Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de technologieën voor de ontsmetting van besmettelijk afval in de Brusselse ziekenhuizen.

Indiener(s)
Jonathan de Patoul
aan
Alain Maron, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie (Vragen nr 626)

 
Datum ontvangst: 20/11/2020 Datum publicatie: 16/02/2021
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 20/21 Datum antwoord: 10/02/2021
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
11/01/2021 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    In februari jongstleden heb ik u gevraagd welke nieuwe technologieën bestaan voor de behandeling van het besmettelijk afval (B2) van de Brusselse ziekenhuizen. Ik had u gewezen op het bestaan van een Belgisch bedrijf, dat in Bergen is gevestigd en een machine heeft gebouwd die B2-afval kan ontsmetten en omzetten in huishoudelijk afval (B1) en aldus 90% van de materialen uit het B2-afval kan injecteren in de circulaire economie. Een dergelijke technologie zou onze ziekenhuizen in staat stellen om aanzienlijke besparingen te realiseren, zowel op financieel vlak als op het vlak van de milieuvervuiling.

Bij die gelegenheid heb ik u gevraagd of u al contact had opgenomen met de onderneming in kwestie om het gebruik van een dergelijke Belgische technologie die wereldwijk erkend is, door onze Brusselse ziekenhuizen te overwegen. U heb toen geantwoord dat Leefmilieu Brussel een ontmoeting had gehad met de onderneming en met andere bedrijven die gespecialiseerd zijn in de verwerking van dat soort afval. Daaruit was gebleken dat de verwerkingsinstallaties dat soort afval inderdaad efficiënt kunnen behandelen.

Bijgevolg erkent u de doeltreffendheid van die technologieën. Ik zou dan ook met u de stand van zaken willen bespreken.

1. Kunt u toelichtingen verstrekken over de waargenomen efficiëntie van de verwerkingsinstallaties van de ondernemingen die gespecialiseerd zijn in de verwerking van B2 afval? Wat is de precieze impact van het gebruik van die installaties op economisch en ecologisch vlak?

2. Welk gevolg werd gegeven aan de ontmoeting tussen Leefmilieu Brussel en de andere ondernemingen die gespecialiseerd zijn in de verwerking van B2-afval? Geeft u in dit stadium de voorkeur aan een bepaalde optie?

3. Denkt uw kabinet vandaag na over het gebruik van die nieuwe technologieën, die de milieu‑impact van de huidige verwerking van B2-afval drastisch kunnen verminderen?

4. Wat zijn de obstakels voor het gebruik van de technologieën die het huidige B2-afval ontsmetten en opnieuw in de economie injecteren? Zijn er wettelijke grenzen? Zo ja, welke en hoe kunnen ze worden verholpen?

5. Vereist het gebruik van dergelijke technologieën milieuvergunningen die worden afgegeven door Leefmilieu Brussel? Zo ja, welke en onder welke voorwaarden?

6. Is er een reflectie aan de gang om andere alternatieve technologieën te gebruiken dan die welke aan u werden voorgesteld en ertoe strekken de koolstofvoetafdruk van de verwerking van het B2-afval in ons Gewest te verminderen?
 
 
Antwoord    1/

In de eerste plaats verwijs ik naar het antwoord op uw vorige vraag (nr. 585) over de aanbestedingen voor de verbranding van besmettelijk afval van Brusselse ziekenhuizen. In die vraag heb ik de definities van afvalstoffen afkomstig van activiteiten inzake gezondheidszorg toegelicht; met name dat "B2-afval" onder de Waalse en niet onder de Brusselse wetgeving valt. De in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest gebruikte terminologie voor dergelijk afval is "speciale afvalstoffen".

Met deze verwerkingsinstallaties worden de ziekteverwekkers gereduceerd tot een zodanig niveau dat het afval niet langer als gevaarlijke afvalstoffen wordt beschouwd. De verwerkingsinstallaties voor de ontsmetting van de afvalstoffen zijn uitgerust met testinstrumenten om de zuiveringsgraad van de micro-organismen te analyseren.

Leefmilieu Brussel heeft de impact van het gebruik van deze installaties op economisch en ecologisch vlak niet met precisie gemeten. Er zijn momenteel verschillende technologieën beschikbaar, waarvan de prestaties uiteenlopen en die kunnen leiden tot lozingen (b.v. lozing van afvalwater, afvoer van verontreinigde lucht, enz.)

Niettemin zou dit type installatie het voordeel kunnen bieden dat risicohoudend afval kan worden omgezet in niet-risicohoudend afval. Hierdoor zouden de risico's tijdens het vervoer van dergelijk afval kunnen worden beperkt. Dit zou ook de kosten van het afvalbeheer voor de sector verminderen en zou op termijn kunnen leiden tot een vorm van terugwinning van dit afval - er worden namelijk andere machines bestudeerd om het behandelde afval optisch te sorteren, met het oog op de recycling van bepaalde fracties.

Daarom volgt Leefmilieu Brussel de technologische en medische ontwikkelingen op dit gebied op de voet om na te gaan of de gewestelijke wetgeving snel kan worden gewijzigd, dit met het oog op de verbintenissen van deze regering en het Hulbronnen- en Afvalbeheerplan (HABP), dat gericht is op afvalpreventie en -vermindering, met inbegrip van speciale afvalstoffen afkomstig van activiteiten inzake gezondheidszorg.


2/

In dit stadium zijn de raadplegingen en analyses nog aan de gang en is er geen voorkeur voor een bepaalde oplossing.


3/

Ja, er wordt nagedacht in samenwerking met de bevoegde diensten van Leefmilieu Brussel, met name in het kader van de uitvoering van het HABP.

Er is met name een wetenschappelijke studie over ziekenhuisafval gestart om te helpen het risicohoudend afval te definiëren. Dankzij deze studie zal men gemakkelijker criteria kunnen bepalen om niet-risicohoudend afval in een zo vroeg mogelijk stadium te sorteren en scheiden, teneinde de fracties die kunnen worden teruggewonnen en gerecycleerd, te vergroten en uiteindelijk de circulaire economie te stimuleren.


4/

Het huidige besluit betreffende het beheer van afvalstoffen afkomstig van activiteiten in de gezondheidszorg legt op afval te verbranden en verhindert derhalve andere vormen van behandeling, terugwinning of recycling van bepaalde afvalfracties.

Daarom volgt Leefmilieu Brussel actief de technologische en medische ontwikkelingen om na te gaan of het wenselijk is de huidige wetgeving te wijzigen.

Voorts wordt gewerkt aan de mogelijkheid om een lijst op te stellen van risicohoudend afval zodat het kan gescheiden worden van niet-risicohoudend afval, het beter kan gesorteerd worden en aldus de opwaardering van bepaalde fracties kan bevorderd worden.


5/

Momenteel staat het besluit van 1994 niet toe dat afvalstoffen worden behandeld door middel van ontsmetting of andere verwerkingsvormen (terugwinning, enz.), omdat verbranding wordt opgelegd.

Indien een toekomstige wetgevende evolutie echter verwerkingsinstallaties door middel van ontsmetting zou toestaan, zouden deze inderdaad onderworpen zijn aan een milieuvergunning met een advies van de Dienst Bioveiligheid en Biotechnologie van Sciensano.

Desgevallend zou de bevoegde administratie bijzondere aandacht besteden aan de mogelijke milieuhinder afkomstig van deze installaties.


6/

In dit stadium heeft geen enkele technologie de voorkeur.