Schriftelijke vraag betreffende industriële verwijdering van mannelijke kuikens
- Indiener(s)
- Ingrid Parmentier
- aan
- Bernard Clerfayt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Werk en Beroepsopleiding, Digitalisering, Plaatselijke Besturen en Dierenwelzijn (Vragen nr 813)
Datum ontvangst: 04/10/2021 | Datum publicatie: 13/12/2021 | ||
Zittingsperiode: 19/24 | Zitting: 21/22 | Datum antwoord: 03/11/2021 |
Datum | behandeling van het stuk | Indiener(s) | Referentie | Blz. |
18/10/2021 | Ontvankelijk | p.m. |
Vraag | De Waalse regering zal binnenkort aan de Raad van State een ontwerp van besluit voorleggen dat de bescherming van dieren bij hun dood waarborgt en een verbod op het verpletteren van kuikens instelt. Veel industriële kweekbedrijven elimineren massaal mannelijke kuikens kort nadat ze uit het ei zijn gekomen, omdat ze geen eieren leggen, minder dik zijn, daardoor minder vlees opleveren en daarom onvoldoende rendabel worden geacht in vergelijking met de legkippen. Ze worden dan ook geëlimineerd, hetzij door vergassing, hetzij door levend te worden verpletterd. In Duitsland, bijvoorbeeld, worden elk jaar ongeveer 45 miljoen mannelijke kuikens systematisch gedood.
Hoewel deze barbaarse praktijk iniet meer wordt toegepast in Wallonië, kan met een preventief verbod worden geanticipeerd op de komende verbodsbepalingen in Duitsland (2022) of in Frankrijk. De evolutie van de wetgeving in deze buurlanden zou immers kunnen leiden tot een verplaatsing van deze praktijk naar onze Gewesten. Met dit verbod wil het Waals Gewest ook zijn Wetboek inzake dierenwelzijn, dat het onnodig doden van dieren verbiedt, doen naleven. Mijn vragen zijn als volgt:
|
Antwoord | Zoals het Reglement van het Brussels Parlement bepaalt, mogen vragen gericht aan de ministers in geen geval betrekking hebben op de intenties van de Regering. Wat de uitwerking van het Brusselse wetboek voor dierenwelzijn betreft, zoals eerder gepreciseerd werd, zijn de werkzaamheden aan de gang. Ik hoop deze in eerste lezing te kunnen voorleggen aan de Regering tegen eind 2022-begin 2023. |