Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de gemeentelijke administratieve sancties (GAS) en de behandeling van snelheidsovertredingen in Brussel

Indiener(s)
Jonathan de Patoul
aan
Elke Van den Brandt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit, Openbare Werken en Verkeersveiligheid (Vragen nr 815)

 
Datum ontvangst: 03/03/2021 Datum publicatie: 29/04/2021
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 20/21 Datum antwoord: 20/04/2021
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
19/03/2021 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Met de nieuwe reglementering en de overgang van Brussel naar een zone 30 zijn er al veel veranderingen doorgevoerd en het is belangrijk de automobilisten eraan te laten wennen en hen ervan bewust te maken. Dit houdt ook in dat de wet goed wordt gehandhaafd en dat er boetes worden uitgeschreven, steeds met het doel het aantal verkeersongevallen te verminderen. Daartoe moet het mogelijk zijn snelheidsovertredingen waar nodig te bestraffen. Zoals u ongetwijfeld weet, zijn alle snelheidsovertredingen, hoe klein ook, van strafrechtelijke aard. Het parket is al overbelast met andere zaken, en dat leidt er vaak toe dat minder ernstige overtredingen niet worden vervolgd. Op 9 oktober 2020 heeft Vlaanderen de wet betreffende de politie over het wegverkeer gewijzigd om het mogelijk te maken snelheidsovertredingen om te zetten in een gemeentelijke administratieve sanctie (GAS), wat de werklast van het parket sterk vermindert.

Het gebruik van de GAS-boetes maakt ook bemiddeling mogelijk, als alternatief voor een boete. Sommige gemeenten hebben dit systeem toegepast en boeken reeds zeer goede resultaten. Het doel moet natuurlijk niet zijn om koste wat het kost boetes op te leggen, maar om de mensen bewust te maken.

Kunt u mij daarom het aantal snelheidsovertredingen van minder dan 20 km/u boven de toegestane limiet geven dat in het jaar 2020 door het parket is behandeld? Zijn er veranderingen sedert Brussel een zone 30 is geworden? Is het aantal niet-vervolgingen van deze snelheidsovertredingen vastgesteld in een studie? Zo ja, kunt u mij de cijfers daarvan meedelen? Zijn er initiatieven genomen om dit tegen te gaan?

Valt het te overwegen de beslissing van de Vlaamse regering te volgen en de kleine snelheidsovertredingen die strafrechtelijk worden behandeld om te zetten in gemeentelijke administratieve sancties? Wat zouden de mogelijke hindernissen in Brussel zijn? Zijn er plannen om de evaluaties van de Vlaamse regering over deze wijziging van lichte snelheidsovertredingen in GAS-boetes te volgen? Is de mening van de gemeenten in het Brussels Gewest in dit verband gepeild en in aanmerking genomen? Hoe zit het met de mening van het parket van het arrondissement Brussel?
 
 
Antwoord    Het Parket heeft op 2 februari, vlak na de invoering van de Stad 30, een omzendbrief gepubliceerd waarin het zegt dat het enkel de grootste inbreuken zou vervolgen (d.i. overschrijdingen van de maximaal toegelaten snelheidslimiet en de technische tolerantie met meer dan 10 km/u.), behalve voor de prioritaire assen of soorten assen opgesomd door de politiezones en dit tot 2 mei.
De federale minister van Justitie heeft van verkeersveiligheid ook een van zijn prioriteiten gemaakt. Daarom wil hij, in het besef dat ondanks de vooruitgang van de controle- en sanctieketen de parketten en rechtbanken verzadigd blijven, een Nationaal Parket oprichten, om de behandeling van verkeersinbreuken te verbeteren, maar ook om de parketten in de arrondissementen te ondersteunen, in het bijzonder om de behandeling van deze snelheidsovertredingen te versterken.
Brussel Mobiliteit vroeg enkele maanden geleden aan Brulocalis om een onderzoek over de gemeentelijke administratieve sancties te voeren. Deze studie werd overgemaakt aan het parlement.

Zowel Brussel Mobiliteit als Brulocalis werden, samen met hun Vlaamse en Waalse collega’s, belast met de opvolging van deze materie.

Op 31 maart heb ik de gemeenten en politiezones uitgenodigd op een informatie- en uitwisselingsvergadering over dit onderwerp. Hierdoor kon een stand van zaken worden opgemaakt en konden de hindernissen en punten worden geïdentificeerd die nog moeten worden toegelicht vooraleer men de voor- en nadelen van elk systeem beter kan begrijpen. De discussie zal worden voortgezet op basis van de feedback uit het veld.
We hebben ook regelmatig contact met het Parket voor de opvolging van inbreuken die we wensen te optimaliseren. Daarom zal ik binnenkort de federale minister van Justitie voor deze kwestie ontmoeten.