Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende een overheidssteun voor de uitvoering van duurzame professionele stadslandbouwprojecten in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Indiener(s)
Aurélie Czekalski
aan
Alain Maron, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie (Vragen nr 600)

 
Datum ontvangst: 10/12/2020 Datum publicatie: 02/02/2021
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 20/21 Datum antwoord: 01/02/2021
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
15/12/2020 Ontvankelijk p.m.
01/02/2021 Bijlage aan het antwoord p.m. Bijlage
 
Vraag    Tijdens de ministerraad van 3 december 2020 werd besloten om voor een totaalbedrag van 244.815 euro subsidies toe te kennen ter ondersteuning van actoren die nieuwe projecten verwezenlijken op het gebied van professionele en duurzame stadslandbouw. Deze subsidie wordt verdeeld over 13 projecten die door een jury zijn geselecteerd in het kader van de oproep tot het indienen van projecten voor de stadslandbouw. Facultatieve subsidies worden toegekend in het kader van de oproep tot het indienen van projecten "Good Food 2020".

Sta mij toe u de volgende vragen te stellen:

- Wat is de samenstelling van deze jury?

o Wie stelt deze jury samen?
o Welke functie vervullen de juryleden?
o Hoe verloopt de oproep tot kandidaatstelling voor deze jury?
o Om welke redenen werden deze personen uitgekozen om deel uit te maken van deze jury?
o Zijn er presentiegelden of andere vergoedingen voor de juryleden?
o Hoe vaak komt de jury bijeen? En voor hoelang?

- Wat is het totale bedrag aan subsidies in 2020 voor de oproep tot het indienen van projecten in het kader van Good Food 2020?

o Wat is de verdeling per bedragen, data, plaats, benaming en gesubsidieerde projecten?
o Wat zijn de criteria van deze oproep tot het indienen van projecten?

- Welke controle wordt uitgeoefend op het gebruik van deze subsidie en hoe gebeurt dit? Welke voorzieningen zijn getroffen voor het geval dat de voorwaarden voor de toekenning van deze subsidie niet worden nageleefd?
 
 
Antwoord    1/

Het reglement met de modaliteiten van de projectoproep bevat een omschrijving van de selectieprocedure en bijgevolg ook de wijze waarop de jury werd samengesteld door het landbouwteam van Brussel Economie en Werkgelegenheid. De jury is als volgt samengesteld:
­ één of meer vertegenwoordigers van het landbouwteam (1stem);
­ één of meer thematische deskundigen van Brussel Leefmilieu (1stem);
­ externe en onafhankelijke deskundigen (1 stem per externe deskundige).

Ook een vertegenwoordiger van de minister van Klimaattransitie en Leefmilieu wordt verzocht als observator deel te nemen aan de jury.

De selectie van de juryleden gebeurt aan de hand van een éénvoudige aanschrijving per mail en op basis van een netwerk van contacten binnen het beleidsdomein van de stadslandbouw. Voor de externe deskundigen wordt gekeken buiten de gewestgrenzen naar steden of onderwijsinstellingen die enige deskundigheid hebben opgebouwd binnen dit beleidsdomein. Bovendien zijn de Brusselse (potentiële) actoren bij hen niet gekend waardoor zij hun neutraliteit kunnen bewaren. In ieder geval ondertekent elk jurylid een neutraliteits- en vertrouwelijkheidsverklaring voor de aanvang van de jury.

De keuze van de externe juryleden hangt ook nauw samen met hun beschikbaarheid aangezien de deelname aan de jury alsook de voorbereiding zeer tijdsintensief is. Bovendien worden de juryleden hier niet voor vergoed en wordt louter op hun “goodwill” gerekend.
In het kader van de projectoproep 2020 deden we beroep op het deskundig advies van een vertegenwoordiger van de Universiteit van Gent alsook iemand van de “Haute Ecole de Condorcet”, beiden onderzoekers binnen het domein van de stadslandbouw en/of de stadsgerichte landbouw en actief op het terrein.

