brussel heeft daarentegen een slecht zomerseizoen gekend. Dat is met name te verklaren door de grote afhankelijkheid voor het Brusselse toerisme van buitenlandse toeristen (85% van het toerisme hangt van hen af)(3), waarvan een relatief groot deel van zakentoerisme. De afname van de internationale verplaatsingen en de angst om de vakantie door te brengen in grote steden, hebben geleid tot een daling van het aantal horecabezoeken in het Brussels Gewest.

Het tweede element is dat, naast de daling van het vrijetijdstoerisme tijdens de zomermaanden en het zakentoerisme sinds het begin van de gezondheidscrisis, tal van horecazaken in Brussel ook moeten omgaan met een daling van het aantal couverts tijdens de middag als gevolg van de aanbevelingen van de overheden om zo veel mogelijk thuis te werken. Deze maatregel werd en wordt heden op grote schaal opgevolgd door de talrijke besturen en grote bedrijven die de Brusselse arbeidsmarkt vormen.
Daarom werden de potentieel verwoestende gevolgen van de coronacrisis voor de werkloosheidscijfers in de horecasector niet waargenomen vanaf het begin van de crisis. De eerste negatieve tendensen waren niettemin zichtbaar vanaf de maand juni. We stellen immers vast dat er eind juni 2020 7.149 NWW ingeschreven waren bij Actiris met een voornaamste beroepencode in de horeca, wat een lichte stijging van 2,4% is in vergelijking met juni 2019. De stijging van het aantal NWW binnen de sector bleef dus tot dan redelijk beperkt. Het schokdempende effect van maatregelen zoals de tijdelijke werkloosheid, het overbruggingsrecht en het moratorium op faillissementen zou deze onuitgesproken evolutie deels kunnen uitleggen. De maanden juli en augustus hebben daarentegen de stijging bevestigd van het aantal NWW uit de horecasector, maar eveneens de sterke versnelling ervan. In juli noteerden we 7.324 NWW, of een stijging met 4,4% tegenover dezelfde maand van het jaar 2019. De maand augustus telde 7.634 NWW die ingeschreven waren met een voornaamste beroepencode in de horeca, wat een sterke jaarstijging van 8,8% is. Ter vergelijking: de stijging op jaarbasis van alle NWW in de maand augustus 2020 bedroeg 2,4%.
Wat opleiding betreft, kan ik u melden dat er nieuwe modules (hygiëne, beheer van de crisis,…), waarnaar veel vraag is, werden ingericht om het hoofd te bieden aan de crisis, en dat zij vanaf november 2020 ’s avonds en/of op zaterdag te volgen zullen zijn om een maximaal aantal werknemers en werkzoekenden de kans te geven om deze te volgen wanneer het hun het beste uitkomt.

Eind december-begin januari 2021 zal View samen met zijn partners een nieuwe enquête uitvoeren, in samenwerking met de sector, om te bepalen of het opleidingsaanbod voldoende tegemoetkomt aan de noden van de werkgevers.

Het budget van 600.000 euro dat vrijgemaakt werd in het kader van het relanceplan, zal ervoor zorgen dat het opleidingsaanbod uitgebreid zal kunnen worden. Dit aanbod zal uiteraard de vorm van korte modules kunnen aannemen. En SFPME/Efp zal ook betrokken worden bij de denkoefening en de uitwerking van het aanbod.