Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de uitstroom van leerlingen zonder diploma - impact coronacrisis.

Indiener(s)
Bianca Debaets
aan
Rudi Vervoort, Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke regering, belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de Promotie van het Imago van Brussel en Biculturele Zaken van gewestelijk Belang (Vragen nr 393)

 
Datum ontvangst: 16/10/2020 Datum publicatie: 10/12/2020
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 20/21 Datum antwoord: 10/12/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
26/10/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Ondanks de vele inspanningen die geleverd worden om het onderwijs in Brussel te promoten en verder te versterken, blijft het helaas onvermijdelijk dat sommige jongeren – ondanks beschermende maatregels zoals de leerplicht – hun schoolopleiding niet afwerken en uit het systeem verdwijnen.

In het regeerakkoord van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering werd hierover een paragraaf opgenomen omtrent ‘het voorkomen dat jongeren in moeilijkheden afhaken op school en de strijd tegen schoolsegregatie.’ Daarin wordt onder meer gewag gemaakt van het feit dat 45% van de Brusselse leerplichtige jongeren risico loopt op schooluitval. Daarbij zou 15% tot 20% van de jongeren effectief de school verlaten zonder diploma secundair onderwijs.

In het kader van de strijd tegen schooluitval trekt de Regering bijna 7,5 miljoen euro uit voor 440 projecten over de periode 2019-2021 waarbij bijzondere aandacht wordt hierin geschonken aan kansarme milieus en ouderparticipatie. De Dienst Scholen van perspective.brussels staat in voor de uitvoering en opvolging van al deze projecten.

Er wordt een onderscheid dat gemaakt tussen Preventieprogramma tegen Schoolverzuim (PSV), goed voor 5.852.609 euro en Programma voor de begeleiding van kinderen en jongeren bij hun scholing en burgerzin (PBSB) goed voor 1,5 miljoen euro.

Vandaar dat ik u graag volgende vragen stel:

- Hoeveel leerlingen zijn in de verschillende programma's betrokken? Wat waren de belangrijkste oorzaken van hun deelname? Welke evolutie neemt u waar in de cijfers aangaande deze programma’s? Wat zijn de resultaten van de projecten?

- Hoeveel leerplichtige leerlingen in het Nederlandstalig en Franstalig onderwijs in Brussel overschrijden de grens van dertig halve dagen in het voltijds en twintig halve dagen onwettige afwezigheid in het deeltijds onderwijs? Hoe werd dit opgevolgd tijdens de lockdown?

- Hoeveel leerplichtige jongeren waren in het schooljaar 2018-’19 en ’19-20’ in geen enkele school ingeschreven, ofwel erkend door de Vlaamse of Franse Gemeenschap?

- Op welke manier werkt u samen met de Gemeenschappen, in het bijzonder met de gemeenschappelijke cel van de Vlaamse en Franse Gemeenschap in Brussel die de controle uitvoert op de inschrijving aan een school van jongeren die gedomicilieerd zijn in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest?

- Op welke manier gebeurt de uitwisseling van de controle en uitwisseling van gegevens? Welke rol neemt het Gewest daarin op?

- Hoe worden de resultaten geëvalueerd van de projecten die reeds afgerond zijn? Welke good practices, werkpunten en tekortkomingen neemt u mee naar volgend programma?

- Welke impact had de coronacrisis op de werking van de dienst scholen van perspective.brussels?
 
 
Antwoord    Op 26 april 2018 hechtte de Brusselse Regering haar goedkeuring aan de hervorming van het gewestelijk beleid tegen schooluitval en belastte daartoe de dienst Scholen van perspective.brussels met het beheer van drie programma’s van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest om schoolverzuim tegen te gaan, hetzij de PSV (Preventie Schoolverzuim), de PBSB (Begeleiding van kinderen en jongeren bij hun scholing en burgerzin ) en de gemeentelijke plannen tegen schooluitval (voorheen prioriteit 4 preventie schoolverzuim van de lokale buurt- en preventieplannen).
- De begunstigden van de PVV-subsidies zijn de scholen van de drie netten van de 19 gemeenten en de beide Gemeenschappen.
- De begunstigden van de PBSB-subsidies zijn de Franstalige en Nederlandse verenigingen ter zake.
- En de begunstigden van het derde luik zijn de Brusselse gemeenten.


