Schriftelijke vraag betreffende de toepassing van het Gezamenlijk decreet en ordonnantie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en de Franse Gemeenschapscommissie betreffende de openbaarheid van bestuur bij de Brusselse instellingen.
- Indiener(s)
- Sadik Köksal
- aan
- Sven Gatz, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt, de Promotie van Meertaligheid en van het Imago van Brussel (Vragen nr 208)
Datum ontvangst: 29/10/2020 | Datum publicatie: 14/01/2021 | ||
Zittingsperiode: 19/24 | Zitting: 20/21 | Datum antwoord: 15/12/2020 |
Datum | behandeling van het stuk | Indiener(s) | Referentie | Blz. |
16/11/2020 | Ontvankelijk | p.m. |
Vraag | Het gezamenlijk decreet en ordonnantie van 16/05/2019 (BS 7/06/2020) heeft tot doel om de bestuurlijke transparantie te versterken door de toegang tot bestuursdocumenten en milieu-informatie te vergemakkelijken. Het legt de bestuurlijke overheden verplichtingen op met betrekking tot actieve en passieve openbaarmaking. Ik wil graag weten of de bepalingen inzake transparantie in dit gezamenlijk decreet en ordonnantie correct worden toegepast in het volgende bestuur, dat, als ik me niet vergis, onder uw gezamenlijk toezicht staat: - Visit.Brussels |
Antwoord | In antwoord op uw schriftelijke vraag, ben ik zo vrij u mee te delen dat het onderwerp van uw vraag niet tot mijn bevoegdheden behoort, maar eerder tot de bevoegdheden van de Minister-President. |