Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de Europese Raad van milieuministers.

Indiener(s)
Aurélie Czekalski
aan
Alain Maron, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie (Vragen nr 592)

 
Datum ontvangst: 07/12/2020 Datum publicatie: 01/02/2021
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 20/21 Datum antwoord: 21/01/2021
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
11/12/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Sinds 1 juli 2020 vertegenwoordigt u België in de Europese Raad van milieuministers. U hebt deelgenomen aan de startvergadering van het Duitse voorzitterschap, tijdens welke de 27 ministers hebben opgeroepen om milieu en klimaat centraal te stellen in het Europese herstelplan.

Graag een antwoord op de volgende vragen:

- Welke boodschap hebt u overgebracht voor België op deze Europese Raad van milieuministers?

- Hoeveel vergaderingen werden er over dit onderwerp gehouden?

- Wat was het resultaat van deze verschillende vergaderingen?

- Hoe zullen milieu en klimaat een centrale plaats krijgen in het Europese herstelplan?

o Met welke middelen?
o Wat zal worden ingevoerd en binnen welke termijn?
o Wat zullen de gevolgen zijn voor de Brusselaars?
 
 
Antwoord    1/

Duitsland heeft tijdens zijn roterend voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie (EU) van 1 juli 2020 tot 31 december 2020 inderdaad te maken gekregen met de COVID-19-pandemie en heeft het werkprogramma inzake Leefmilieu toegespitst op een reeks prioriteiten, waaronder groen herstel en het klimaatbeleid van de EU.

De eerste informele Raad van milieuministers heeft, gezien de omstandigheden, virtueel plaatsgevonden op 13 en 14 juli 2020. Ik heb toen België vertegenwoordigd.

Tijdens deze Raad is de ministers onder meer gevraagd om de volgende vraag te beantwoorden: "Hoe kunnen we ervoor zorgen dat de economische herstelmaatregelen verenigbaar zijn met de doelstellingen van de Europese ‘Green Deal’?” 

In reactie hierop heeft België de nadruk gelegd op de belangrijke rol van
beleidscoherentie en wederzijdse steun om een groen herstel te verzekeren, de verenigbaarheid van het economische herstel met de NEKP's en de landspecifieke aanbevelingen in het kader van het Europees Semester, en de verdere integratie van de duurzame-ontwikkelingsdoelstellingen in het Europees Semester.

Ons land heeft ook gepleit voor
investeringen in natuurbescherming en -herstel, op de natuur gebaseerde oplossingen voor het behoud van de biodiversiteit, circulaire economische modellen en innovatie.

Tot slot verdedigde België het cruciale belang om ervoor te zorgen dat de financiële stromen in overeenstemming zijn met en afgestemd zijn op onze klimaat- en milieuambities en riep het op om ervoor te zorgen dat
ten minste 25% van de EU-begroting bijdraagt aan de actie ten gunste van het klimaat. Bovendien moet bij de financiering van de transitie en het herstel worden vermeden dat nieuwe investeringen worden gefinancierd die schadelijk zijn voor de biodiversiteits- en klimaatdoelstellingen op lange termijn, om de overgang naar een koolstofneutrale samenleving te vergemakkelijken en om subsidies die schadelijk zijn voor het klimaat en de biodiversiteit geleidelijk af te schaffen.

Zoals bepaald in het samenwerkingsakkoord van 8 maart 1994 tussen de federale staat, de gemeenschappen en de gewesten met betrekking tot de vertegenwoordiging van het Koninkrijk België in de ministerraad van de Europese Unie, was het Belgische standpunt bij die gelegenheid het voorwerp van een akkoord tussen de vier entiteiten, namelijk het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, het Waals Gewest, het Vlaams Gewest en de Federale overheid.


2/

Onder het Duitse voorzitterschap is de Raad van ministers van Leefmilieu vier keer bijeengekomen:
- Informele (virtuele) raad op 13 en 14 juli 2020;
- Informele raad in Berlijn op 30 september en 1 oktober 2020;
- Formele raad in Luxemburg op 23 oktober 2020;
- Formele raad in Brussel op 17 december 2020.


3/

Dankzij deze verschillende bijeenkomsten en al het werk dat door de verschillende EU-organen is verricht, is vooruitgang geboekt met enkele van de belangrijke initiatieven van de Europese Green Deal, waarvan sommige al zijn gepubliceerd, zoals het voorstel van verordening betreffende de Europese klimaatwetgeving, het actieplan voor een circulaire economie en de EU-biodiversiteitsstrategie voor 2030, de strategie voor duurzame chemische stoffen voor een gifvrij milieu, enz.

