Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de bezoldiging van de bestuurders van de Naamloze Vennootschap Brusselse Woningen.

Indiener(s)
Bertin Mampaka Mankamba
aan
Nawal Ben Hamou, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bevoegd voor Huisvesting en Gelijke kansen (Vragen nr 293)

 
Datum ontvangst: 27/08/2020 Datum publicatie: 11/11/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 23/10/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
28/09/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    De Naamloze Vennootschap Brusselse Woningen, oorspronkelijk bekend als “de Naamloze Vennootschap van de Arbeiderswoningen in de Brusselse Agglomeratie”, werd opgericht op 7 maart 1868. Deze privémaatschappij, die dus geen OVM is, bezit 44 gebouwen verspreid over de gemeenten Anderlecht, Sint-Jans-Molenbeek, Schaarbeek en de Stad Brussel. De NVBW beheert een aanbod van 230 verhuureenheden (229 wooneenheden en 1 winkel). De middelgrote woningen bevinden zich voornamelijk in de gemeenten Schaarbeek, Sint-Jans-Molenbeek en Anderlecht.

Ze werd destijds opgericht om de arbeiders te herhuisvesten tijdens de bouw van de Noord-Zuidspoorverbinding.

Pas in 2017 heeft de onderneming een balansjaar met een positieve resultatenrekening geboekt. In 2019, na 4 opeenvolgende jaren van gemaakte winst, vermindert ze haar gecumuleerde verliezen, die dalen van 1.947.000 euro in 2016 tot 547.000 euro in 2019.

Op 10 mei 2018 heeft de inwerkingtreding van de ordonnantie tot wijziging van de Brusselse Huisvestingscode ter versterking van goed bestuur in de openbare huisvestingssector – het werk van uw voorgangster, Céline Fremault – het mogelijk gemaakt om de vestigingen van de steden en de OCMW's zoals de NVBW, die het beheer of de verhuur van een of meer wooneenheden als maatschappelijk doel hebben, te onderwerpen aan de regels van goed bestuur en transparantie in de procedures voor de toewijzing van hun wooneenheden.

In 2019 heeft de NVBW, die 230 woningen beheert, volgens de door de NBB gepubliceerde balans, haar 21 bestuurders, waarvan 11 op 25 september 2019 of 3 juni 2019 werden vervangen, echter 42.861,98 euro betaald. Ter vergelijking: voor het jaar 2018 (de balans van 2019 is nog niet gepubliceerd) heeft de “Logement Molenbeekois”, een van de grootste van de 16 OVM’s in het Gewest, die ongeveer 3.339 wooneenheden beheert, zijn 32 bestuurders, waarvan er 19 in februari of juni 2018 werden vervangen, een bedrag van 36 780 euro betaald. Het lijkt erop dat in de andere OVM's de vergoedingen van de bestuurders in dezelfde orde van grootte zijn.

Graag een antwoord op volgende vragen:

Kennelijk heeft de wijziging van de Brusselse Huisvestingscode ter versterking van goed bestuur en transparantie in de openbare huisvestingssector, met inbegrip van de NVBW, deze laatste niet in staat gesteld om aan te sluiten bij de laatste ontwikkelingen op het gebied van de vergoeding van de bestuurders. Hoewel er geen sprake is van onwettigheid, zou iedere burger, gezien de huidige context en het gevoelige verleden van de NVBW, kunnen verwachten dat de NVBW haar bestuurders, waarvan de meeste overheidsmandatarissen zijn, op een meer bescheiden manier betaalt, zoals de 16 OVM's van het Gewest.

- Beschikt u over gegevens of informatie waarover ik niet beschik om het verschil tussen de NVBW en de OVM's te verklaren wat betreft het aantal bestuurders in verhouding tot het aantal beheerde wooneenheden en de bezoldiging van de bestuurders?

- Bestaan er nog andere structuren die vergelijkbaar zijn met die van de NVBW met een vergelijkbare bestuurdersbeloning?

- Welke acties overweegt u om deze praktijken te standaardiseren?

- Is uw regering daartoe een dialoog aangegaan met de NVBW en haar twee belangrijkste aandeelhouders, de Stad Brussel en het OCMW van de Stad Brussel? Dit was trouwens een van de punten die uw huidige partners aan de orde stelden toen ze in de oppositie zaten. Heeft het nut een bijzondere structuur zoals de NVBW te behouden en bent u van plan om een fusie van de NVBW met een van de 16 OVM's die woningen in de gemeenten Schaarbeek, Sint-Jans-Molenbeek, Anderlecht of de Stad Brussel beheren, te bevorderen of te vergemakkelijken?
 
 
Antwoord    Deze vragen vallen onder de bevoegdheid van de heer Bernard Clerfayt, minister van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.