Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de “neutraliteit” in de Brusselse administraties

Indiener(s)
Aurélie Czekalski
aan
Rudi Vervoort, Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke regering, belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de Promotie van het Imago van Brussel en Biculturele Zaken van gewestelijk Belang (Vragen nr 392)

 
Datum ontvangst: 12/10/2020 Datum publicatie: 11/01/2021
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 20/21 Datum antwoord: 17/12/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
26/10/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    De kwestie van de neutraliteit binnen de Brusselse administraties en het dragen van ostentatieve overtuigingstekens is een onderwerp dat vaak terugkeert in de politieke discussie.

Graag een antwoord op volgende vragen:

- Welke regels zijn van kracht met betrekking tot de neutraliteit binnen de Brusselse administraties die onder uw toezicht staan?
- Hoeveel medewerkers van uw administratie werken in de front- en backoffice? Geldt er een tolerantie, afhankelijk van de vraag of de medewerker zich in de front- of backoffice bevindt?
- Welke sancties zijn voorzien in geval de neutraliteit niet wordt nageleefd binnen de administraties die onder uw toezicht staan?
- Hoeveel klachten zijn er over het niet naleven van de neutraliteit binnen uw administraties?
- Wat zijn de procedures voor het indienen van een klacht ingeval de neutraliteit binnen uw afdelingen niet wordt nageleefd?
 
 
Antwoord    In het arbeidsreglement van Brussel Preventie & Veiligheid is onder meer het volgende bepaald:

“Alle personeelsleden verbinden zich ertoe in alle omstandigheden het neutraliteitsprincipe van de openbare diensten en de billijke behandeling van de burgers in acht te nemen. Evenmin stellen ze op de werkplek daden van religieuze, politieke of levensbeschouwelijke aard, onverminderd de activiteiten en meningsuitingen van de vakverenigingen die binnen het kader van bestaande wetten en overeenkomsten vallen.”

BPV richt zich bij de uitvoering van haar taken (de coördinatie van het gewestelijk preventie- en veiligheidsbeleid) voornamelijk tot de verschillende instanties die op dat gebied actief zijn (gemeenten, vzw’s, ...). Er is zeer weinig rechtstreeks contact met de burger. Dat beperkt zich vooral tot het onthaal (2 medewerkers), de (uitbestede) bewaking en het beheer van de wapenvergunningen, waarvoor de hoge ambtenaar samen met het personeel dat haar vanuit de FOD Binnenlandse Zaken ter beschikking wordt gesteld, verantwoordelijk is.

Bij niet-naleving van de geldende reglementaire bepalingen kunnen de volgende statutair vastgelegde sancties worden toegepast:
1. Terechtwijzing;
2. Inhouding van wedde;
3. Verplaatsing bij tuchtmaatregel;
4. Tuchtschorsing;
5. Lagere inschaling;
6. Terugzetting in graad;
7. Ontslag van ambtswege;
8. Afzetting.

Die bepalingen hebben tot op heden nog geen aanleiding gegeven tot concrete problemen en er zijn geen klachten gemeld. De klachtenprocedures in het geval de neutraliteit niet wordt bewaard, staan omschreven in de ordonnantie betreffende de oprichting van een interne klachtendienst.

Voor klachten bestaat er een wettelijke procedure die beschreven staat in de ordonnantie van 3 april 2003 betreffende de oprichting van een interne klachtendienst in de administratieve diensten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en in het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 29 september 2005 tot regeling van de werking van een klachtendienst in het ministerie en de instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. De klachtendienst van de GOB behandelt enkel klachten over administratieve diensten van de GOB. Indien een klacht die eigenlijk bedoeld is voor een andere, al dan niet Brusselse instelling bij de klachtendienst van de GOB terechtkomt, wordt de indiener ervan op de hoogte gebracht dat deze dienst niet bevoegd is en wordt hij doorverwezen naar de bevoegde dienst.

Voor elk ingediend dossier wordt nagegaan of het ontvankelijk is ofwel eventueel moet worden geweerd in het licht van de drie uitsluitingsgronden overeenkomstig artikel 7 van de ordonnantie van 3 april 2003 betreffende de oprichting van een interne klachtendienst in de administratieve diensten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest:
- Indien de klacht betrekking heeft op een handeling waarvoor al een klacht is ingediend, die volgens de bepalingen van de ordonnantie is behandeld;
- Indien de klacht betrekking heeft op een handeling waarvan het laatste feit dateert van meer dan zes maanden voor de indiening van de klacht;
- Indien het belang van de klachtindiener kennelijk onvoldoende is.

