Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende het verkeer van dieselwagens met meer dan 8 personen in het licht van de LEZ

Indiener(s)
Marc Loewenstein
aan
Alain Maron, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie (Vragen nr 695)

 
Datum ontvangst: 05/02/2021 Datum publicatie: 02/04/2021
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 20/21 Datum antwoord: 01/04/2021
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
26/02/2021 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Het besluit van 25 januari 2018 betreffende het instellen van een lage-emissiezone in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, in werking getreden op 2 februari 2018, voorziet in een beperkt aantal afwijkingen. Op 14 mei jongstleden heeft u een ontwerp van besluit voorgesteld tot wijziging van de geldende wetgeving om in het Brusselse Gewest dezelfde regels toe te passen voor personen met een handicap als die welke gelden in de LEZ in het Vlaamse Gewest, teneinde het begrip voor deze personen te vergemakkelijken en beter rekening te houden met hun specifieke situatie.

Thans stellen wij vast dat veel instellingen en vzw's, met name centra voor geestelijke gezondheidszorg, voertuigen van de categorieën M1 en M2 gebruiken om mensen te vervoeren tijdens activiteiten buitenshuis. Deze voertuigmodellen voor het vervoer van meer dan 8 personen bestaan vaak alleen in dieseluitvoering. Deze voertuigen zullen dus binnenkort volgens de huidige wetgeving niet meer aan het verkeer mogen deelnemen. Voor de verenigingen die er gebruik van maken, vertegenwoordigen deze voertuigen over het algemeen aanzienlijke investeringen, die voor meerdere jaren worden gedaan.

Het verbod op het gebruik ervan levert ook veel problemen op voor andere organisaties die over dergelijke voertuigen beschikken: rusthuizen, scholen, sportclubs en vluchtelingencentra, waarvoor de mogelijkheid om dergelijke activiteiten te organiseren van fundamenteel belang is.

1. Bent u op de hoogte van dit probleem, dat vele inrichtingen en vzw's aangaat?
2. Kunt u mij meedelen welke maatregelen zouden kunnen worden genomen om deze inrichtingen een afwijking toe te staan zoals die welke geldt voor voertuigen die zijn aangepast voor het vervoer van personen met een handicap? Wanneer denkt u dat een dergelijke afwijking mogelijk zal zijn?
 
 
Antwoord    1)

Ja. Op 24 februari hebben wij de gelegenheid gehad de sector van de verstandelijk-gehandicaptenzorg te ontmoeten via de volgende organisaties: Woluwe Psycho Social vzw, Centre L’Orée en Solbosch. Tijdens die ontmoeting zijn ideeën uitgewisseld om een beter inzicht te krijgen in de problemen voor deze sector.

2)
Na onze ontmoeting met de sector is het volgende overeengekomen:
- Opstelling van een kadaster van de betrokken voertuigen door deze instellingen, om een beter zicht te krijgen op het aantal betrokken voertuigen, hun gebruik, hun technische kenmerken, enz.

- Voorstel om aan deze organisaties de nieuwe facilitatordienst ‘Mobility & Fleet’ van Leefmilieu Brussel ter beschikking te stellen, die tot taak zal hebben deze sector te begeleiden bij het koolstofvrij maken van zijn wagenpark en een beter gebruik ervan. Het betreft dus begeleiding op maat.

In de komende weken is een nieuwe vergadering met deze organisaties gepland, om de uitwisselingen voort te zetten.
Dit begeleidingswerk kan ook een bron van inspiratie zijn voor andere genoemde sectoren (jeugdwerk, enz.).