Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende het seksisme en het geweld in de studentenfolklore.

Indiener(s)
Viviane Teitelbaum
aan
Nawal Ben Hamou, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bevoegd voor Huisvesting en Gelijke kansen (Vragen nr 628)

 
Datum ontvangst: 17/05/2021 Datum publicatie: 19/07/2021
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 20/21 Datum antwoord: 07/07/2021
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
11/06/2021 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Sinds enkele maanden laten jonge vrouwen van zich horen in de universiteiten en hogescholen van ons Gewest.

Ze stellen aan de kaak dat "incidenten” of veeleer daden van agressie gemeengoed zijn geworden en gebanaliseerd worden in de studentenfolklore: verkrachtingen als ze na een feestje huiswaarts keren, misbruik in de studentenkringen, pesterijen op de campus. Ze hekelen eveneens de tolerantie van de autoriteiten en hun medestudentes ten opzichte van dergelijke daden. Ze eisen dat er een einde wordt gemaakt aan het banaliseren van geweld dat niet alleen geïnstitutionaliseerd is, maar vooral ook opgeëist, bewust doorgegeven en in stand gehouden wordt.(1)

Na die oproepen worden, zoals vaak het geval is, ook hier hun woorden geringschattend onthaald. De tradities zijn zo sterk ingeburgerd dat sommige studenten, oud-studenten en leden van het academisch corps zich van het protest distantiëren. Maar ik geloof de jonge vrouwen.

Het is zeker niet hun bedoeling om kritiek te leveren op de studentenfolklore, maar om net als jonge mannen in alle vrijheid te kunnen uitgaan zonder geconfronteerd te worden met het seksisme dat hen omringt, zonder dat hun instemming niet gevraagd wordt, zonder het risico te lopen om verkracht te worden wanneer ze na een feestje huiswaarts keren of achteraf te horen te krijgen dat ze minder hadden moeten drinken en "duidelijker neen hadden moeten zeggen".

De bevoegdheid voor het hoger en universitair onderwijs ligt natuurlijk bij een ander gezagsniveau. In Brussel bevinden zich echter verschillende hogescholen en universiteiten, een deel van die jongeren woont in Brussel en sommige daden worden ook in Brussel gepleegd.

In uw actieplan heb ik echter, afgezien van misschien Actie 18 - bewustmakingscampagnes voeren die ook op jongeren zijn gericht (blz. 61), geen enkele actie kunnen vinden die op de jongeren gericht is en ertoe strekt die daden te voorkomen en te bestrijden.

In dat verband wens ik u de volgende vragen te stellen:

- Omvat actie 18 de ontwikkeling van doeltreffende preventiecampagnes door professionals ter attentie van de studenten en docenten?
- Overweegt u om in samenwerking met uw collega bevoegd voor gelijkheid in de Federatie Wallonië-Brussel werkgroepen op te richten met professionals om de slachtoffers te helpen?
- Uw collega die bevoegd is voor het hoger onderwijs, moedigt degenen die naar buiten komen, ertoe aan klacht in te dienen om een einde te maken aan de straffeloosheid en om voor opvang te zorgen. Hoe kunt u die aanpak in Brussel overnemen of via BPV ondersteunen?
- Komt het onderwerp aan bod op de IMC Vrouwenrechten? Welke diagnose wordt daar gesteld? Welke oplossingen worden voorgesteld?

Balance ton folklore, Balance ton unif : Pour une vie étudiante en sécurité - CFFB
 
 
Antwoord    Het is van essentieel belang dat de Brusselse jongeren zich in alle vrijheid en veiligheid kunnen ontplooien en hun jeugd kunnen beleven, of ze nu studeren of niet.

Onze "toolbox" omtrent
seksuele intimidatie tijdens de Brusselse festivals is bijgevolg een initiatief dat daartoe dient. Deze actie van het gewestelijk plan wordt ontwikkeld in het kader van het project Safe'stivals van de vereniging Fédération laïque des centres de planning familial, dat gefinancierd wordt door mijn bestuur equal.brussels.

De
Fédération laïque werkt momenteel aan een publicatie om festivalgangers te informeren over en bewust te maken van instemming en seksuele intimidatie. Deze publicatie zal via papieren versie en online worden verspreid tijdens de Brusselse festivals. Bovendien zullen vertegenwoordigers van de organisatie er een stand hebben waar ze in dialoog kunnen gaan met de festivalgangers over dit onderwerp.

