Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de algemene beleidsverklaring en het project inzake blikjes en flessen met statiegeld

Indiener(s)
Gladys Kazadi
aan
Alain Maron, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie (Vragen nr 775)

 
Datum ontvangst: 28/04/2021 Datum publicatie: 24/06/2021
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 20/21 Datum antwoord: 31/05/2021
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
30/04/2021 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    In het besef dat de huidige inzameling van plastic flessen en blikjes tot een te laag recyclagepercentage leidt, heeft uw regering beslist om de invoering van statiegeld in haar ABV op te nemen. Ter herinnering wordt daarin het volgende vermeld: "De Regering zal een systeem van statiegeld voor blikjes en plastic flessen invoeren.”

Gezien het gebrek aan initiatieven in die richting tot nu toe, hebben wij hoorzittingen gevraagd, die in deze commissie zullen plaatsvinden. Tegelijkertijd werd de “Petitie voor statiegeld op PET-blikjes en -flessen” ingediend door het "Collectief voor het Brusselse Statiegeld".
Deze hoorzittingen zullen het zeker mogelijk maken om de standpunten van de volksvertegenwoordigers over dit onderwerp te verhelderen, al betreur ik het gebrek aan diversiteit onder de sprekers.

De regering als zodanig moet echter ook haar eigen deskundigheid ontwikkelen, luisteren naar de spelers in de sector en analyseren wat er in het buitenland wordt gedaan.

Met respect voor het proces dat in het Parlement aan de gang is, zou ik graag meer willen weten over het standpunt van de regering ter zake, aan de hand van de volgende vragen:

- Als uw regering in haar ABV schrijft dat zij een systeem van statiegeld zal invoeren, begrijp ik dat de uitvoerende macht voorstander is van een dergelijk project. Op basis van welke argumenten baseert u uw standpunt in 2019?
- Welke verschillende actoren heeft uw regering ontmoet inzake flessen en blikjes met statiegeld? Hoeveel ontmoetingen hebben plaatsgevonden en met welke belanghebbenden? Hoe zit het met Leefmilieu Brussel? Zijn andere kabinetten dan die van u betrokken bij deze kwestie?
- Hoe blijft uw regering op de hoogte van initiatieven in het buitenland, met name in Nederland, waar onlangs het statiegeld op blikjes is aangekondigd, na het succes van het statiegeld op flessen? Hebt u actoren als Recycling Netwerk Benelux, Bond Beter Leefmilieu, IEB ontmoet met betrekking tot het statiegeld?
 