De thematische deskundige van Brussel Leefmilieu wordt door de directieraad zelf aangeduid. Sinds de lancering ervan in 2016 wordt de Good Food-strategie aangestuurd door Leefmilieu Brussel en door Brussel Economie en Werkgelegenheid waardoor een nauwe samenwerking reeds tot stand kwam.

Alle informatie rond de wijze van beoordeling van de verschillende projecten alsook de kandidatuursdossiers worden uiterlijk drie weken voor aanvang van de jury overgemaakt aan de juryleden. Dit geeft hen de tijd om eventuele verduidelijkingen te vragen over het verloop van de procedure. Voor de aanvang van de jury wordt hen gevraagd om alle dossiers te beoordelen op basis van vooropgestelde criteria. De projecten worden vervolgens gerangschikt op grond van deze collectieve beoordeling. Voor de jury wordt één dag geblokkeerd om in consensus te bespreken of deze rangschikking logisch is.


2/

Voor de projectoproep 2020 werd een budget van 255.000 euro uitgetrokken. Finaal werden 13 van de 24 projecten geselecteerd voor een totaalbudget van 244.815 euro. Een overzicht van de geselecteerde projecten werd bijgevoegd in bijlage.

De projectindieners worden verzocht te voldoen aan de hieronder vermelde criteria en het is aan de projectdragers om hun logica te rechtvaardigen ten opzichte van de verwachtingen:
­ Het project moet in overeenstemming zijn met de doelstellingen van de projectoproep zoals omschreven in het reglement met de modaliteiten van de projectoproep.
­ De technische haalbaarheid van het project wordt eveneens geëvalueerd (gebruikte technieken, werkplanning, commercialisering van de producten, opleidingsachtergrond en vakervaring…)
­ De economische en financiële leefbaarheid van het project moet eveneens kunnen worden aangetoond.
­ De projectdrager moet kunnen aantonen in welke zin zijn/haar project een maatschappelijke, ecologische en economische meerwaarde biedt voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (bewijs van duurzaamheid), door duidelijke en relevante indicatoren op te stellen.


3/

Binnen Brussel Economie en Werkgelegenheid werd een procedure uitgewerkt voor de controle van de bewijsstukken binnen het kader van de subsidies.

Zo moeten de gesubsidieerde uitgaven aan volgende voorwaarden voldoen:
­ De uitgaven moeten een onbetwistbaar verband houden met het gesubsidieerde project;
­ De uitgaven moeten worden gedaan tijdens de periode die de subsidie dekt;
­ De uitgaven moeten effectief worden vastgelegd door de begunstigde van de subsidie;
­ De uitgaven werden opgenomen in de boekhouding, zijn identificeerbaar en controleerbaar.

Het reglement met de modaliteiten van de projectoproep bevat eveneens een bijlage met de administratieve voorwaarden en verplichtingen. De rechten en plichten van de begunstigden worden eveneens opgenomen in een overeenkomst dat door beide partijen wordt ondertekend bij aanvang van de subsidie.

Elke uitgave die niet conform is met de reglementeringen zal niet in aanmerking komen als bewijsstuk en niet als uitgave opgenomen worden in de eindafrekening.

In het reglement met de modaliteiten van de projectoproep staat eveneens opgenomen dat het Gewest de terugbetaling zal vragen of over zal gaan tot een verlaging van de volledige subsidie of een deel ervan indien de projectdrager:
­ geen bewijsstukken levert;
­ de voorwaarden van de toekenning van de subsidie niet naleeft;
­ de subsidie niet aanwendt voor de doeleinden waarvoor zij werd toegekend;
­ de lopende operatie stopzet;
­ de controles door de overheid verhindert;
­ reeds een subsidie van een andere instelling ontvangt voor hetzelfde voorwerp, op basis van dezelfde bewijsstukken;
­ of indien bepaalde uitgaven niet conform worden geacht.