Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de studentendopen en het dierenwelzijn

Indiener(s)
Ariane de Lobkowicz
aan
Bernard Clerfayt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Werk en Beroepsopleiding, Digitalisering, Plaatselijke Besturen en Dierenwelzijn (Vragen nr 473)

 
Datum ontvangst: 05/10/2020 Datum publicatie: 05/01/2021
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 20/21 Datum antwoord: 16/11/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
19/10/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    La presse se fait régulièrement l’écho de multiples dérapages des baptêmes d’étudiants.

Ces incidents sont naturellement à proscrire et à combattre même s’il faut également reconnaître qu’il s’agit là de très vieilles traditions inhérentes à la vie universitaire ou des écoles supérieures.

Les autorités académiques redoublent d’efforts pour canaliser et encadrer, autant que faire se peut, ces séances d’initiation à la vie étudiante et il faut porter leur réelle volonté d’améliorer les choses à leur actif.

Il est un des aspects de ces baptêmes dont il n’est jamais question et à propos duquel je souhaiterais pouvoir vous interroger en votre qualité de ministre compétent, c’est celui du bien-être animal.

On me rapporte certains évènements qui ne devraient plus se produire. Faire avaler à un bleu un poisson rouge vivant semble être une pratique habituelle, lui demander d’élever un lapin pendant une certaine durée, le temps qu’il s’y attache puis lui demander de le tuer m’a aussi été raconté. Et il y a de nombreuses autres histoires similaires avec toute une série d’animaux.

Etes-vous au courant de telles pratiques ?

Le Département Bien-être animal a-t-il déjà enregistré des plaintes sur cette thématique ? Dans l’affirmative, quelles suites ont été réservées à ces plaintes ? Dans la négative, de quelle manière ce type de plainte serait-il traité ? Quelles seraient les mesures prises ?
 
 
Antwoord    Ik ben nooit op de hoogte geweest van feiten van dierenmishandeling in het kader van studentendopen en het Departement Dierenwelzijn van Leefmilieu Brussel laat weten dat het geen enkele klacht daarover ontvangen heeft.

In het kader van de voorbeelden die u geeft, is het gecompliceerd voor de politie of de gewestelijke inspectiedienst om de feiten te kunnen vaststellen aangezien deze zich incidenteel voordoen. Het zou dan ook nodig zijn dat de eventuele getuigen gehoord worden en dat de indiener van de klacht de identiteit van de dader van de feiten en van de opdrachtgever(s) kan meedelen.

Een konijn fokken en doden om het vervolgens op te eten vormt overigens geen overtreding, als het dier gedood wordt overeenkomstig de bepalingen uit de wet van 14 augustus 1986 betreffende de bescherming en het welzijn der dieren.

De maatregelen die genomen zouden kunnen worden, zullen afhangen van de vastgestelde feiten en de elementen die voorhanden zijn in het dossier (bekentenissen, getuigenissen, etc.). Wanneer de dader op heterdaad betrapt wordt, zou er een proces-verbaal kunnen worden opgesteld, als het bij de handeling betrokken dier zonder reden is gestorven of heeft geleden. Er zou een inbeslagname kunnen worden uitgevoerd om het dier te beschermen. Er zijn tal van voorbeelden en deze kunnen op verschillende manieren worden behandeld (van een waarschuwing tot een proces-verbaal of een inbeslagname) in functie van de elementen in het dossier.