Bovendien moet de identiteit van de klachtindiener gekend zijn, zodat anonieme klachtenbrieven niet ontvankelijk zijn.

Artikel 6 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 29 september 2005 tot regeling van de werking van een klachtendienst in het ministerie en de instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest beschrijft hoe en binnen welke termijn de klachten moeten worden onderzocht en behandeld:
1. Ontvangstbevestiging aan de klachtindiener : Binnen tien dagen na ontvangst van de klacht bevestigt de klachtendienst schriftelijk de ontvangst ervan aan de indiener en brengt hij die laatste ervan op de hoogte of ze ontvankelijk is. Ook wanneer de klachtendienst niet bevoegd is om de klacht te behandelen, wordt de indiener binnen tien dagen hiervan op de hoogte gebracht.
2. Verzending van de klacht naar de betrokken dienst : Indien de klacht ontvankelijk is, brengt de klachtendienst de administratieve dienst of het personeelslid waartegen klacht werd ingediend, schriftelijk op de hoogte binnen tien dagen na ontvangst van de klacht.
3. Uitleg en voorstellen voor oplossingen van de betrokken dienst : Bij de verzending van de klacht naar de betrokken dienst vraagt de klachtendienst om binnen twintig dagen uitleg en een voorstel van oplossing te bezorgen, beide schriftelijk. Als het bezorgde antwoord niet bevredigend is, probeert de klachtendienst in overleg met de dienst een oplossing te vinden.
4. Een definitief antwoord wordt aan de klachtindiener bezorgd : Het definitieve antwoord moet binnen zestig dagen na de ontvangst van de klacht aan de indiener worden bezorgd en bevat alle informatie en de gemotiveerde beslissing of, in voorkomend geval, de gemotiveerde weigering wegens de ongegrondheid van de klacht.


Vanuit mijn bevoegdheid voor het imago van Brussel en het toerisme kan ik u de volgende elementen van antwoord verstrekken:

- Screen.brussels:

Reglement inzake neutraliteit: Screen.brussels beschikt niet over een specifiek reglement ter zake.

Personeel front en back office: Screen.brussels fund vzw werkt in de audiovisuele sector en het cliënteel bestaat uit ondernemingen (B2B). De drie voltijdse equivalenten zijn zowel back als front office en dragen geen uiterlijke tekenen van hun levensovertuiging.

Sancties bij niet-naleving: niet van toepassing.
Klachten: geen.

Procedure om klacht in te dienen: niet van toepassing.

- Visit.brussels:

Reglement inzake neutraliteit :In overeenstemming met het arbeidsreglement van visit is het dragen van uiterlijke tekenen van godsdienstige, filosofische of politieke overtuiging verboden op de werkplek wanneer er contact is met het publiek.

Personeel front en back office :Visit heeft een personeelsbestand van ongeveer 22 bedienden als front office. Aangezien zij in contact staan met het cliënteel is het dragen van uiterlijke tekenen van godsdienstige, filosofische of politieke overtuiging voor hen verboden.

De medewerkers dragen een uniform. Er bestaat een tolerantie voor het personeel van de back office.

Sancties bij niet-naleving: een waarschuwingsbrief.

Klachten: tot nog toe werd geen enkele klacht ingediend.

Procedure om klacht in te dienen: Aangezien de arbeidsregels duidelijk zijn en omdat visit tot nog toe niet met deze situatie te maken heeft gekregen, is hiervoor geen specifieke procedure voorzien.


Over de openbare instellingen die vallen onder mijn bevoegdheid voor territoriale ontwikkeling en stadsvernieuwing kan ik het volgende meedelen.

