Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende een subsidie aan de vzw Coördinatie Zenne.

Indiener(s)
Aurélie Czekalski
aan
Alain Maron, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie (Vragen nr 608)

 
Datum ontvangst: 10/12/2020 Datum publicatie: 02/02/2021
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 20/21 Datum antwoord: 29/01/2021
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
15/12/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Op 3 december 2020 werd tijdens de Ministerraad beslist om een subsidie van 82.500 euro toe te kennen aan de vzw Coördinatie Zenne voor de organisatie van de Brusselse Waterdagen 2021.

Sta mij toe u de volgende vragen te stellen:

- Wat is het totaalbedrag van de subsidies dat in 2020 aan de vzw Coördinatie Zenne is toegekend?

o Wat is de verdeling naar bedragen, data en gesubsidieerde projecten?

- Om welke redenen wordt aan deze vzw een subsidie toegekend? Diende er een dossier te worden opgesteld om aan de voorwaarden voor deze subsidie te voldoen? Zo ja, wat zijn de voorwaarden?

- Welke controle wordt uitgeoefend op het gebruik van deze subsidie en hoe gebeurt dit? Welke voorzieningen zijn getroffen voor het geval dat de voorwaarden voor de toekenning van deze subsidie niet worden nageleefd?
 
 
Antwoord    1/

Leefmilieu Brussel heeft in 2020 een enkele subsidie toegekend aan de vzw Coördinatie Zenne voor een bedrag van 82.500 euro.

Ter herinnering, in overeenstemming met de transparantiewetgeving publiceert Leefmilieu Brussel elk jaar de lijst van toegekende subsidies op zijn website (
https://leefmilieu.brussels/leefmilieu-brussel/transparantie).


2/

Deze subsidie is bedoeld om de organisatie en coördinatie van de Brusselse Waterdagen 2021 (maart 2021) in hun logistieke en promotionele aspecten te ondersteunen:
­ Het grote publiek sensibiliseren voor de thema’s ‘water’ en ‘waterlopen’;
­ De organisatie stimuleren van 'ontmoetingen aan de waterkant' die geografisch verspreid zijn over het hele Brusselse gewest en die publieke actoren, verenigingen die actief zijn op het gebied van water, activiteiten voor de allerkleinsten en begeleide wandelingen rond het thema water samenbrengen;
­ Wandelingen, rondleidingen, bezoeken aan werken en musea organiseren om het Brusselse waterpatrimonium te valoriseren;
­ ‘s Avonds op weekdagen conferenties of filmavonden organiseren;
­ Milieueducatieve activiteiten rond het thema ‘water’ voorstellen voor de Brusselse scholen;
­ De campagne ‘ici commence la mer - hier begint de zee’ blijven promoten bij de gemeenten en de campagne in coördinatie met het Waalse en Vlaamse Gewest promoten op nationaal niveau;
­ De verschillende wateractoren in het Brussels Gewest bekendheid geven;
­ Het luik communicatie en de inherente aankopen coördineren, organiseren, begeleiden en opvolgen.

Net als bij elke andere subsidie, zijn de dossiers ingevuld: het aanvraagdossier en het toekenningsdossier. De betalingsdossiers zullen worden ingevuld naarmate het project vordert.

Voor elke subsidieaanvraag op het gebied van Leefmilieu moet immers een
aanvraagdossier naar Leefmilieu Brussel worden gestuurd. De inhoud van dit dossier wordt toegelicht op de website https://leefmilieu.brussels/node/17301.

Leefmilieu Brussel stelt vervolgens een advies op en stuurt het naar mijn kabinet.

Indien mijn kabinet ermee instemt het project te ondersteunen, stelt Leefmilieu Brussel een
toekenningsdossier op, dat met name een subsidiebesluit bevat, waaraan eventueel een overeenkomst wordt toegevoegd waarin de bepalingen met betrekking tot het gebruik van de subsidie, de te leveren bewijsstukken en de eventuele terugbetaling van de subsidie worden gepreciseerd.

Dit dossier wordt dan voorgelegd, indien nodig,
­ aan de Inspecteur van Financiën, voor advies (elke subsidie van meer dan 3.100 euro);
­ aan de Minister van Begroting, voor akkoord (elke subsidie van meer dan 6.200 euro en elke subsidie waarvoor de Inspecteur van Financiën een ongunstig advies heeft gegeven);
­ aan mezelf of aan de regering (behalve in uitzonderlijke gevallen, elke subsidie van meer dan 15.000 euro), voor toekenning.

Zodra alle goedkeuringen zijn verkregen, wordt het budget gereserveerd (budgettaire vastlegging) en wordt de subsidie ter kennis gegeven (juridische verbintenis).

De voorwaarden voor het vrijgeven van de verschillende betalingsschijven worden beschreven in de toekenningsdocumenten (besluit en overeenkomst).

Voor elke schijf wordt een
betalingsdossier opgesteld:
­ Voor de eerste schijf, bij de kennisgeving;
­ Voor de tweede, met een tussentijds verslag;
­ Voor de derde, met een eindverslag;
­ Voor het saldo, met een algemene uitgaveninventaris, evenals de bewijsstukken en de betalingsbewijzen.


3/

Voor elke subsidie worden verschillende soorten controles uitgevoerd. De controles a priori zijn met name gericht op de naleving van het beginsel van niet-retroactiviteit, de doeltreffendheid of de budgettaire aanrekening, terwijl de controles a posteriori specifiek gericht zijn op het gebruik van de subsidie.

Wat de controle op het gebruik van de subsidie betreft, moet een onderscheid worden gemaakt tussen de verschillende uitbetalingsschijven zoals beschreven in de toekenningsdocumenten (zie vraag 1):
­ Voor de tweede schijf gebeurt de betaling na de goedkeuring van het tussentijds verslag;
­ Voor de derde schijf gebeurt de betaling na de goedkeuring van het eindverslag;
­ Voor het saldo valideert de administratie de in de algemene uitgaveninventaris opgenomen uitgaven in het licht van de uitgavedatum, de verenigbaarheid van het doel van de uitgave met het doel van de subsidie, de naleving van de wetgeving inzake overheidsopdrachten, enz. Dit laat toe om het bedrag van het te betalen saldo of het terug te vorderen bedrag te berekenen.

In geval van niet-naleving van de toekenningsvoorwaarden zijn sancties voorzien in de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle (OOBBC, art. 92 tot en met 95):
Aldus moet de begunstigde,
­ die de toekenningsvoorwaarden van de subsidie niet naleeft;
­ die de subsidie niet gebruikt voor de doeleinden waarvoor ze werd verleend;
­ die de in artikel 93 van de OOBBC bedoelde controle verhindert...
dat wil zeggen de controle ter plaatse;
­ die voor hetzelfde doel al een subsidie ontvangt van een andere instelling, op basis van dezelfde verantwoordingsstukken;
de reeds ontvangen bedragen geheel of gedeeltelijk
terugbetalen (OOBBC, art. 94).

Tot slot, kan het Rekenhof elke subsidie controleren, als het dat passend acht (OOBBC, art. 84).