Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de ordonnantie over het bestuur binnen de OVM’s, met name wat betreft de bezoldiging van de leidinggevenden van de OVM’s

Indiener(s)
Bertin Mampaka Mankamba
aan
Nawal Ben Hamou, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bevoegd voor Huisvesting en Gelijke kansen (Vragen nr 526)

 
Datum ontvangst: 24/03/2021 Datum publicatie: 03/05/2021
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 20/21 Datum antwoord: 29/04/2021
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
29/03/2021 Ontvankelijk p.m.
29/04/2021 Bijlage aan het antwoord p.m. Bijlage
 
Vraag    Wij hebben van verschillende beheerders en werknemers van verschillende openbare vastgoedmaatschappijen (OVM) vernomen dat de directeur van een OVM-A geen salaris ontvangt dat gelijk is aan dat van de directeur van een OVM-B, ook al hebben zij hetzelfde aantal woningen. Meermaals is ons meegedeeld dat de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij (BGHM) een studie uitvoert om de lonen van de directieleden van de verschillende gefuseerde SISP's te harmoniseren, teneinde distorsies te vermijden die niet te verklaren zijn in het licht van de argumenten die door de begunstigde worden aangevoerd.
De fusie van de OVM's impliceert dat een harmonisatie van de salarissen en voordelen in natura moet worden doorgevoerd om het fusieproces van de OVM's uiteindelijk op een rendabele en efficiënte manier af te ronden, aangezien wij heel goed weten dat het doel was de dienstverlening aan de gebruikers te verbeteren en niet om hun comfort en welzijn na de fusie in gevaar te brengen.

Graag een antwoord op volgende vragen :
- Kunt u ons (zonder namen te noemen) zeggen wat het loonniveau (inclusief voordelen) is van de directeuren van de OVM's, van de kleinste tot de grootste?
- Hoe rechtvaardigt u deze vervorming, die soms van enkel tot dubbel gaat?
- Welke voordelen in natura worden toegekend aan de directeurs-generaal van de OVM's, de adjunct-directeurs, het hoger kaderpersoneel en andere personeelsleden van een OVM?
 
 
Antwoord    De ordonnantie van 19 april 2018 tot wijziging van de Brusselse Huisvestingscode werd effectief toegepast vanaf de goedkeuring van de omzendbrief 696 van 24 januari 2020 die bepalingen bevat met betrekking tot de bezoldiging van directeurs-generaal/directeurs-zaakvoerders en andere leidinggevende functies.

De BGHM kan geen voorbeelden geven van gevalideerde situaties sinds de inwerkingtreding van deze bepalingen. Gezien het geringe aantal situaties dat aan de BGHM moest worden voorgelegd, zouden deze immers gemakkelijk kunnen worden geïdentificeerd op basis van de categorie van het aantal woningen, het bedrag van de bezoldiging en de periode van indiensttreding (na 24 januari 2020).

De gekozen werkwijze in omzendbrief 696 is niet die van een gesloten systeem met een barema en eenmalige voordelen. Er is uitdrukkelijk voor gekozen de keuze van de onderdelen van het bezoldigingspakket aan de raad van bestuur van de OVM over te laten, ook al is elk van deze onderdelen geplafonneerd. Het staat het beslissingsorgaan dus vrij om niet alle onderdelen in het pakket op te nemen of om voor alle opgenomen onderdelen niet het maximum toe te passen.

Het bezoldigingspakket en eventuele wijzigingen daarvan moeten vooraf door de BGHM worden goedgekeurd.

De onderdelen van het salarispakket zijn de bezoldiging en voordelen zoals het mobiliteitsplan, de groepsverzekering en de dekking van beroepskosten. De directeur kan één of meerdere van deze voordelen toegekend krijgen. Er kan ook worden beslist hem een voordeel toe te kennen vanaf een bepaalde anciënniteit of na een gunstige evaluatie.


· De bezoldiging:

Wat de bezoldiging van directeurs-generaal/directeurs-zaakvoerders betreft, geldt als absoluut maximum het barema dat van toepassing is voor de personeelsleden van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en die is opgenomen in bijlage II bij het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 maart 2018 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, in functie van de categorisering in de bijlage.

Voor categorie 1 is het als absoluut maximum opgelegde gewestelijke barema A410 en voor categorie 2 is het barema A500. De in de betreffende salarisschalen vermelde bedragen zijn bruto jaarbedragen. Die bedragen worden gekoppeld aan de spilindex 138,01, overeenkomstig de bepalingen die van toepassing zijn op het personeel van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
Er kunnen geen managementtoelages worden toegekend.

· Een mobiliteitsplan:

De raad van bestuur van de OVM kan in het bezoldigingsplan een mobiliteitsplan opnemen voor een maximumbedrag van 1.000 euro (brutobezoldiging bediende) per maand. Dit bedrag wordt jaarlijks geïndexeerd.

