Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de beroepsinlevingsstage

Indiener(s)
Ridouane Chahid
aan
Bernard Clerfayt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Werk en Beroepsopleiding, Digitalisering, Plaatselijke Besturen en Dierenwelzijn (Vragen nr 615)

 
Datum ontvangst: 22/02/2021 Datum publicatie: 23/04/2021
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 20/21 Datum antwoord: 20/04/2021
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
01/03/2021 Ontvankelijk p.m.
20/04/2021 Bijlage aan het antwoord p.m. Bijlage
 
Vraag    De werkloosheid, en vooral de jeugdwerkloosheid, neemt toe in vergelijking met de vorige jaren. In de huidige crisiscontext is opleiding van cruciaal belang. Een opleiding verhoogt namelijk de kansen om een baan te vinden. Maar in sommige gevallen kan het combineren van praktijk met theorie een echte troef zijn, vooral voor meer technische beroepen. De beroepsinlevingsstage stelt personen die niet meer het statuut van "student" hebben in staat stage te lopen in een bedrijf en zo een nieuwe ervaring op te doen op de werkvloer.

Ter aanvulling van mijn informatie, wil ik u de volgende vragen stellen:

· Voert Actiris promotiecampagnes om jonge werkzoekenden te informeren over deze beroepsinlevingsstage?
· Zijn de OCMW's op de hoogte van het bestaan van deze beroepsinlevingsstage? Zo ja, op welke wijze?
· Hoeveel jonge werkzoekenden lopen momenteel stage in een bedrijf in het kader van een "beroepsinlevingsstage"? Op welk(e) hoofdgebied(en)?
· Zijn de bedrijven, vooral die in gebieden met knelpuntberoepen, op de hoogte van het bestaan van deze beroepsinlevingsstages?
· Hebt u feedback van Actiris gehad over deze stages? Hoe worden zij door de bedrijven gepercipieerd?
 
 
Antwoord    De beroepsinlevingsstage (BIS), die werd ingesteld bij artikel 104 van de programmawet van 2 augustus 2002, wordt gedefinieerd als een overeenkomst waarbij een persoon, die stagiair wordt genoemd, in het kader van zijn opleiding, kennis of vaardigheden verwerft via arbeidsprestaties bij een werkgever.

Een van de belangrijkste kenmerken van de BIS is dat zij aanvullend is, namelijk dat zij alle stagesituaties regelt waarvan de organisatie niet elders geregeld wordt.
Worden aldus volledig uitgesloten:
· De opleidingsactiviteiten die plaatsvinden in het kader van een arbeidsovereenkomst in de zin van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten.
Het komt immers vaak voor dat er opleidingen worden georganiseerd voor werknemers met een arbeidsovereenkomst op verschillende momenten in hun loopbaan; deze opleidingen maken integraal deel uit van de arbeidsovereenkomst en vallen bijgevolg buiten het toepassingsgebied van de beroepsinlevingsstage;
· Arbeidsprestaties uitgevoerd door leerlingen of studenten in het kader van de opleiding die gevolgd wordt in een onderwijs- of opleidingsinstelling opgericht, gesubsidieerd of erkend door de bevoegde gemeenschap of het bevoegde gewest, op voorwaarde dat de arbeidsprestaties ten hoogste 60 dagen bedragen bij dezelfde werkgever of dezelfde stagemeester tijdens het school- of academiejaar voor de onderwijsinstellingen of tijdens het kalenderjaar voor de opleidingsinstellingen.
Het betreft hier bijvoorbeeld stages die worden uitgevoerd door leerlingen en studenten in de loop van hun studieprogramma;
· De stages waarvan de duur uitdrukkelijk wordt vastgesteld door de overheid die bevoegd is in het kader van een opleiding die leidt tot de uitreiking van een diploma, getuigschrift of attest van beroepsbekwaamheid.
Het gaat hier met name om opleidingen voor de middenstand en industriële opleidingen;
· Stagiairs die zich voorbereiden op de uitoefening van een vrij beroep of intellectuele dienstverleners die tijdens hun stage onderworpen zijn aan de deontologie van een orde of een instituut opgericht door wettelijke of regelgevende bepalingen.
Het betreft bijvoorbeeld stages om advocaat, architect of bedrijfsrevisor te worden.
Dit zijn de voorwaarden voor de BIS:
· een document dat uiterlijk bij de aanvang van de uitvoering van de stage opgesteld en ondertekend wordt door de onderneming en de stagiair, en dat voor elke werknemer individueel wordt opgesteld.
Wanneer deze opleiding in de onderneming niet georganiseerd wordt op initiatief van of onder de verantwoordelijkheid van een onderwijs- of opleidingsinstelling die afhangt of erkend wordt door de bevoegde gemeenschap, moet dit document onder meer de volgende informatie bevatten:
o De identiteit van de partijen;
o De plaats van de stage;
o Het doel en de duur van de beroepsinlevingsstage;
o Het dag- en weekschema in de onderneming;
o De afgesproken vergoeding of de wijze en de basis van bepaling;
o De manier waarop een beroepsinlevingsstage kan worden beëindigd;
o Het opleidingsplan dat overeengekomen en goedgekeurd werd door de gemeenschappen of gewesten in functie van hun eigen bevoegdheid. Voor het Brussels Gewest is het Bruxelles Formation dat het opleidingsplan valideert.
· Vergoeding van de stagiair: aangezien het doel van een stage in een onderneming erin bestaat de praktische vorming van de stagiair te vervolmaken, heeft de stagiair geen recht op een vergoeding die als tegenprestatie voor de verrichte arbeid zou worden toegekend.
Hij moet evenwel een vergoeding ontvangen. Deze vergoeding wordt vastgesteld door het koninklijk besluit van 11 maart 2003. Zij mag niet lager liggen dan het bedrag dat toegekend wordt in het kader van de industriële leerovereenkomst en zij is gelijk aan een percentage dat afhangt van de leeftijd van de jongere, te berekenen op basis van de helft van het gemiddelde maandelijkse minimuminkomen.
Sinds 1 juli 2020 bedraagt de maandelijkse
minimumvergoeding 812,90 euro voor een voltijdse BIS voor 21-jarigen en ouder.
De beroepsinlevingsstage wordt hoofdzakelijk gebruikt door multinationals (Solvay, L’Oréal, Nestlé, Bosch, …), consultancybedrijven, lobbybureaus bij de Europese Unie, stichtingen, culturele instellingen en voor gebruikers met een hoog kwalificatieniveau en overwegend voor functies in verband met lobbywerk, beheer, management, … en hoofdzakelijk voor buitenlandse stagiairs.