Het Duitse voorzitterschap van de Raad van de EU heeft gedurende deze zes maanden, onder het motto ‘Samen voor het herstel van Europa’, de uitdagingen van de Europese context moeten aangaan, die werd gekenmerkt door de COVID-19-pandemie, de noodzaak van een akkoord over het meerjarig financieel kader en de Brexit, en tegelijkertijd vooruitgang moeten boeken met de prioritaire milieudossiers.

De laatste twee Milieuraden in oktober en december hebben het voorzitterschap de gelegenheid geboden om
conclusies aan te nemen in verschillende dossiers, waaronder een algemene aanpak van het voorstel van verordening betreffende de Europese klimaatwetgeving, de goedkeuring van de indiening door de EU van bijgewerkte ‘Nationaal Bepaalde Bijdragen’ (NDC's) aan het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering (UNFCCC), de aanneming van conclusies van de Raad over biodiversiteit (The need for urgent action), de circulaire economie (Making the Recovery Circular and Green) en de digitalisering ten behoeve van het milieu, alsmede een algemene oriëntering betreffende de wijziging van de Aarhus-verordening om de toegang tot de rechter inzake milieuaangelegenheden in de EU te verbeteren.


4/

Op 27 mei 2020 heeft de Europese Commissie haar Europees herstelplan gepresenteerd, samen met een herzien voorstel voor het meerjarig financieel kader. De Europese Commissie wilde van meet af aan de Green Deal centraal stellen in de herstelstrategie van de EU. Mevrouw Vonder Leyen wilde dat dit plan een kans zou zijn zodat, en ik citeer: "de Europese Green Deal en digitalisering de werkgelegenheid en groei, de veerkracht van onze samenleving en de gezondheid van ons milieu ten goede zullen komen”.

Dit plan, getiteld Next generation EU, is gebaseerd op drie pijlers:
1) de lidstaten ondersteunen bij investeringen en hervormingen,
2) de economie van de Unie een impuls geven door particuliere investeringen aan te trekken,
3) lessen trekken uit de crisis.

De faciliteit voor herstel en veerkracht, waaraan een bedrag van 672,5 miljard is gekoppeld, vormt het middelpunt van de eerste pijler van dit herstelplan. Deze faciliteit biedt niet-terugvorderbare financiële steun (d.w.z. in de vorm van subsidies) en leningen aan lidstaten, ter ondersteuning van overheidsinvesteringen en hervormingen op langere termijn, om het herstel te vergemakkelijken door:
­ de economische, sociale en territoriale cohesie in de EU te bevorderen door de veerkracht en het aanpassingsvermogen van de lidstaten te verbeteren;
­ de sociale en economische gevolgen van de crisis op te vangen;
­ de ecologische en digitale transitie naar een klimaatneutraal Europa tegen 2050 te ondersteunen;
­ bij te dragen aan het herstel van het groeipotentieel van de economieën van de lidstaten in de nasleep van de COVID-19-crisis;
­ de werkgelegenheid en duurzame groei te bevorderen.

Hiertoe moeten de lidstaten nationale plannen voor herstel en veerkracht opstellen waarin hun hervormings- en investeringsprogramma voor de jaren 2021-2023 is vastgelegd
1-2.

Deze plannen moeten beantwoorden aan de uitdagingen en prioriteiten die voor België zijn vastgesteld in het kader van het Europees Semester, in het bijzonder die welke relevant zijn voor de ecologische en digitale transitie. Een bedrag dat overeenkomt met ten minste 37% van het budget van het plan moet de ecologische transitie ondersteunen, en ten minste 20% moet de digitale transformatie ondersteunen. Ze moeten ook in overeenstemming zijn met onder andere de nationale hervormingsprogramma's en de nationale energieplannen.

Het bedrag dat aan België wordt toegekend, wordt geschat op 5 miljard euro aan subsidies. Het bedrag dat het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zal ontvangen, is op dit moment nog niet bekend. De energierenovatie van gebouwen zal een van de prioritaire assen van het Brussels Gewest zijn.

De opstelling van het Belgische plan is momenteel aan de gang en wordt gecoördineerd door de federale staatssecretaris voor Relance en Strategische Investeringen, Thomas Dermine. België moet zijn herstelplan uiterlijk op 30 april 2021 bij de Europese Commissie indienen.


1 A18, Conclusies van de Europese Raad, 17-21 juli 2020
2 Art.14, Voorstel van verordening tot instelling van een faciliteit voor herstel en veerkracht