· Een groepsverzekering:

De raad van bestuur kan in het bezoldigingspakket een groepsverzekering opnemen en de modaliteiten bepalen van de verzekering, inclusief de eventuele werknemersbijdrage. De verzekeringspremie bedraagt tussen 4% en 8% van het brutojaarloon van de werknemer.


· De beroepskosten:

De raad van bestuur van de OVM bepaalt de manier waarop de kosten die de werknemer maakt, worden terugbetaald. Daarvoor gelden minstens de volgende principes:

o Verplichte voorlegging van bewijsstukken;

o Verklaringen op erewoord worden aanvaard voor verplaatsingen met de eigen wagen. Verplaatsingskosten kunnen niet worden terugbetaald wanneer de directeur-zaakvoerder een mobiliteitsplan heeft;
o Forfaitaire vergoedingen en premies afgesproken binnen het sociale overleg (paritair comité 339) zijn toegestaan.


Overuren rechtvaardigen geen compensatie. Het bevoegde orgaan van de OVM kan voor uitzonderlijke situaties wel een systeem invoeren voor de recuperatie van uren, met uitsluiting van elke financiële compensatie.


Gelet op het bestaan van een ongelijke bezoldiging binnen de sector vóór de inwerkingtreding van de omzendbrief 696, en rekening houdend met het feit dat de bezoldiging één van de basiselementen is van de arbeidsovereenkomst tussen de verschillende directeurs en hun werkgever, behouden de directeurs die al benoemd waren op het moment van de opneming van de nieuwe regeling in de beheersovereenkomst middels de ondertekening van een aanhangsel en in het reglement, het voordeel van de rechten die hen zijn toegekend.

In dit verband heeft de vorige bevoegde minister, mevrouw Céline Frémault, de volgende verklaringen afgelegd in het Brussels Parlement tijdens de plenaire vergadering van 16 maart 2018 (I.V. Nr. 25 – zitting 2017-2018 - Integraal verslag - Plenaire vergadering van vrijdag 16 maart 2018 - Ochtendvergadering p. 24):

“Zoals ik u heb beloofd in de commissie, heb ik een gespecialiseerd advocatenkantoor geraadpleegd om te weten te komen of deze salarisschalen konden worden opgelegd aan de leidinggevenden en zaakvoerders die al in dienst waren vóór de tenuitvoerlegging van de ordonnantie. Ik heb het advies trouwens vóór onze plenaire vergadering doorgestuurd naar alle leden van de commissie. Volgens de juristen kan er voor de lopende overeenkomsten onmogelijk een bezoldigingsvermindering worden opgelegd aan de leidinggevenden van de OVM’s, tenzij zij daarmee akkoord gaan “.

Vóór de door de BGHM goedgekeurde maatregelen bestonden er geen sectorspecifieke regels. Alleen de regels van het gewone arbeidsrecht en het paritair comité 339 waren van toepassing.


Wat betreft de voordelen in natura die aan directeuren, adjunct-directeuren, leden van het hoger kader en ander OVM-personeel worden toegekend, kan de BGHM geen exhaustieve lijst voor alle OVM-personeelsleden opstellen, aangezien niet alle OVM's verplicht zijn hun bezoldigingspakketten voor alle personeelsleden ter goedkeuring aan de BGHM voor te leggen.




Voor leidinggevende functies bestonden er vóór de inwerkingtreding van de maatregelen van omzendbrief 696 geen specifieke regels voor de sector. Zoals hierboven reeds vermeld waren enkel de regels van het gewone arbeidsrecht en het paritair comité 339 van toepassing. Er was geen voorafgaande goedkeuring door de BGHM.


Bovendien zijn er voor andere dan leidinggevende functies geen sectorspecifieke regels. Enkel de regels van het gewone arbeidsrecht en het paritair comité 339 zijn van toepassing. Het bezoldigingspakket voor deze functies hoeft niet ter goedkeuring aan de BGHM te worden voorgelegd.


Ter illustratie vindt u hieronder twee bezoldigingspakketten buiten het loon:

Eerste voorbeeld:

1. een eindejaarspremie;
2. een groepsverzekering met vaste bijdrage;
3. een hospitalisatieverzekering;
4. een MIVB/MTB-abonnement;
5. maaltijdcheques van 8 euro/dag;
6. een jaarlijkse cadeaucheque van 35 euro;

7. ecocheques (250 euro);
8. een laptop en een smartphone + abonnement;
9. de mogelijkheid om een elektrische bedrijfsfiets te vragen;

Tweede voorbeeld:

1. maaltijdcheques van 8 euro/dag;
2. een groepsverzekering met vaste bijdrage;

3. een hospitalisatieverzekering;
4. Een MIVB-abonnement;
5. Onbeperkt gsm-abonnement.