Participatie en resultaten van de drie programma’s.

PSV: De PSV is een driejarig programma en de huidige projecten lopen over de periode van september 2018 tot september 2021. Jaarlijks wordt een tussentijdse evaluatie gevraagd. De eindevaluatie gebeurt eind 2021.
Wij kunnen de volgende cijfers meegeven over de deelname in 2018-2019:
- 233 Franstalige scholen hebben gebruik gemaakt van de PSV (schoolpopulatie 99.931);
- 40 Nederlandstalige scholen hebben gebruik gemaakt van de PSV (schoolpopulatie 16.256);
- 23.373 leerlingen namen deel aan de PSV-projecten langs Franstalige kant;
- 4.137 leerlingen namen deel aan de PSV-projecten langs Nederlandstalige kant;
- 14.599 deelnemers hadden afgehaakt en 23.344 deelnemers hebben minstens een jaar achterstand;
- Participatiegraad aan Franstalige kant: 23,39%;
- Participatiegraad aan Nederlandstalige kant: 25%.

Globaal gezien, neemt zo goed als 50% van de Brusselse scholen deel aan de PSV, 10 % van de Brusselse leerlingen.

De resultaten van de PSV worden beoordeeld aan de hand van resultaatsindicatoren die door de begunstigde per project worden vastgesteld. Er is één indicator die in alle projecten aan bod komt: dat is de aanwezigheidsgraad van de kinderen en jongeren. Het is belangrijk om weten dat de doelgroep geen hele klassen of scholen omvat, maar wel personen uit kwetsbare milieus. De participatiegraad wordt berekend voor elk project, het globale percentage streeft naar “100%” omdat het slechts zelden gebeurt dat een leerling die voor een workshop is ingeschreven afwezig is, behalve door ziekte. Bovendien willen veel workshops uitbreiden vanwege de grote vraag.

Voor de projecten gericht op leerachterstand, de huiswerkbegeleiding, worden eveneens vaak de volgende resultaatsindicatoren gebruikt.
- De aandacht en concentratie in de klas, de waardering en het zelfvertrouwen, de belangstelling voor het lezen;
- Het slaagpercentage voor externe evaluaties en de afsluitende proef na het lager onderwijs.
- De resultaten in de klas, het niveau van de woordenschat en het gesproken Frans/Nederlands, het gedrag, de algemene sfeer tijdens de middagpauze, de kwaliteit van de overstap van de kleuterschool naar het lager onderwijs (houding van de kinderen);
- De tevredenheid van de kinderen via tevredenheidsenquêtes;

Uit de analyse van de beoordelingen door de Dienst Scholen blijkt:
- Een stipte aanwezigheid van de leerlingen
- Betere resultaten voor de afsluitende proef van het lager onderwijs
- De tevredenheid van de leerlingen, die stellen dat hun resultaten verbeterd zijn en dat ze de leerstof beter begrijpen.

Voor de overige projecten op het vlak van kunst, sport en burgerschap worden ook de volgende resultaatsindicatoren gebruikt:
- De verwezenlijking van meerdere werken op de aangewezen plaatsen
- De opvolging van gevallen van geweld of ongevallen op de speelplaats
- Opvolging van het aantal klachten voor pesten

Uit de analyse van de beoordelingen door de Dienst Scholen blijkt een vermindering van het aantal klachten voor pesten en van de ongevallen en van het geweld op de speelplaats.

PBSB: het beleid ter ondersteuning van activiteiten die erop gericht zijn kinderen en jongeren te begeleiden bij hun scholing en hen burgerzin bij te brengen (PBSB) ontstond in 2017 en beoogt de betoelaging van projecten die de schooluitval aanpakken in actieve VZW’s in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

De eerste projectoproep 2017-2018 bereikte 1855 leerlingen en jongeren.

Voor de oproep 2019-2021 lopen de projecten over drie jaar. Wij beschikken nog niet over de definitieve cijfers voor die oproep.

