Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende het overgewicht van de honden en katten in Brussel.

Indiener(s)
Jonathan de Patoul
aan
Bernard Clerfayt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Werk en Beroepsopleiding, Digitalisering, Plaatselijke Besturen en Dierenwelzijn (Vragen nr 497)

 
Datum ontvangst: 27/10/2020 Datum publicatie: 18/01/2021
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 20/21 Datum antwoord: 02/12/2020
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
13/11/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Op 14 oktober jongstleden vernamen we in de pers dat in België meer dan de helft van de honden en katten overgewicht hebben en talrijke dierenartsen merken op dat dit een groeiende tendens is.

Dit overgewicht wordt verklaard door twee hoofdoorzaken: een gebrek aan beweging en een antropocentrisch eetpatroon dat niet aangepast is aan de specifieke behoeften van deze dieren, de tafelrestjes worden hier in het bijzonder geviseerd.

Een ander probleem houdt in dat 7 op de 10 Belgische baasjes van mening zijn dat hun gezelschapsdier het ideale gewicht heeft. Het betreft dus een ernstige inschattingsfout en een gebrek aan het zich bewust zijn van het lijden dat een dergelijke fysieke toestand voor het dier kan veroorzaken. Het betreft onder andere, artrose, diabetes, urinewegeninfecties, huidproblemen omdat het dier zich nog moeilijk zelf kan wassen, enz. Deze dieren worden dus echt mishandeld ook al gebeurt dit in de meeste gevallen onopzettelijk. Tot slot wijzen studies uit dat, behalve het lijden, de honden met overgewicht gemiddeld 2,5 jaar minder lang leven in vergelijking met de honden met een ideaal gewicht.

Rekening houdend met deze elementen, graag een antwoord op volgende vragen:

1. Welke zijn de preventiemiddelen en de bestaande vectoren ter sensibilisering van de baasjes teneinde een gezonde en evenwichtige voeding te bevorderen voor de honden en de katten te Brussel?

2. Komt deze specifieke problematiek aan bod in de denktank betreffende de Code voor het dierenwelzijn die thans lopende is?

3. Zou het niet opportuun zijn, in navolging van Wallonië, een vergunning voor het houden van een dier in te voeren die kosteloos en zonder examen verkregen kan worden en waarbij documenten op het vlak van voeding en beweging voor de dieren worden meegegeven?
 
 
Antwoord    Vraag 1

Preventie voor alle soorten pathologieën, met inbegrip van obesitas, gebeurt bij de dierenarts. De behandeld dierenarts is de belangrijkste gesprekspartner voor de gezondheid van gezelschapsdieren.

Op de website van Leefmilieu Brussel staan eveneens adviezen van de Brusselse Raad voor Dierenwelzijn in verband met de minimumnormen voor honden en katten, alsook infofiches over de manier waarop beide soorten verzorgd moeten worden. In een rubriek over voeding wordt de problematiek behandeld met een oproep om de dierenarts te raadplegen. De dierenarts kan de voeding (kwaliteit, hoeveelheid, soort) op maat aanpassen in functie van het ras, de leeftijd, het geslacht, de gezondheidstoestand van het dier, ...


Vraag 2

De Brusselse Raad voor Dierenwelzijn heeft adviezen verstrekt over de minimumnormen voor het houden van dieren (voeding inbegrepen) voor verschillende soorten, opdat deze in wetgeving zouden kunnen worden omgezet. De mogelijkheid om bepaalde specifieke overwegingen in verband met het overgewicht van dieren erin op te nemen, zou onderzocht kunnen worden.


Vraag 3

A priori leent het Waalse model voor een vergunning om een dier te houden zich daar niet toe, aangezien het automatisch en digitaal uitgereikt wordt aan iedere meerderjarige persoon.

Hondenfokkers moeten advies verstrekken in verband met de verzorging en de opvoeding van de puppy’s die ze verhandelen. De asielen moeten een vragenlijst doornemen met de kandidaten voor adoptie.

Aangezien de burgers reeds alle tools tot hun beschikking hebben en een beroep kunnen doen op hun dierenarts voor kwaliteitsvol advies, lijkt het gepaster om de baasjes van dieren te sensibiliseren om zich correct te informeren en hun dieren, na rijp beraad, aan te kopen bij bekwame personen.