De
bewustmakingscampagnes die zijn aangekondigd in het kader van actie 18 van het gewestelijk plan ter bestrijding van geweld tegen vrouwen omvatten geen specifieke campagnes gericht op leerkrachten of studenten, aangezien deze doelgroepen niet onder onze bevoegdheid vallen. De campagnes die equal.brussels de komende jaren zal voeren, zullen gericht zijn op het brede publiek, maar zullen ook boodschappen bevatten voor jongeren of andere specifieke doelgroepen. Een van de onderwerpen die aan bod zal komen, is de strijd tegen seksuele intimidatie in de openbare ruimte, met als doel concrete instrumenten aan te reiken om deze vorm van geweld te voorkomen en te bestrijden.


Wat uw vraag over de samenwerking met mijn ambtgenoot van de Franse Gemeenschap betreft, kan ik u melden dat wij de volgende maandelijkse bijeenkomst van de taskforce rond geweld, waarin onze beide kabinetten zijn verenigd, zullen aangrijpen om dit onderwerp op de agenda te plaatsen.

Wat de
klachten over seksueel geweld betreft, werkt equal.brussels momenteel aan een publicatie over de rechten van slachtoffers en de mogelijkheden waarover ze beschikken om geweld te melden en een klacht in te dienen.

Om gevolg te geven aan de aanbevelingen van het maatschappelijk middenveld, zal deze publicatie in verschillende talen worden verspreid: niet alleen in het Frans, Nederlands en Engels, maar ook in de andere meest gesproken talen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Wat
uw vraag over BPV betreft, moet ik u melden dat dit niet onder mijn bevoegdheid valt, maar onder die van de Minister-president. Hij heeft me de volgende informatie verstrekt:

Concreet wordt het aantal incidenten van agressie of seksuele intimidatie binnen het studentenleven of de studentenfolklore niet als zodanig opgenomen in de Algemene Nationale Gegevensbank, omdat er geen rekening wordt gehouden met de context waarin de misdrijven begaan worden.


Op dit moment lijkt het dan ook erg moeilijk om uit de statistieken van fysiek, verbaal of psychologisch geweld gegevens te halen over het aantal verkrachtingen dat op de terugweg van een feestje wordt gepleegd, het aantal misbruiken in studentenkringen of het aantal gevallen van intimidatie op een campus. Om een dergelijke oefening te kunnen uitvoeren, zou Brussel Preventie en Veiligheid (BPS) op zijn minst toegang moeten hebben tot de ruwe gegevens van de ANG zodat het de beschikbare informatie kan kruisen met andere gegevens. Bovendien moet deze kwantitatieve oefening gepaard gaan met een kwalitatieve analyse, hetgeen betekent dat alle geïdentificeerde processen-verbaal moeten worden gelezen.

Voor de acties die BPV onderneemt tegen interpersoonlijk geweld, met name via het Veiligheids- en Preventieplan, verwijzen we u naar het antwoord op de vraag van mevrouw Aït Baala over het ZSG in de Commissie voor Gelijke Kansen van 8 juni 2021.

Wat ten slotte uw vraag over de IMC betreft, moet u weten dat het onderwerp geweld gedurende mijn jaar als voorzitter op de agenda van de IMC heeft gestaan. Zoals u echter weet, hebben we ons voornamelijk moeten focussen op de dringende en essentiële kwesties, namelijk het bestrijden van de gevolgen van de gezondheids- en lockdownmaatregelen voor vrouwen en van het geweld dat zij ondergaan.

De specifieke kwestie van studentenfolklore werd niet als dusdanig besproken. De drie onderwerpen waaraan we hebben gewerkt en die op 11 juni jongstleden hebben geleid tot de goedkeuring van drie fiches, zijn: intimidatie in de openbare ruimte, cyberpesten en de strijd tegen de kwetsbaarheid van vrouwen. Het onderwerp van uw vraag zou tijdens het volgende voorzitterschap kunnen worden voorgesteld. Dat voorzitterschap wordt waargenomen door de Franse Gemeenschap, waardoor het mogelijk zou worden twee bevoegdheden van deze instantie te combineren, maar het is niet aan mij alleen om te beslissen over de onderwerpen die tijdens het toekomstige voorzitterschap zullen worden behandeld.