- Voor wat de GOB betreft:

Artikel 8, eerste lid van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 maart 2018 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de gewestelijke overheidsdiensten van Brussel bevat de geldende regels voor de GOB: “De ambtenaar behandelt de gebruikers van zijn diensten met welwillendheid. In de manier waarop hij de vragen van de gebruikers beantwoordt of waarop hij de dossiers behandelt, eerbiedigt hij op een strikte manier de beginselen van neutraliteit, van gelijkheid in behandeling en van naleving van de wetten, de reglementen en de richtlijnen. ”

Bovendien bepaalt het arbeidsreglement van de GOB het volgende: Alle personeelsleden verbinden zich ertoe in alle omstandigheden de neutraliteit van de openbare dienstverlening en de gelijke behandeling van de burgers in acht te nemen. ”

Officieel bestaan front-office en back-office bij de GOB niet als werkbegrippen. Voor talrijke dienstbetrekkingen lopen deze functies overigens dooreen.

We kunnen wel de staat opmaken van functies die vaak met het publiek in contact treden. Het merendeel van die functies wordt uitgeoefend door 231 personen. Het volledige aantal personeelsleden dat met het publiek in contact komt, zal dus een beetje hoger liggen.

Artikel 286 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 maart 2018 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de gewestelijke overheidsdiensten van Brussel voorziet in de volgende tuchtstraffen:
1° de terechtwijzing;
2° de inhouding van wedde;
3° de verplaatsing bij tuchtmaatregel;
4° de tuchtschorsing;
5° de lagere inschaling;
6° de terugzetting in graad;
7° het ontslag van ambtswege;
8° de afzetting.

De klachtendienst van de GOB heeft geen klachten ontvangen over schendingen van het neutraliteitsbeginsel bij onze besturen.

Voor klachten bestaat er een wettelijke procedure die beschreven staat in de ordonnantie van 3 april 2003 betreffende de oprichting van een interne klachtendienst in de administratieve diensten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en in het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 29 september 2005 tot regeling van de werking van een klachtendienst in het ministerie en de instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. De klachtendienst van de GOB behandelt enkel klachten over administratieve diensten van de GOB. Indien een klacht die eigenlijk bedoeld is voor een andere, al dan niet Brusselse instelling bij de klachtendienst van de GOB terechtkomt, wordt de indiener ervan op de hoogte gebracht dat deze dienst niet bevoegd is en wordt hij doorverwezen naar de bevoegde dienst.

Voor elk ingediend dossier wordt nagegaan of het ontvankelijk is ofwel eventueel moet worden geweerd in het licht van de drie uitsluitingsgronden overeenkomstig artikel 7 van de ordonnantie van 3 april 2003 betreffende de oprichting van een interne klachtendienst in de administratieve diensten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest:
- Indien de klacht betrekking heeft op een handeling waarvoor al een klacht is ingediend, die volgens de bepalingen van de ordonnantie is behandeld;
- Indien de klacht betrekking heeft op een handeling waarvan het laatste feit dateert van meer dan zes maanden voor de indiening van de klacht;
- Indien het belang van de klachtindiener kennelijk onvoldoende is.

Bovendien moet de identiteit van de klachtindiener gekend zijn, zodat anonieme klachtenbrieven niet ontvankelijk zijn.

Artikel 6 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 29 september 2005 tot regeling van de werking van een klachtendienst in het ministerie en de instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest beschrijft hoe en binnen welke termijn de klachten moeten worden onderzocht en behandeld:
1. Ontvangstbevestiging aan de klachtindiener : Binnen tien dagen na ontvangst van de klacht bevestigt de klachtendienst schriftelijk de ontvangst ervan aan de indiener en brengt hij die laatste ervan op de hoogte of ze ontvankelijk is. Ook wanneer de klachtendienst niet bevoegd is om de klacht te behandelen, wordt de indiener binnen tien dagen hiervan op de hoogte gebracht.
2. Verzending van de klacht naar de betrokken dienst : Indien de klacht ontvankelijk is, brengt de klachtendienst de administratieve dienst of het personeelslid waartegen klacht werd ingediend, schriftelijk op de hoogte binnen tien dagen na ontvangst van de klacht.
3. Uitleg en voorstellen voor oplossingen van de betrokken dienst : Bij de verzending van de klacht naar de betrokken dienst vraagt de klachtendienst om binnen twintig dagen uitleg en een voorstel van oplossing te bezorgen, beide schriftelijk. Als het bezorgde antwoord niet bevredigend is, probeert de klachtendienst in overleg met de dienst een oplossing te vinden.
4. Een definitief antwoord wordt aan de klachtindiener bezorgd : Het definitieve antwoord moet binnen zestig dagen na de ontvangst van de klacht aan de indiener worden bezorgd en bevat alle informatie en de gemotiveerde beslissing of, in voorkomend geval, de gemotiveerde weigering wegens de ongegrondheid van de klacht.

