Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de handelshuur van korte duur.

Indiener(s)
Dominique Dufourny
aan
Barbara Trachte, staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Economische Transitie en Wetenschappelijk Onderzoek (Vragen nr 293)

 
Datum ontvangst: 20/10/2020 Datum publicatie: 12/02/2021
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 20/21 Datum antwoord: 11/02/2021
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
23/12/2020 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Pop-up stores hebben onbetwistbaar veel succes.

De hervorming van de handelshuur maakt het mogelijk overeenkomsten te sluiten voor een duur van 1 jaar of minder en haalt die overeenkomsten uit het toepassingsgebied van de wet van 30 april 1951 op de "klassieke" handelshuurovereenkomsten van minstens 9 jaar. De hervorming strekt ertoe de behoeften van ondernemers en eigenaars van commerciële ruimten met elkaar te verzoenen, waarbij eerstgenoemden de levensvatbaarheid van hun commercieel project wensen te testen alvorens ze een handelshuurovereenkomst voor de lange termijn sluiten. De eigenaars wensen hun leegstaande lokalen te verhuren zonder het risico te lopen dat ze verlengingen moeten toestaan en voor 36 jaar gebonden zijn, terwijl ze de verhuurde lokalen moet renoveren. De hervorming maakt het tevens mogelijk dat jonge ondernemers hun commercieel concept zonder al te zware investeringen kunnen testen.

In dat verband had ik u graag de volgende vragen gesteld:

1. Wat zijn de economische gevolgen van de pop-up stores? Zijn er nauwkeurige cijfers beschikbaar sinds de hervorming?

2. Welke begrotingsmiddelen worden uitgetrokken voor de ontwikkeling van pop-up stores?

3. Welke maatregelen worden getroffen om te voorkomen dat de in de tijd beperkte winkels worden gereduceerd tot outlets van de nieuwe generatie?
 
 
Antwoord    Aangezien huurovereenkomsten worden geregistreerd bij het Kantoor Rechtszekerheid, dat afhangt van de FOD Financiën, heb ik momenteel geen informatie over het aantal huurovereenkomsten dat sinds de inwerkingtreding van de nieuwe ordonnantie is geregistreerd.

Daarnaast is hub.brussels niet in staat om de economische impact van tijdelijke winkels te berekenen. Het is namelijk moeilijk om ze in kaart te brengen vanwege hun aard zelf. Hub.brussels heeft echter in 2019 een onderzoek uitgevoerd bij 300 personen, evenveel mannen als vrouwen, van alle leeftijden, verspreid over elf Brusselse gemeenten. Daaruit blijkt het volgende:
- zes op de tien Brusselaars zijn vertrouwd met het concept van de pop-upwinkel;
- vier op de tien Brusselaars hebben al een pop-upwinkel bezocht, 61% van hen beweert er al producten te hebben gekocht;
- hoewel pop-upwinkels in de ogen van de consument de traditionele winkels niet vervangen, wordt hun potentieel bevestigd door 71% van de respondenten, die er meer in hun buurt zouden willen zien;
- de Brusselaars zijn het erover eens dat pop-upwinkels een mooie toekomst voor zich hebben en zullen blijven bestaan.

Hub.brussels beschikt niet over een budget voor de ontwikkeling van pop-upwinkels, maar beveelt kandidaat-handelaars dit concept aan wanneer het zinvol is, net zoals het zijn commerciële incubatoren ‘Auberge espagnole’ en ‘Kokotte’ aanbeveelt. De rol van hub.brussels beperkt zich tot het beantwoorden van vragen van kandidaten voor het openen van een pop-upwinkel. Daartoe steunt het op zijn expertise en op de studie die werd uitgevoerd over ‘Waarom en hoe een pop-up store openen in Brussel’.

De meeste pop-upwinkels die hub.brussels tegenkomt, zijn geen uitverkoopwinkels. Pop-uppers zijn meer geïnteresseerd in experimenteren of kostenverlaging (korte looptijd/mutualisatie) dan in het uitverkopen van een stock. Vastgoedeigenaren kunnen hier uiteraard naar handelen door dit type huurder niet te accepteren, maar hub.brussels heeft hier geen controle over.