 
Antwoord    De problematiek van statiegeld moet in een bestaande context worden beschouwd en aan een uitvoerige analyse worden onderworpen. Aan het begin van de legislatuur heb ik toegezegd een grondige analyse van het statiegeldsysteem uit te voeren alvorens bij de regering voorstellen in te dienen, zoals voorgeschreven in de gewestelijke beleidsverklaring. Die analyse is aan de gang.
Er moet rekening mee worden gehouden dat er momenteel een functioneel systeem bestaat (Fost Plus) en dat de nieuwe blauwe zak, waarvoor de aard van het aanvaarde plastic verpakkingsafval is gemaximaliseerd, onlangs is gelanceerd. In dat kader is het van belang de verschillende instrumenten en systemen als één geheel te analyseren en niet als parallelle projecten zonder onderlinge wisselwerking.
In afwachting van de conclusies van de lopende studies en processen is het nu al duidelijk dat een algemeen statiegeldsysteem voor wegwerpverpakkingen voor dranken in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest alleen waarschijnlijk niet doeltreffend zal zijn. Indien voor een statiegeldsysteem wordt gekozen, zou dat op nationaal niveau moeten worden ingevoerd, via een samenwerkingsakkoord met de twee andere gewesten.
De actoren van het noodzakelijke intergewestelijke overleg zijn de 3 bevoegde gewestelijke administraties, de OVAM voor Vlaanderen, de SPW ARNE - DSD voor het Waalse Gewest en natuurlijk Leefmilieu Brussel voor het Brusselse Gewest en, ruimer gezien, alle leden van de Interregionale Verpakkingscommissie. Dit onderwerp wordt dan ook regelmatig besproken op de vergaderingen van de Commissie.
Daarom zijn wij momenteel bezig de voor- en nadelen van het statiegeld te objectiveren, met name wat betreft de gevolgen ervan voor de blauwe zak - de oude, maar ook de nieuwe.
Via mijn administratie ben ik ook op de hoogte van wat er in het buitenland gebeurt en wij volgen de ontwikkelingen in de buurlanden en in landen waar een historisch statiegeldsysteem bestaat, zoals Noorwegen. In dat verband is het interessant op te merken dat de vergelijkende analyses van de Interregionale Verpakkingscommissie momenteel aantonen dat er geen verbetering van de recyclageresultaten kan worden verwacht na de invoering van statiegeld. Voor de best presterende statiegeldsystemen wordt een terugbreng- en recyclagepercentage van 85% vastgesteld. Ter vergelijking: het huidige percentage van het bestaande systeem (Fost Plus) voor blikjes en plastic flessen in België bedraagt ook ongeveer 85%.
Een inzamelingsdoelstelling van 90% voor drankverpakkingen tegen 2022 werd al vastgesteld in het herziene samenwerkingsakkoord inzake de preventie en het beheer van verpakkingsafval. Verbeteringsmaatregelen, waaronder het statiegeld, moeten daarom worden bestudeerd. Daar is de administratie mee bezig.
Verder vermeldt u de invoering van het statiegeld op blikjes in Nederland na het succes van het statiegeld op flessen. In dit stadium bestudeert mijn administratie onder meer dat geval, maar ze heeft nog niet voldoende cijfergegevens kunnen vinden om dit succes te illustreren en een adequate vergelijking met ons systeem te maken. Het is ook interessant om te kijken naar de verwachte gedragsverandering bij de bevolking na de invoering van statiegeld op wegwerpverpakkingen voor dranken. Ondanks uitgebreid onderzoek is mijn administratie er nog niet in geslaagd relevante studiedocumenten te vinden waaruit blijkt dat het zwerfvuil van drankverpakkingen daadwerkelijk wordt verminderd. In verschillende recente studies wordt ervan uitgegaan dat een dergelijke gedragsverandering zal optreden, maar deze hypothese wordt niet gestaafd door empirische gegevens. U zult dus begrepen hebben dat het statiegeld een onderwerp is waarvoor wij een echt gebrek aan empirische gegevens vaststellen. Wij zijn verbaasd over deze bevinding, maar er moet eerst degelijk kwantitatief werk worden verricht voordat er besluiten kunnen worden genomen. Daarom wilde ik ervoor zorgen dat de nauwkeurigheid van een evenwichtige en voorzichtige analyse van de effecten de overhand zou krijgen.
In dat verband heb ik de administratie ook opgedragen informatie in te winnen bij de betrokken buitenlandse administraties, met de nadruk op de beschikbare empirische gegevens over de afvalstromen en de evolutie daarvan na de invoering van statiegeld, alsook over de feitelijke participatiegraad van de bevolking aan het statiegeldsysteem en de manier waarop dat wordt gemeten. Bovendien is Leefmilieu Brussel goed op de hoogte van de verschillende actoren die u vermeldt en houdt het rekening met hun positie bij dit onderzoek en deze objectiveringen. Leefmilieu Brussel is natuurlijk bereid hen te ontmoeten als zij dat wensen. In dat verband moet worden opgemerkt dat mijn kabinet begin maart 2020 een ontmoeting heeft gehad met leden van Recycling Netwerk Benelux.
Al deze stappen moeten het uiteindelijk mogelijk maken de mogelijke voordelen of nadelen, de grenzen en de mogelijke logistieke, operationele, financiële en milieu-effecten van een statiegeldsysteem te objectiveren. Dit is een werk in uitvoering en er zullen besluiten worden genomen zodra al deze elementen zijn verduidelijkt.