Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de premie aan bedrijven voor de vervanging van voertuigen die door de lage-emissiezone (LEZ) verouderd zijn geworden

Indiener(s)
Jonathan de Patoul
aan
Barbara Trachte, staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Economische Transitie en Wetenschappelijk Onderzoek (Vragen nr 482)

 
Datum ontvangst: 29/11/2021 Datum publicatie: 28/01/2022
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 21/22 Datum antwoord: 27/01/2022
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
09/12/2021 Ontvankelijk Uitgebreid Bureau van het Parlement
 
Vraag   

Het is nu vier jaar geleden dat in het hele Brussels Hoofdstedelijk Gewest een "lage-emissiezone" werd ingesteld. Dit betekent dat voertuigen met motoren die als het meest vervuilend worden beschouwd, geleidelijk uit het verkeer worden genomen in de 19 gemeenten. Het tijdschema voor de uitsluiting van bepaalde motoren werd onlangs verfijnd en we weten nu waar we ons aan moeten houden tot in 2035.

Zonder in te gaan op de milieuverdiensten van deze maatregel, wilde ik vandaag een eerder economisch aspect aan de orde stellen. In de begroting voor 2022 is namelijk een bedrag van 900.000 euro uitgetrokken voor financiële steun aan privébedrijven voor de vervanging van voertuigen die door de lage-emissiezone verouderd zijn geworden. En niet voor niets, zelfstandigen en kmo’s die actief zijn in ons Gewest ondervinden gevolgen van de LEZ en zullen die nog meer blijven ondervinden in de komende jaren. Zij zullen te maken krijgen met de hoge kosten van de aanschaf van nieuwe voertuigen, vooral bedrijfsvoertuigen.

Ondanks steeds efficiëntere technologieën zijn nulemissievoertuigen echter nog steeds beperkt in termen van actieradius, laadvermogen of trekvermogen. En dan hebben we het nog niet over de moeilijkheid om laadpalen te vinden in ons Gewest. In het licht van deze opmerkingen, lijkt het mij dus van algemeen belang om de kmo’s middelen te verschaffen om bedrijfswagens aan te schaffen die zijn aangepast aan de nieuwe regelgeving die van kracht is. Mevrouw de staatssecretaris, ik weet dat u uiteraard gevoelig bent voor de dynamiek van ons Gewest en onze kmo’s. Daarom zou ik graag meer willen weten over hoe deze premie wordt toegekend en wat zij dekt.

In dat verband heb ik de volgende vragen:

  • Kunt u ons zeggen welke bedrijven in aanmerking komen voor deze premie? Hoe zit het met de omzet en het aantal VTE's?

  • Is hier sprake van een forfaitaire premie of een variabel bedrag?

  • Welke soorten voertuigen komen in aanmerking voor deze financiële steun? Alleen strikt emissievrije voertuigen? Of ook plug-in hybride voertuigen?

  • Welke instantie zal deze steun toekennen? Hoe zal zij te werk gaan?

 
 
Antwoord    Er is voorzien in steun voor de micro-, kleine en middelgrote ondernemingen, zoals vastgelegd in de bijlage bij de Aanbeveling van de [Europese] Commissie van 6 mei 2003 betreffende de definitie van kleine, middelgrote en micro-ondernemingen. In dat document worden de definities gespecificeerd die van toepassing zijn op het aantal werknemers en de omzet. Dezelfde definitie is ook van toepassing op de volledige ordonnantie van 3 mei 2018 betreffende de steun voor de economische ontwikkeling van ondernemingen.

Aangezien de steun evolueert naargelang de geleidelijke invoering van de LEZ, bestaat ze uit een premie die varieert volgens verschillende criteria, waaronder de indieningsperiode van de aanvraag, de grootte van de onderneming (verhoogd bedrag voor micro- en kleine ondernemingen), de motorkenmerken van de te vervangen voertuigen, de motorkenmerken van de voertuigen die kunnen worden aangekocht (waarbij de voorkeur uitgaat naar elektrische voertuigen) en de factureringsdata van de investeringen, om er maar enkele te noemen. Op die manier variëren de tussenkomstpercentages van 20% tot 40% van de ontvankelijke uitgaven, afhankelijk van de motorisering en het moment waarop de aanvraag werd ingediend. Het percentage bedraagt 50% voor de aankoop en installatie van een laadpaal. Evenzo variëren de premieplafonds van 2.000 tot 15.000 euro, afhankelijk van de grootte van de onderneming en het type motorisering. Het gaat om 1.000 euro per laadpaal. De minimumtussenkomst bedraagt 500 euro.

Investeringen komen in de eerste plaats in aanmerking wanneer ze worden toegekend met het oog op de vervanging (of retrofit) door de onderneming van voertuigen van uitsluitend categorie N1, dit wil zeggen professionele bestelwagens voor goederenvervoer die ingeschreven zijn in het Gewest, om te voldoen aan de normen voor de toegang tot de lage-emissiezone, en voor de eventuele aankoop van elektrische laadpalen.
Investeringen komen vervolgens in aanmerking wanneer ze betrekking hebben op vier elementen, waaronder drie voertuigtypes:
- bestelwagens van categorie N1 en klasse II of III met benzine-, gas- of benzinehybridemotor (deze mogelijkheid zal echter worden beperkt op 1 januari 2025);
- (volledig) elektrische bestelwagens van categorie N1 en klasse I, II of III;
- elektrische quadri-mobiles van categorie L7e-CU;
- elektrische laadpalen die nodig zijn voor de werking van elementen 2 en 3.

De directie Steun aan Ondernemingen van Brussel Economie en Werkgelegenheid zal deze steun toekennen door op zijn MijnBEW-platform een aanvraagformulier ter beschikking te stellen en door de aanvragen zoals gewoonlijk verder te behandelen volgens de geldende wettelijke en reglementaire voorwaarden en via informaticatools.