Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de conclusies van de geluids- en trillingsmetingen aan de Derbylaan in Elsene

Indiener(s)
Marc Loewenstein
aan
Alain Maron, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie (Vragen nr 905)

 
Datum ontvangst: 09/09/2021 Datum publicatie: 16/11/2021
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 20/21 Datum antwoord: 27/10/2021
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
20/09/2021 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag    Eind april heb ik u een vraag gesteld over de overlast die de bewoners van de Derbylaan in Elsene ondervinden van trams die aan een te hoge snelheid passeren.

Omdat zij niet het gevoel hadden dat de gemeentelijke en gewestelijke autoriteiten rekening hielden met hun grieven, hebben de bewoners zich gemobiliseerd en een verzoekschrift ingediend met het oog op de uitvoering van akoestische en trillingdempende maatregelen in toepassing van artikel 10 van de ordonnantie van 17 juli 1997 betreffende de strijd tegen geluidshinder in een stedelijke omgeving.

Een eerste meetcampagne werd eind april vorig jaar georganiseerd, een tweede begin juni. De resultaten van deze twee campagnes zouden in de loop van de zomer aan de bewoners, de gemeente en de MIVB worden toegezonden. Tot op heden zijn deze nog niet aan de bewoners meegedeeld.

De eerste meetcampagne werd door de omwonenden sterk betwist omdat er een voertuig van de MIVB aanwezig was, met brandende koplampen, dat de bestuurder eraan herinnerde op het betrokken traject langzamer te rijden. Dit had uiteraard een vertekend effect op de resultaten.

In het licht van het bovenstaande luiden mijn vragen als volgt:

  1. Wat zijn de conclusies van deze twee akoestische en trillingsmetingen?

  2. Welke methodologieën werden voor elk van deze twee meetcampagnes gebruikt?

  3. Welke maatregelen hebben Leefmilieu Brussel en zijn onderaannemer genomen om ervoor te zorgen dat de resultaten van de tweede campagne niet vertekend waren zoals bij de eerste?

  4. Indien de tweede meetcampagne in dezelfde omstandigheden werd uitgevoerd als de eerste, is Leefmilieu Brussel dan voornemens een derde meetcampagne te houden om een echte objectivering van de situatie te waarborgen?

 
 