- Voor wat citydev.brussels betreft :

1. Citydev.brussels heeft geen intern reglement hierover en beroept zich bijgevolg op het algemene neutraliteitsbeginsel bij het openbaar ambt zonder die neutraliteit als exclusief of inclusief te bestempelen.
2. 8 personen bekleden een front-office functie en 136 personen een back-office functie. Citydev.brussels heeft nog nooit dergelijke problemen met zijn werknemers gehad.
3. Citydev.brussels heeft geen reglement daarover.
4. Geen. Citydev beschikt niet over een dienst daarvoor.

- Voor wat urban.brussels betreft :

1. Artikel 8 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 maart 2018 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de gewestelijke overheidsdiensten van Brussel is eveneens van toepassing op urban.brussels, omdat het een Brusselse gewestelijke overheidsdienst is. De bepalingen van dat besluit zijn ook overgenomen in het arbeidsreglement.
2. Front-office: 10% en back-office: 90%.
De front-office en back-office medewerkers worden gelijk behandeld.
3. Artikel 286 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 maart 2018 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de gewestelijke overheidsdiensten van Brussel voorziet in de volgende tuchtstraffen:
1° de terechtwijzing;
2° de inhouding van wedde;
3° de verplaatsing bij tuchtmaatregel;
4° de tuchtschorsing;
5° de lagere inschaling;
6° de terugzetting in graad;
7° het ontslag van ambtswege;
8° de afzetting.
4. Sinds de oprichting van urban.brussels (7 juli 2017) is nog geen enkele klacht wegens schending van het neutraliteitsbeginsel ingediend.
5. Klachten kunnen worden ingediend bij de bemiddelingsdienst van urban op volgend adres plainte-bup@urban.brussels (meer uitleg over de manier waarop dat moet gebeuren staat op de website van urban.brussels).

- Voor wat perspective.brussels betreft :

perspective.brussels houdt zich aan de regelgeving in verband met het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Het arbeidsreglement van perspective.brussels neemt onder meer artikel 8 van het administratief statuut en de bezoldigingsregeling over. Daarin is het volgende bepaald: “De ambtenaar behandelt de gebruikers van zijn diensten met welwillendheid. In de manier waarop hij de vragen van de gebruikers beantwoordt of waarop hij de dossiers behandelt, eerbiedigt hij op een strikte manier de beginselen van neutraliteit, van gelijkheid in behandeling en van naleving van de wetten, de reglementen en de richtlijnen. Zelfs buiten de uitoefening van zijn ambt vermijdt de ambtenaar elk gedrag dat in strijd is met de waardigheid van zijn ambt. Hij vermijdt evenzeer elke toestand waarbij hij, zelfs door een tussenpersoon, in verband zou kunnen gebracht worden met bezigheden die in strijd zijn met de waardigheid van zijn ambt.”

In het arbeidsreglement is bepaald dat “de personeelsleden bij de uitoefening van hun functie het neutraliteitsbeginsel in acht dienen te nemen. Dat betekent dat ze in hun houding of gedrag ten aanzien van de gebruikers van hun diensten en hun collega’s blijk behoren te geven van een gelijke behandeling.”

Momenteel maken vier personen deel uit van de front-office en 146 personen van de back-office. De medewerkers van de front-desk en de back-office moeten het arbeidsreglement op dezelfde manier naleven.

Volgens de tuchtregeling van perspective.brussels kunnen medewerkers die zich niet houden aan het arbeidsreglement, een van de tuchtstraffen krijgen die vastgelegd zijn in het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, meer bepaald:
1. Terechtwijzing;
2. Inhouding van wedde;
3. Verplaatsing bij tuchtmaatregel;
4. Tuchtschorsing;
5. Lagere inschaling;
6. Terugzetting in graad;
7. Ontslag van ambtswege;
8. Afzetting.

perspective.brussels heeft tot op heden nog geen enkele klacht wegens schending van het neutraliteitsbeginsel ontvangen.