Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de waterstofbussen.

Indiener(s)
Youssef Handichi
aan
Elke Van den Brandt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit, Openbare Werken en Verkeersveiligheid (Vragen nr 952)

 
Datum ontvangst: 15/06/2021 Datum publicatie: 28/09/2021
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 20/21 Datum antwoord: 28/07/2021
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
18/06/2021 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Om te voldoen aan de eisen van de lage-emissiezone, met het verdwijnen van verbrandingsmotoren tegen 2035, kondigde de MIVB eind december 2019 aan dat zij onderzoek zou doen naar waterstofbussen. Deze tests zullen uiteindelijk starten in 2021, voor een periode van 2 jaar. De MIVB kondigt aan dat zij een waterstofbus zal huren van de Belgische fabrikant Van Hool en die op verschillende lijnen zal testen. De testfase zal worden georganiseerd in samenwerking met de VUB en de ULB.

Wij kunnen dit alleen maar toejuichen, aangezien de ontwikkeling van waterstof reeds lang door de PTB wordt bepleit als een manier om de klimaatuitdaging aan te gaan. Op voorwaarde dat het geproduceerd wordt met hernieuwbare energie.

Wij hebben een fabrikant van waterstofbussen in ons land, het Mechelse Van Hool, die over de hele wereld kopers vindt voor zijn waterstofbussen, behalve in België. In Frankrijk en Duitsland rijden overigens al bussen op waterstof.

Mijn vragen zijn dus als volgt:

- Waar en hoe zal de waterstof geproduceerd worden? Welke projecten liggen momenteel op tafel voor deze productie? De tijd dringt gezien de klimaatnoodsituatie.

- Welke aspecten zullen in de test aan bod komen? Wat zal de toegevoegde waarde zijn van de ervaringen met waterstofbussen die al in gebruik zijn in Frankrijk (Rijsel, Pau ...) en Duitsland (Keulen ...)? Welke contacten hebt u met de vervoersmaatschappijen in deze steden?

- Dit is een grote logistieke uitdaging. Waarom zouden we andere projecten er niet ook van laten profiteren, zoals TEC en De Lijn?
 
 
Antwoord    Eén van de belangrijkste uitdagingen van de MIVB bestaat in de elektrificering van haar busvloot in het kader van de energietransitie.

In deze context gaat de MIVB de mogelijke technologische bijdrage van elektrische bussen op waterstof bestuderen.

Vanaf deze zomer zal er dus een voertuig op het net getest worden.

De doelstellingen van deze test zijn hoofdzakelijk gelinkt aan het verwerven van de nodige kennis bij de MIVB. Het gaat met name over het beter vatten van de voordelen en beperkingen van deze technologie en haar operationele impact, over verwerving van een referentiekader gelinkt aan deze waterstofmodus in het Brussels Gewest en over de analyse van de mate waarin deze technologie vervolgens uitgerold zou kunnen worden als steun aan de elektrificering van de busvloot.

De waterstof die gebruikt zal worden zal volledig koolstofneutraal zijn. Er bestaan veel projecten met productie van groene waterstof, namelijk waarbij waterstof geproduceerd wordt op basis van hernieuwbare elektriciteit. Het meest recente voorbeeld is dat van 11 mei 2021 van VoltH2 in Terneuzen in samenwerking met Virya Energy (de energieholding van Colruyt), die de bouw van een groene waterstofcentrale voorbereid in de North Sea Port in Terneuzen. Deze centrale zal in de nabije toekomst 3.600 ton groene waterstof per jaar produceren.

De test zal gaan over de mogelijkheid van flexibele uitbating. Een elektrische bus op batterijen heeft verschillende uren stilstand nodig om terug opgeladen te kunnen worden, wat de uitbating complex en weinig flexibel maakt. Een bus op waterstof is ook een bus op elektrische aandrijving waarvan de batterijen vervangen zijn door een waterstofreservoir en voorzien van brandstofcellen. De tijd nodig om te herladen op waterstof is kort. De MIVB wil dus testen in welke mate ze over elektrische voertuigen zou kunnen beschikken waarbij er een flexibel gebruiksgemak is zoals bij vloeibare brandstoffen.

De MIVB heeft contact gehad met het bedrijf RVK in Keulen dat al tientallen bussen op waterstof op het net rijden heeft en het bedrijf SMTAG in de streek rond Lens (Pas-de-Calais Frankrijk). Er werden heel wat data gedeeld met deze operatoren en andere.

Het gebruik van zo’n technologie moet echter eerst ter plaatse getest worden, op beperkte schaal en in functie van de lokale belemmeringen die eigen zijn aan het MIVB-net. Het voertuig op zich is maar een deel van de test. Alle logistiek van waterstof die de bus van energie voorziet moet ook in praktijk geanalyseerd worden op ons net. Bij deze test zal het personeel van de MIVB en de klanten tot slot ook kennis kunnen maken met deze technologie. De logistieke uitdaging is wel degelijk erg groot. De MIVB staat dus in contact met de betrokken diensten bij TEC en De Lijn.