Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de opvolging van het regeerakkoord inzake de capaciteitsuitbreiding van de kinderopvang georganiseerd door de Gemeenschappen.

Indiener(s)
Bianca Debaets
aan
Bernard Clerfayt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Werk en Beroepsopleiding, Digitalisering, Plaatselijke Besturen en Dierenwelzijn (Vragen nr 656)

 
Datum ontvangst: 16/03/2021 Datum publicatie: 03/05/2021
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 20/21 Datum antwoord: 27/04/2021
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
02/04/2021 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    In het voorjaar van 2015 besliste de Brussel Regering om ter ondersteuning van de capaciteitsuitbreidingen kinderopvang van de gemeenschappen respectievelijk 259 (ACS, aan Franstalige kant) en 65 VTE’s (GECO, aan Nederlandstalige kant) te voorzien in de periode 2015-2019. Dankzij de bijkomende middelen van de VGC en de Vlaamse Gemeenschap leidde dit aan Nederlandstalige zijde tot 1.000 extra inkomensgerelateerde plaatsen. Voor ONE werden 2.214 plaatsen vooropgesteld binnen het Plan Cigogne III (volet 2).

In het regeerakkoord 2019-2024 staat over de opvang voor jonge kinderen onder meer het volgende (cf. p.54-55): “In dat verband verbindt de Regering zich ertoe de jaarlijkse terugkerende dotatie aan de COCOF en de VGC voor projectoproepen voor de oprichting van kinderdagverblijven te handhaven. Zij bevestigt ook de toezeggingen die op 20 juni 2013 in het kader van het Cigogne III–plan zijn gedaan en verbindt zich ertoe
de 106,5 GECO-betrekkingen ter beschikking te stellen die nodig zijn voor de uitvoering van het laatste deel voor de periode 2019-2022, waaraan nog de GECO-betrekkingen voor de VGC dienovereenkomstig moeten worden toegevoegd.”

Het Gewest hanteert hier een verdeling 8/2, dus de Vlaamse Gemeenschap kan zich op basis van deze paragraaf verwachten aan 26,5 VTE.

Op donderdag 11 maart laatstleden werd in dit kader tevens het akkoord afgekondigd tussen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de Franse Gemeenschap en de COCOF, waarbij werd bevestigd dat er 2.100 extra plaatsen gecreëerd zouden worden tegen 2025..

Vandaar dat ik u graag volgende vragen stel:

- Wat is de graad van realisatie van het Plan Cigogne III (volet 2)? Werden de 259 VTE’s en de vooropgestelde 2.214 plaatsen eind 2019 effectief gerealiseerd? Indien dit niet het geval zou zijn: welke afspraken werden hierover gemaakt met ONE en de inrichtende machten die in 2015 een belofte tot uitbreiding vroegen en kregen?
- Het Regeerakkoord stelde een perspectief van 2019-2022, vandaag wordt de horizon echter gezet op 2025. Wat betekent dit voor de vooropgestelde 106,5 VTE’s? Zijn deze toewijzingen vertraagd of is er een groter contingent beschikbaar gesteld?
- Wanneer mogen we het akkoord over de overeenkomstige VTE’s voor de Vlaamse Gemeenschap verwachten?
 
 
Antwoord    Ik dank u voor deze vraag, maar zij valt onder de bevoegdheid van Mijnheer Rudi Vervoort.