Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de snelheid van fietsers op de Groene Wandeling

Indiener(s)
Jonathan de Patoul
aan
Alain Maron, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie (Vragen nr 717)

 
Datum ontvangst: 26/02/2021 Datum publicatie: 29/04/2021
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 20/21 Datum antwoord: 20/04/2021
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
09/03/2021 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Tijdens een vorige commissie heb ik u vragen gesteld over het moeilijke en soms gevaarlijke samenleven van voetgangers en fietsers op de Groene Wandeling in de gemeenten Oudergem, Sint-Lambrechts-Woluwe en Sint-Pieters-Woluwe. Nu de gezondheidscrisis voortduurt, wordt de Groene Wandeling, die op sommige plaatsen erg smal is, door steeds meer wandelaars bezocht. Om dit probleem te verhelpen, hebt u mij meegedeeld dat de parkwachters van Leefmilieu Brussel sinds september 2020 terreinobservaties uitvoeren om het aantal en de snelheid van de fietsers die deze paden gebruiken, te evalueren.

Kunt u mij uitleggen hoe de snelheid wordt gemeten (op welke tijden? Met welke methode?). Vanaf welke snelheid wordt een fietser geacht te snel te rijden?
U zei ook dat het belangrijk is de controle te verhogen en gevaarlijk of ongepast gedrag te bestraffen.
In welke mate zouden de medewerkers van Leefmilieu Brussel snelheidsovertredingen van fietsers kunnen controleren en bestraffen om ervoor te zorgen dat alle gebruikers van de Groene Wandeling zich vlot kunnen verplaatsen?
 
 
Antwoord    1)
Sinds de zomermaanden van 2020 worden er door de parkwachters van Leefmilieu Brussel tellingen uitgevoerd op het traject van de oude spoorlijn Brussel-Tervuren. Die tellingen zullen gedurende een jaar op verschillende tijdstippen van de dag worden uitgevoerd (bijvoorbeeld tussen 8 en 9 uur ‘s morgens, tussen 16 en 17 uur ‘s middags, op woensdag- of zondagnamiddag, tijdens de middagpauze), en dus alle vier seizoenen bestrijken.

In de praktijk plaatsen de agenten zich statisch op verschillende punten langs de promenade (bij voorkeur in de nabijheid van scholen en speelterreinen) en tellen ze gedurende een uur het aantal voorbijkomende fietsers en voetgangers. Voor fietsers worden ook het type fiets, de geschatte reden (vrije tijd, mobiliteit, weg naar het werk of naar school, vervoer van kinderen) en de waargenomen snelheid bij het voorbijrijden genoteerd.

Aangezien de werkelijke snelheid van fietsers niet correct kan worden gemeten, is de beoordeling ervan gebaseerd op de perceptie van de andere gekruiste of voorbijgestoken weggebruikers.
De maatstaf is dus in feite het aanpassingsniveau van de fietser ten opzichte van zijn omgeving. Wanneer een fietser met flinke snelheid rijdt en niet vertraagt in de nabijheid van een voetganger, of wanneer hij met hoge snelheid bochten neemt, met name zonder vooraf te waarschuwen door te bellen, wordt hij geacht zijn snelheid niet te hebben aangepast, die dan als buitensporig wordt beoordeeld.
Die beoordeling is dus variabel, afhankelijk van het gedrag van de fietser in aanwezigheid van een voetganger, een groep voetgangers of andere fietsers.


2)
Op sommige zonnige dagen telden medewerkers van Leefmilieu Brussel gedurende één uur vijfhonderd voetgangers en honderdvijftig fietsen, wat de co-existentie mogelijk conflictueus maakt doordat bepaalde delen van de promenade smal zijn.
Op verschillende momenten van de dag of in het weekend spelen heel jonge kinderen of gaan zij naar school of naar een sportclub, oudere mensen lopen naast elkaar en mensen met beperkte mobiliteit maken gebruik van de promenade, die verschillende wijken met elkaar verbindt via de vele toegangspunten, met toegangspaden die bijna vlak zijn en daardoor een goede toegankelijkheid bieden.

Om de co-existentie van de verschillende vervoermiddelen te vergemakkelijken, en op basis van artikel 10 van het gewestelijke parkreglement, dat bepaalt: “Elke gebruiker dient zich redelijk en voorzichtig te gedragen, op een zodanige manier dat hij geen enkel hinder of gevaar veroorzaakt voor zijn eigen fysieke integriteit, voor de andere gebruikers en voor het personeel dat belast is met het beheer en het onderhoud van het park. In het bijzonder moeten de gebruikers van een rijwiel erop toezien de zwakkere gebruikers niet in gevaar te brengen”, geven de parkwachters de voorkeur aan preventieve bewustmakingsmaatregelen.

Daartoe worden verschillende acties ondernomen:
- Een signalisatiecampagne zal bepaalde boodschappen en regels kracht bijzetten om de mensen eraan te herinneren dat ze voorzichtig moeten blijven en op anderen moeten letten (affiches langs de promenade, signalering van de plaatsen met het grootste risico, sensibiliseringsstand);
- Andere aanpassingen zijn gepland voor een vermindering van de druk die door de fietsers wordt uitgeoefend, met name tijdens de sleutelmomenten waarop er een maximale aanwezigheid van een gevarieerd publiek is (bijvoorbeeld gezinswandelingen op zondagnamiddag);
- Het organiseren van een opleiding voor de parkwachters om hen bewust te maken van en uit te rusten voor de problematiek van de fietsers, in de eerste plaats in de groene ruimten waar een moeizame co-existentie is vastgesteld: kennis over en aandacht voor de regels die specifiek van toepassing zijn op fietsers, bewustmakingsopdracht voor het aannemen van gepast gedrag ten aanzien van alle gebruikers, mogelijkheid om gemakkelijker in contact te komen met fietsers door het vermogen om technische basisbijstand te verlenen, kennis van de plaatselijke herstellingsnetwerken voor informatiedoeleinden, enz.
Die acties zijn uitgedacht en opgezet in nauwe samenwerking met de betrokken actoren op het terrein, zoals de gemeentelijke overheden van Oudergem, Sint-Pieters-Woluwe en Sint-Lambrechts-Woluwe, Brussel Mobiliteit, de politiediensten van de zone Montgomery en Marlow, de fietsverenigingen, de vereniging ‘Tous à Pied’ en het CAWaB.

3)
De parkwachters hebben een preventieve rol; zij zijn niet bevoegd om boetes uit te schrijven. Alleen de politie is in staat om in te grijpen.