De resultaten van het PBSB worden beoordeeld aan de hand van resultaatsindicatoren die door de begunstigde per project worden vastgesteld. We vinden ook hier de volgende resultaatsindicatoren voor de huiswerkbegeleiding:
- Verbetering van de schoolresultaten en van de slaagcijfers voor de afsluitende proef na de lagere school;
- De tevredenheid van de leerlingen.

Uit de analyse van de beoordelingen door de Dienst Scholen blijken de volgende elementen:
- Er wordt een verbetering van de schoolresultaten vastgesteld bij de meeste deelnemers op basis van de rapport en van de return van de leerkrachten;
- De slaagcijfers voor de afsluitende proef na de lagere school verbeteren bij de meeste deelnemers.
- Een beter begrip van de leerstof;
- De tevredenheid van de leerlingen werd aangetoond via tevredenheidsenquêtes en mondelinge feedback.

Voor de stageprojecten zijn de resultaatsindicatoren:
- Diverse verwezenlijkingen door de kinderen tijdens de stage;
- De tevredenheid van de leerlingen;
- De versterking van het zelfvertrouwen.

Uit de analyse van de beoordelingen door de Dienst Scholen blijkt dat de voorziene verwezenlijkingen ook gebeuren en dat de tevredenheid bij de deelnemers groot is. Dit is gemeten langs enquêtes en via de return vanwege de kinderen en de animatoren.

De
gemeentelijke plannen tegen schooluitval : Deze beleidsmaatregel bouwt op de prioriteit betreffende de schooluitval in de lokale buurt- en preventieplannen (LPBP). Meer gegevens over de gemeentelijke projecten in verband met de aanpak van de schooluitval voor de periode 2016-2019 kunnen worden opgevraagd bij Brussel Preventie & Veiligheid.

De overname van de pijler schooluitval door de Dienst Scholen van Perspective.Brussels werd effectief op 1 januari 2020. Aangezien de lokale acties 2020 voor de preventie schoolverzuim pas begin 2021 geëvalueerd worden, kunnen wij hierover op dit ogenblik geen cijfers geven.


Cijfers over afwezigheden en inschrijvingen

Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest beschikt niet over dit soort informatie. De opvolging van de afwezigheden en van de inschrijvingen gebeurt op het niveau van de Gemeenschappen. De diensten AGODI (Vlaamse Gemeenschap) en de Service du Droit à l’instruction (Federatie Wallonië Brussel) zijn hiervoor de referenten. Bovendien moet ook worden opgemerkt dat de afwezigheidsquota niet dezelfde zijn in de twee Gemeenschappen.

Sinds 2008 bestaat er een samenwerkingsprotocol tussen beide Gemeenschappen voor wat betreft gezamenlijke engagementen voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Toen is eveneens een verbintenisverklaring ondertekend door het Brussels Gewest en de 19 gemeenten met het oog op samenwerking rond de controle op de schoolplicht.

Er bestaan op dit moment geen gegevens die het mogelijk maken een louter gewestelijk beeld te schetsen van het schoolverzuim. De Vlaamse Gemeenschap en de FWB hebben elk hun eigen indicatoren die een gemeenschapsgebonden beeld van het schoolverzuim opleveren. Soms, maar niet systematisch is het mogelijk om tot aparte bevindingen te komen voor het grondgebied van het BHG Een nuttige hedendaagse indicator is die voor een schoolachterstand van minstens twee jaar, die voor elke gemeente beschikbaar is.

In de gewestelijke strategie tegen het schoolverzuim staat ook de doelstelling dat over gewestelijke cijfers beschikt moet kunnen worden inzake schoolverzuim. Daarom heeft het BISA tot de beide Gemeenschappen een vraag gericht om cijfers te krijgen en Brusselse indicatoren te ontwikkelen over het schoolverzuim.

Daarnaast heeft het Brussels Gewest de intentie de contacten te faciliteren en een betere coördinatie tussen de verschillende betrokken diensten te stimuleren. De gemeenten zijn in 2019 door het Gewest verzocht om mee te werken aan de controleprocedure met betrekking tot de leerplicht voor de beide Gemeenschappen. De Dienst Scholen is ermee belast een overleg op te starten met de Gemeenschappen om tot een duidelijk werkproces te komen tussen de gemeenschappen en de Brusselse gemeentediensten.


