Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de gewestelijke gelegenheden en publicaties waartoe een beroep werd gedaan op de Federale Deontologische Commissie.

Indiener(s)
Bianca Debaets
aan
Elke Van den Brandt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit, Openbare Werken en Verkeersveiligheid (Vragen nr 966)

 
Datum ontvangst: 11/06/2021 Datum publicatie: 21/09/2021
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 20/21 Datum antwoord: 16/09/2021
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
07/07/2021 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    In het voorjaar van 2014 werd een Federale Deontologische Commissie opgericht, die onder meer tot doel heeft om, op vraag van een openbaar mandataris, advies te geven over een specifieke kwestie aangaande deontologie, ethiek of belangenconflicten die hem betreft. Sinds 2018 is hier ook een uitgewerkte Deontologische Code aan vastgekoppeld, die duiding geeft bij regels van deontologische aard, ethische regels of regels betreffende belangenconflicten, evenals elke richtlijn die de Commissie nuttig acht inzake deontologie, ethiek en belangenconflicten.

Eén specifiek geval waarin deze Federale Deontologische Commissie een rol te spelen heeft, is in het beoordelen van de publicaties waar regeringsleden hun naam, toenaam en beeltenis aan verbinden. Zo communiceert elk regeringslid uiteraard op verschillende manieren met de burger, maar het is belangrijk dat dit deontologisch gezien op een correcte manier verloopt.

Vandaar dat ik u graag volgende vragen stel:

- Kan u een overzicht geven van alle publicaties (titel + onderwerp) die sedert deze legislatuur werden uitgebracht en de manier waarop u hier expliciet uw beeltenis en uw naam aan verbonden heeft? Kan u ook toelichten om welke oplage het hierbij telkens ging en welke middelen er voorzien werden voor de publicatie ervan?
- Kan u in het bijzonder toelichten of u tijdens deze legislatuur reeds het advies van deze Federale Deontologische Commissie hebt ingewonnen naar aanleiding van bovenstaande publicaties of andere campagnes waaraan u uw naam en/of stem verleend heeft? Welk advies hebt u omtrent deze publicaties ontvangen van deze Commissie?
- Kan u duiden of u, uw administraties of uw kabinetten tijdens deze huidige legislatuur reeds beroep hebt gedaan op deze Federale Deontologische Commissie? Zo ja, om welke aangelegenheden ging het hierbij? Welk advies hebt u omtrent deze publicaties ontvangen van deze Commissie?
- Op welke manier garandeert u dat alle nodige personen in uw administraties of kabinetten, inclusief uzelf, op de hoogte is van de geldende regels die werden opgenomen in de Deontologische Code?
 
 
Antwoord    Sinds het begin van deze legislatuur zijn de enige verwijzingen naar de voogdijminister in publicaties of bij evenementen (naast een heel aantal citaten in persberichten) die in het kader van het Gewestelijk Mobiliteitsplan Good Move.

In het plan zelf worden de minister en alle andere regeringsleden (citaten uit het persbericht van de Regering) geciteerd op pagina's 10 en 11.

Op pagina 2 van de samenvatting van het plan staan er een foto en een citaat van de minister. Zij vestigt daar de aandacht op de door Brussel Mobiliteit geleide constructieve samenwerking.

Voor beide documenten: verspreiding via de portaalsite van Brussel Mobiliteit + de Good Move-newsletter + gedrukte documenten voor de partners en het beleid.

Gebruikte middelen: lay-out in het kader van de opdracht het plan uit te werken, drukken en verspreiden op de begroting van Brussel Mobiliteit.

Brussel Mobiliteit heeft in dit kader de federale deontologische commissie niet om advies gevraagd. 

Ter herinnering : de MIVB is geen administratie maar een instelling van openbaar nut.

Sinds het begin van de legislatuur verscheen de naam van de minister in 30 persberichten van de MIVB, waaronder één persbericht verstuurd door Beliris waaraan de MIVB was verbonden.

De MIVB heeft geen beroep gedaan op de Federale Deontologische Commissie.

Wat parking.brussels betreft, werd mij door het agentschap enkel gevraagd mijn mening te uiten in vier van hun persberichten.