Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de verminderingen van de reële huurprijs van sociale woningen voor kinderen ten laste en personen met een handicap

Indiener(s)
Joëlle Maison
aan
Nawal Ben Hamou, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bevoegd voor Huisvesting en Gelijke kansen (Vragen nr 523)

 
Datum ontvangst: 04/03/2021 Datum publicatie: 29/04/2021
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 20/21 Datum antwoord: 28/04/2021
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
19/03/2021 Ontvankelijk p.m.
28/04/2021 Bijlage aan het antwoord p.m. Bijlage
 
Vraag    Artikel 59 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 26 september 1996 houdende de regeling van de verhuur van woningen die beheerd worden door de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij of door de openbare vastgoedmaatschappijen, bepaalt dat de huurder die een sociale woning bewoont een vermindering van de reële huurprijs geniet wanneer hij of zij een of meer kinderen ten laste heeft. Deze vermindering van de reële huurprijs komt overeen met 5 % van de basishuurprijs voor een kind ten laste, 10 % van de basishuurprijs voor twee kinderen ten laste, 20 % van de basishuurprijs voor drie kinderen ten laste, 30 % van de basishuurprijs voor vier kinderen ten laste, 40 % van de basishuurprijs voor vijf kinderen ten laste en 50 % van de basishuurprijs voor zes kinderen of meer ten laste. Voorts bepaalt artikel 59 van het besluit van 26 september 1996 dat de sociale huurder geniet van een vermindering van de reële huurprijs gelijk aan 20 % van de basishuurprijs per volwassene erkend als gehandicapte die deel uitmaakt van zijn gezin.

Graag een antwoord op de volgende vragen:

1. Kunt u ons zeggen hoeveel sociale huurders in 2020 een vermindering van de reële huurprijs voor kind(eren) ten laste hebben genoten? Kunt u ons ook een tabel bezorgen met de verdeling van deze huurders over de zestien Brusselse OVM's?

2. Wat was volgens de statistieken van de BGHM voor het jaar 2020 het gemiddelde maandelijkse bedrag van de verminderingen van de reële huurprijs voor:
- Eén kind ten laste van het gezin;
- Twee kinderen ten laste;
- Drie kinderen ten laste;
- Vier kinderen ten laste;
- Vijf kinderen ten laste;
- Zes of meer kinderen ten laste?

3. Kunt u ons vertellen hoeveel sociale huurders in 2020 een vermindering van de reële huurprijs hebben gekregen omdat een volwassene erkend als gehandicapte deel uitmaakte van hun gezin? Kunt u ons ook een tabel bezorgen met de verdeling van deze sociale huurders over de verschillende OVM's?

4. Wat was volgens de gegevens van de BGHM voor het jaar 2020 het gemiddelde maandelijkse bedrag van de verminderingen van de reële huurprijs die werden toegekend aan sociale huurders omdat een volwassene erkend als gehandicapte deel uitmaakte van het gezin?
 
 
Antwoord    Ter informatie: de gegevens voor het jaar 2020 worden momenteel verwerkt. De gegevens die in dit antwoord worden verstrekt, zijn dus de gegevens voor het jaar 2019.

De tabel in bijlage 1 geeft het aantal gezinnen met kinderen weer (met of zonder handicap). Deze gezinnen hebben recht op verminderingen voor kinderen ten laste.

De verminderingen voor kinderen ten laste zijn vastgelegd in artikel 59 van het huurbesluit (BBHR van 26/09/1996). Hieronder vindt u wat er in dit artikel wordt bepaald:

“1 § 1. De maatschappij moet de nodige stappen ondernemen bij de Administratie van de Directe Belastingen met het oog op het verkrijgen van de in artikel 257, 3° van het Wetboek van de inkomstenbelastingen voor 1992 voorziene vermindering.
§ 2. De huurder geniet een vermindering van de reële huurprijs gelijk aan:
1° 5% van de basishuurprijs voor een kind ten laste van het gezin;
2° 10 % van de basishuurprijs voor twee kinderen ten laste van het gezin;
3° 20 % van de basishuurprijs voor drie kinderen ten laste van het gezin;
4° 30% van de basishuurprijs voor vier kinderen ten laste van het gezin;
5° 40 % van de basishuurprijs voor vijf kinderen ten laste van het gezin;
6° 50% van de basishuurprijs voor zes kinderen of meer ten laste van het gezin.
Deze vermindering wordt toegepast a rato van een twaalfde op de reële maandelijkse huurprijs. ”

Artikel 2 van hetzelfde besluit bepaalt dat "een kind erkend als gehandicapte wordt geteld als twee kinderen ten laste".

Onderstaande tabel geeft dus een overzicht van het theoretische bedrag van de vermindering van de reële huurprijs. Daartoe berekent de BGHM het in artikel 59 bedoelde percentage voor elk gezin (waarbij per gehandicapt kind 2 kinderen ten laste worden geteld) en past dit percentage vervolgens toe op de basishuurprijs van de woning van het gezin.

Aantal kinderen

verminderingen uitsluitend voor kinderen ten laste

0

 -   €

1

27,02 €

2

59,02 €

3

121,92 €

4

158,94 €

5

216,33 €

6 en meer

285,75 €

Gemiddelde

29,48 €

 



In de tabel in bijlage 2 wordt een overzicht gegeven van het aantal sociale huurders met een handicap per OVM.


Het op basis van de gegevens voor 2019 berekende theoretische bedrag is gemiddeld 27,28 euro per gezin met ten minste één volwassene met een handicap.