Antwoord    1)
Een eerste geluids- en trillingsmeetcampagne werd uitgevoerd van 21 tot 28 april 2021 op twee locaties in de Derbylaan. De eerste microfoon werd geplaatst op de eerste verdieping van het flatgebouw in de Derbylaan 7 en de tweede op de eerste verdieping van het huis in de Derbylaan 18. In nr. 7 werden ook een trillingsmeetapparaat en een camera geïnstalleerd. Tijdens die eerste campagne heeft de MIVB snelheidscontroles uitgevoerd in de buurt van de meetpunten, wat volgens de buurtbewoners tot gevolg heeft gehad dat de snelheid van de trams is afgenomen.
De conclusies van die eerste campagne zijn dat de gemiddelde geluidsniveaus, alle bronnen samen, voor beide meetpunten lager zijn dan de interventiedrempels van het quiet.brussels-plan. Dankzij de camera kon gedurende drie meetdagen een specifieke codering van het passeren van de trams worden uitgevoerd. Voor die drie dagen worden ook de drempels van de milieuovereenkomst tussen de MIVB en het BHG gerespecteerd. Na analyse van de periodes waarin de MIVB ter plaatse was om snelheidsmetingen te verrichten, werd geen significante daling van het geluidsniveau bij het passeren van de trams vastgesteld.
Wat de trillingen betreft, wordt voor de dagperiode voldaan aan de criteria van de DIN 4150-2-norm (referentienorm voor de hinder voor personen op het gebied van trillingen). Zij worden echter overschreden tijdens de nachtperiode op weekdagen. Na analyse van de periodes waarin de MIVB ter plaatse was om snelheidsmetingen te verrichten (campagne van april 2021), blijkt dat de tijdens die periodes gemeten trillingsniveaus over het algemeen lager zijn dan de niveaus die tijdens de totale periode van dezelfde dag zijn gemeten. Dat zou er dus op kunnen wijzen dat de snelheid van de trams in die periodes lager lag.
Om elke mogelijke invloed van de snelheidscontroles door de MIVB tijdens die eerste meetcampagne uit te sluiten, werd van 5 tot 8 juni 2021 een tweede meetcampagne uitgevoerd op de eerste verdieping van het flatgebouw in de Derbylaan 7. Die tweede campagne was uitsluitend gericht op trillingen (uit de resultaten van de eerste campagne was gebleken dat de controles van de MIVB geen invloed hadden op de gemeten geluidsniveaus). De apparatuur was vanaf de straat niet zichtbaar en kon het gedrag van de trambestuurders niet beïnvloeden.
De conclusies van die tweede trillingsmeetcampagne zijn identiek aan de conclusies van de eerste campagne: aan de criteria van de DIN 4150-2-norm wordt voldaan voor de dagperiode maar zij worden overschreden tijdens de nachtperiode op weekdagen.
Bovendien laten de twee meetcampagnes lagere trillingsniveaus zien tijdens de weekends, wat verklaard zou kunnen worden door het type trams in het verkeer. De T2000’s, waarvan bekend is dat ze sterkere trillingen genereren, rijden namelijk alleen op weekdagen.
2)
De geluidsniveaus werden gemeten met integrerende geluidsmeters van het type Norsonic 140 op de eerste verdieping van het flatgebouw in de Derbylaan 7 en op de eerste verdieping van het huis in de Derbylaan 18. De microfoons werden geïnstalleerd op balkons, met een direct uitzicht op de laan. Om de geluidsbijdrage van de trams te bepalen, werd een codering van elke trampassage uitgevoerd op basis van de beelden die door de op het eerste meetpunt geïnstalleerde camera werden opgenomen. Aangezien dat coderingswerk omvangrijk was, werd overeengekomen om drie dagen te analyseren: zondag 25 april, maandag 26 april en dinsdag 27 april. Zo konden de specifieke geluidsniveaus van de trampassages voor die drie dagen worden bepaald.
De trillingen werden gemeten in de woning in de Derbylaan 7 in Elsene, in het kantoor aan de kant van de Derbylaan. Overeenkomstig de norm werd het meettoestel in het midden van de vloer geplaatst, omdat de trillingen daar het sterkst worden gevoeld door de mensen in het gebouw. De metingen werden uitgevoerd met een meettoestel van het type Syscom MR3000C. Dat toestel is speciaal ontworpen voor trillingsmetingen in gebouwen. Het registreert voortdurend trillingen in drie loodrechte richtingen (in het grondvlak, evenwijdig aan en loodrecht op de Derbylaan, en in het vlak loodrecht op de grond).

Tijdens de tweede meetcampagne werd alleen de trillingsmeetapparatuur geïnstalleerd. In tegenstelling tot de microfoons wordt die apparatuur in de woningen geïnstalleerd en is zij dus niet zichtbaar vanaf de straat.
3)
Wanneer Leefmilieu Brussel een meetcampagne uitvoert in het kader van artikel 10 van de ordonnantie van 17 juli 1997 betreffende de strijd tegen geluidshinder in een stedelijke omgeving, wordt de beheerder van de infrastructuur in kwestie nooit op de hoogte gebracht van de periode waarin de metingen worden uitgevoerd, zodat de metingen worden uitgevoerd in omstandigheden die representatief zijn voor de door de buurtbewoners ervaren realiteit.
Door de aanwezigheid van een MIVB-voertuig dat tijdens de eerste meetcampagne de snelheid van de trams mat, werden tijdens de tweede campagne niettemin alleen trillingen gemeten. De apparatuur was vanaf de straat niet zichtbaar en kon het gedrag van de trambestuurders dus niet beïnvloeden.
4)
Uit de analyse van de geluidsmetingen van de eerste campagne bleek dat de aanwezigheid van de MIVB geen invloed had op de gemeten niveaus. De resultaten zijn dus volledig geldig. Gezien de twijfels over de trillingsresultaten werd besloten de metingen te herhalen in een tweede campagne, die onder normale omstandigheden plaatsvond. Het is dus niet de bedoeling een derde meetcampagne uit te voeren.