Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de milieu impact van de inverkeerstelling van de trams new generation (TNG)

Indiener(s)
Marc Loewenstein
aan
Elke Van den Brandt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit, Openbare Werken en Verkeersveiligheid (Vragen nr 577)

 
Datum ontvangst: 17/09/2020 Datum publicatie: 22/12/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 19/20 Datum antwoord: 16/11/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
06/10/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    In 2018 wees de Raad van Bestuur van de MIVB de maatschappij Bombardier aan als opdrachtnemer van de raamovereenkomst voor de studie, de bouw, de levering en het eventuele onderhoud van 175 nieuwe trams. De raamovereenkomst voorzag in een eerste bestelling van 60 “Trams New Generation” (TNG). Deze eerste bestelling vond plaats in april 2018 (169 miljoen euro zonder btw). De opdracht had betrekking op 49 trams van het korte type en 11 trams van het lange type. In mei 2019 besliste de RvB van de MIVB een tweede bestelling te plaatsen bij Bombardier voor 30 TNG-trams, met reserve- en vervangstukken (67 miljoen euro). Het zal gaan om 30 trams van het korte type.

Deze TNG zullen binnenkort tot de uitrusting van de MIVB horen. In het activiteitenverslag 2019 informeert de MIVB dat de levering van de eerste TNG ten vroegste voor het einde van het jaar 2020 voorzien wordt.

Deze trams wegen leeg tot 57,43 ton. Men kan dus redelijkerwijs stellen dat de tram vol met passagiers ongeveer 83 ton zal wegen. Dit kan wellicht problemen geven op het niveau van het lawaai en de trillingen.

Rekening houdend met wat voorafgaat, zou ik u graag de volgende vragen willen stellen:

1. Op welke lijnen overweegt de MIVB deze TNG in te zetten?
2. Werden er milieustudies uitgevoerd of worden deze thans uitgevoerd op het niveau van de lijnen waar de MIVB de TNG denkt in te zetten? Indien wel, op welke lijnen? Wat zijn de conclusies met name op het niveau van de huidige infrastructuren, het geluid en de trillingen?
3. In welke stelplaatsen zullen deze trams ondergebracht worden?
 
 
Antwoord    Deze trams zullen op termijn de oudste tramseries vervangen, met een hoge instap, op de drukste lijnen die dit type trams nog inzetten.

In een eerste fase zullen deze trams ingezet worden ter versterking op de lijnen waar momenteel trams van het type T3000 en T4000 rijden.

De exacte toewijzing (tussen stelplaatsen en dus ook tussen lijnen) van de TNG is vandaag nog niet vastgelegd.

De prestaties van de nieuwe TNG zullen minstens even goed zijn als de trams van de meest recente generatie (T3000 en T4000), waardoor hun toevoeging op het net geen specifieke milieustudie vraagt.

Ik verwijs ook door naar de antwoorden van Minister Maron in zijn antwoord op vraag nr. 509.