De Zesde Staatshervorming heeft de gemeenschappen volledig bevoegd gemaakt voor de wetgeving, de uitvoering, de controle en de financiering van de BIS. De Franse Gemeenschapscommissie oefent deze bevoegdheid uit voor de Franstaligen op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, maar heeft nog geen specifieke wettelijke bepalingen voor de omkadering van de BIS vastgesteld.

Alle informatie over de beroepsinlevingsstage is te vinden op de website van Actiris, waarop de praktische regels voor zowel werkzoekenden als werkgevers worden uitgelegd.
De BIS wordt niet door Actiris beheerd. Het opleidingsplan moet gevalideerd worden door de instelling die bevoegd is voor het Brussels Gewest.


Op vraag van de opleidingspartners werd beslist om geen promotiecampagne te voeren voor deze maatregel.

De website van Bruxelles Formation bevat ook informatie over de BIS onder de rubriek “Stages”, maar in dit stadium is een promotiecampagne niet gewenst.
De OCMW’s beschikken over de informatie op de website van Actiris, maar Actiris heeft niet gericht gecommuniceerd. Hetzelfde geldt voor Bruxelles Formation.

Er zijn bijzonder weinig werkzoekenden opgenomen in deze maatregel, aangezien zij aanvullend is. Deze maatregel wordt hoofdzakelijk gebruikt voor jonge gediplomeerden uit het buitenland. Voor de Brusselse werkzoekenden wordt voorrang gegeven aan andere stageformules (First en FPIe).

De BIS is een bilaterale overeenkomst tussen de stagiair en de onderneming. Bruxelles Formation keurt het opleidingsplan dat bij de BIS gevoegd is, goed. Actiris speelt daarbij geen enkele rol.
Naast de goedkeuring van het plan controleert Bruxelles Formation de BIS-overeenkomst om er zeker van te zijn dat de BIS binnen haar kader van aanvullende maatregel blijft, in het huidige wettelijke kader.

Meer informatie vindt u in de bijlage die bij dit antwoord gevoegd is.

De informatie in de bijlage betreft het aantal BIS-stagiairs in 2020.
De gegevens worden voorgesteld ongeacht de leeftijd van de stagiair enerzijds (tabel 1) en voor de min 30-jarigen (tabel 2).
In elke tabel worden de gegevens opgesplitst per domein van het gemeenschappelijke programmatiekader van Bruxelles Formation, per statuut (werkzoekende of andere statuten) en vervolgens per geslacht.