Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffendede ontwikkeling van het Sportkadaster en de voorlopige resultaten van de territoriale diagnoses van het Sportkadaster.

Indiener(s)
Mathias Vanden Borre
aan
Rudi Vervoort, Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke regering, belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de Promotie van het Imago van Brussel en Biculturele Zaken van gewestelijk Belang (Vragen nr 412)

 
Datum ontvangst: 10/11/2020 Datum publicatie: 08/01/2021
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 20/21 Datum antwoord: 08/01/2021
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
16/11/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest besloot in het jaar 2012 een sportkadaster op te stellen en op deze manier de precieze stand van zaken betreffende de sportinfrastructuur op Brussels grondgebied te weten te komen. Het sportkadaster heeft namelijk tot doel een betrouwbaar beeld te geven van de precieze noden in de verschillende Brusselse gemeenten en moet als begeleidingstool dienen voor de Brusselse regering om verdere beslissingen in het kader van subsidiëringen te onderbouwen en te sturen.

Na een eerder gefaald project door de vzw PEPS-SPORT, startte de Sportcel van perspective.brussels haar werkzaamheden op 15 mei 2019. De cel zet het eerder opgestarte werk voort en legt zich prioritair toe op het kadaster. In de zomer van 2019 werd een dienstopdracht voor de opmaak van het kadaster gegund aan de onderneming Tipik, die daarmee begin september 2019 van start ging. De tool zou in de loop van het tweede semester van 2020 klaar moeten zijn.

Onlangs verklaarde de minister-president in juni dat er “omwille van de gezondheidssituatie (in onderlinge overeenstemming met de dienstverlener en zonder bijkomende kosten) werd beslist om de opdracht met anderhalve maand te verlengen” en dat de Sportcel “deze zomer een belangrijke inspanning zal leveren om de gegevens in te voeren, te checken en over te hevelen om ervoor te zorgen dat het kadaster zo volledig mogelijk is”.

Ik heb de minister-president daarom schriftelijk ondervraagd naar een stand van zaken. Op 14 oktober antwoordde de minister-president dat “het platform sport.brussels zich momenteel bijna aan het einde van de ontwikkelingsfase bevindt en dat zeer binnenkort de productiefase van start gaat”. Volgens de minister-president is het de bedoeling om het platform in oktober operationeel te maken.

Daarnaast gaf de minister-president mee dat voor de verwerking van de sportgegevens, de Sportcel van de bestanden over de sportinfrastructuur en -organisaties naar de 19 gemeenten stuurde, zodat zij die konden controleren en eventueel aanvullen. De gemeenten moesten die documenten tegen 4 september 2020 terugsturen.

Tot slot antwoordde de minister-president dat “het sportkadaster nu al ten dele wordt gebruikt bij onderzoekswerk voor de opmaak van territoriale diagnoses en het aantoont dat er in bepaalde delen van het Brussels gewest een gebrek en nood is aan sportactiviteiten”.

In dat verband heb ik de volgende vragen:

- Hebben alle gemeenten de documenten m.b.t de sportinfrastructuur en -organisaties ondertussen opnieuw verstuurd naar de Sportcel? Indien neen, welke gemeenten hebben nog niet gereageerd en wat zijn de gevolgen de ontwikkeling van de gegevensbank?

- Bij het schrijven van deze vraag zijn we ondertussen al halverwege oktober. Is het doel van de minister-president nog steeds om het platform deze maand operationeel te maken?

- In welke delen van het Brussels gewest is er een gebrek en nood aan sportactiviteiten? Over welke sportactiviteiten gaat het?
 
 
Antwoord    Hierna vindt u reeds een retroplanning als antwoord op uw eerste vraag over de deelname van de gemeenten aan de verificatie van de gegevens.

Op 13 augustus jongstleden heeft de Sportcel de 19 Brusselse gemeenten gevraagd om de gegevens van het kadaster in verband met de sportvoorzieningen en -organisaties die op hun grondgebied aanwezig zijn te controleren. Als uiterste datum voor deze verificatie werd 4 september vastgesteld. Na deze eerste contactopname volgden nog drie herinneringen, hetzij per mail hetzij per telefoon.

Omdat de gemeenten ons ervan op de hoogte brachten dat ze met een enorme werklast kampten omwille van het begin van het schooljaar en de gezondheidsprotocollen, kwamen we overeen om de uiterste datum te verplaatsen naar 16 september.

Tot nu toe is er ten minste één contact geweest met elk van de 19 gemeenten, maar helaas hebben ze niet allemaal uitvoerig op het verzoek gereageerd.

Deze verschillen in reactie, beschikbaarheid en precisie, die toe te schrijven zijn aan verschillende redenen waar moeilijk vat op te krijgen is, hebben de Sportcel gedwongen om zelf de gegevens voor bepaalde gemeenten te herwerken.

Niettemin kan ik u meedelen dat al deze gegevens nu in de gegevensbank en op de website van sport.brussels ingevoerd zijn, niettegenstaande een reeks technische problemen die de invoer ervan bemoeilijkt hebben.

Momenteel hebben alle ingevoerde gegevens betrekking op meer dan 1500 clubs, meer dan 1000 voorzieningen en meer dan 250 verschillende sportdisciplines. Het gaat daarbij om algemene gegevens, de meer precieze gegevens zullen na het opstarten van sport.brussels nog door de beheerders zelf moeten worden aangevuld.

Wat de communicatie over de website en het kadasterinstrument betreft, heb ik, met name omwille van de aanhoudende gezondheidssituatie en de daarmee gepaard gaande beslissingen om alle sportvoorzieningen te sluiten, besloten om de lancering van sport.brussels uit te stellen.

De communicatiecampagne is klaar en zal gelanceerd worden zodra de gezondheidssituatie toelaat dat de burgers in alle veiligheid opnieuw toegang tot de sportvoorzieningen kunnen hebben. Dit biedt de Sportcel en de dienstverlener de mogelijkheid om het instrument op punt te stellen.

Wat de tekorten en behoeften betreft die in het Brussels Gewest vastgesteld worden, is het nu al mogelijk bepaalde tendensen op het niveau van het Gewest en dat van de gemeenten aan te duiden. Wanneer het instrument voltooid zal zijn, zal het de Sportcel in staat stellen de gegevens nauwkeuriger te analyseren om een volledige inventaris van het sportaanbod en de infrastructuren op te stellen. Deze oefening zal overigens jaarlijks uitgevoerd en aan de Regering voorgelegd worden.