Evaluatie van projecten en programma’s

Aangezien
voor de pijler schooluitval de lokale acties 2020 voor de preventie schoolverzuim pas begin 2021 geëvalueerd worden, kunnen wij hierover op dit ogenblik dus geen cijfers geven. Voor de volgende driejarige periode 2022-2024 werken wij aan de omschrijving van opdrachten voor de Brusselse gemeenten.

Voor het PBSB is er voor PBSB 2018 een eindbeoordeling gebeurd. Deze evaluatie gebeurde op basis van de beoordelingsrapporten die per project door de begunstigde vzw’s worden doorgestuurd.

Op basis van de daaraan verbonden vaststellingen is de projectoproep voor PBSB 2018-2021 aangepast. Zo zijn we ook overgestapt naar een driejarige periode. De prioriteiten van deze nieuwe projectoproep zijn herschikt naar de ondersteuning van vernieuwende projecten en de betrokkenheid van de ouders toe. De tussentijdse evaluaties zijn uitgevoerd en dat zal ook verder gebeuren. Op het einde van de driejarige periode is ook een globale beoordeling voorzien. De tussentijdse beoordelingen zullen alvast dienen om eventueel de toekomstige projectoproep PBSB 2022-2024 aan te passen. Hier wordt over nagedacht.

Voor de PSV berust de evaluatie van de basismaatregel ook op de individuele evaluaties van elk project afzonderlijk. Deze evaluaties zijn kwalitatief, kwantitatief, administratief en financieel. Momenteel loopt de driejarige periode 2018-2021. Wij beschikken dus over de tussentijdse beoordelingen van de projecten (cfr. antwoord op vraag 1). Op het einde van de driejarige periode is eveneens een globale beoordeling voorzien.

Voor de volgende projectoproep (driejarige periode 2021-2024) wensen wij te werken aan de aard van de projecten die voor betoelaging in aanmerking komen. Momenteel financiert de PSV in hoofdzaak preventiemaatregelen om de schooluitval tegen te gaan (proactief). Er wordt voorgesteld dit werkgebied uit te breiden en eveneens te voorzien in (reactieve) interventiemaatregelen en in compensatiemaatregelen (bij het definitief afhaken op school).


Impact van de gezondheidscrisis op de werking van de Dienst Scholen

De Dienst Scholen van perspective.brussels is normaal blijven doorwerken. De dienst heeft er in de context van de schooluitval zelfs twee opdrachten bijgekregen in verband met de post-COVOD relance van de Brusselse Regering.

De Regering heeft immers de opvang van het schoolverzuim toegevoegd aan haar prioriteiten. Ze besliste daartoe een uitzonderlijk budget vrij te maken
- Van 312.500 € om een projectoproep uit te schrijven voor de versterking van de PSV. Deze oproep is opengesteld voor de secundaire scholen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest met een PSV-subsidie binnen de programmering 2018-2021, voor de nieuwe secundaire scholen van het BHG die zijn geopend sinds april 2017 (de lancering van de projectoproep PSV 2018-2021) en voor secundaire scholen waarvan de basisschool al een PSV-toelage krijgt binnen de programmering 2018-2021.
- De projecten worden in de scholen zelf uitgewerkt of in samenwerking met een externe partner van september 2020 tot december 2021.
- Hiervoor bestaat een budget van 1.500.000 euro om de lokale opvang van het schoolverzuim te versterken via de aanwerving van een VTE per gemeente voor de periode van 1 september 2020 tot 31 december 2021.

De Dienst Scholen is steeds in contact gebleven met de begunstigden van de subsidies voor de aanpak van de schoolmoeheid en blijft dat ook doen. De Dienst houdt de vinger aan de pols voor de problemen die zich in deze periode hebben voorgedaan en past zich voor zover dat mogelijk is aan de vraag van de begunstigden aan:
- Een aantal projecten is afgevoerd om de plaats te laten aan andere initiatieven die beter passen binnen de regels die de gezondheidscrisis met zich meebrengt;
- Bepaalde projecten zijn aangepast aan de context;
- Voor andere projecten is dan weer de activiteitenkalender aangepast.