Schriftelijke vraag betreffende de impact van de stijgende houtprijzen op de renovatiewerkzaamheden van de OVM's
- Indiener(s)
- Bertin Mampaka Mankamba
- aan
- Nawal Ben Hamou, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bevoegd voor Huisvesting en Gelijke kansen (Vragen nr 752)
Datum ontvangst: 29/11/2021 | Datum publicatie: 28/01/2022 | ||
Zittingsperiode: 19/24 | Zitting: 21/22 | Datum antwoord: 17/01/2022 |
Datum | behandeling van het stuk | Indiener(s) | Referentie | Blz. |
09/12/2021 | Ontvankelijk | Uitgebreid Bureau van het Parlement |
Vraag | Sinds het begin van de pandemie zijn de prijzen van de bouwmaterialen sterk gestegen, tussen 20% en 80%, als gevolg van de aanzienlijke groei van de Chinese en Amerikaanse economieën.
Net als de bouwsector in zijn geheel heeft ook de woningbouw te lijden onder de snel stijgende houtprijzen op de internationale markt in het algemeen en de Europese markt in het bijzonder. De prijs van hout is namelijk met 200% gestegen. Bijgevolg zou ik u het volgende willen vragen:
|
Antwoord | Ik heb de eer u het volgende antwoord mee te delen: Wat betreft de lopende renovatiewerken, d.w.z. die welke tot nu toe zijn besteld, daarvoor heeft de stijging van de houtprijs nog geen ingrijpende gevolgen gehad. Dit komt doordat de algemene bouwondernemingen hun globale bestellingen bij de leveranciers hebben geplaatst vóór de prijsstijging. Voor de dossiers die vanaf het einde van dit jaar zullen worden gegund en besteld, zal het evenwel nodig zijn om, volgens gemiddelde ramingen en afhankelijk van het soort renovatie, de stijging te ramen op 1/3 van het bedrag van de opdrachten die in een normale situatie zouden worden besteld. Tot slot moet u weten dat er tot nu toe geen enkel officieel verzoek om prijsherziening voor lopende projecten bij de BGHM is ingediend. De BGHM heeft haar antwoord gebaseerd op wat ze momenteel vaststelt, namelijk: - De stijging met 200% voor hout (bijna 300% voor massief hout en edele houtsoorten, 150% voor afgeleide producten (OSB, spaanplaat en andere)); - De stijging van 150% voor metalen; - - De stijging met 120 tot 130% van petrochemische isolatiematerialen (PUR, PIR, enz.); - En de prijs van minerale materialen, die stabiel is gebleven (bakstenen, blokken, zandproducten, cement, rotswol, enz.). De elementen die nodig zijn voor de verwerking ervan zijn echter aanzienlijk in prijs toegenomen en daarom zal ook deze post met +/- 30% stijgen. Wat de aankopen betreft, zijn de prijzen voor sleutel-op-de-deurprojecten voor ondertekende compromissen forfaitair en is er geen prijsherzieningsindex. In principe zou er dus geen invloed mogen zijn op deze prijzen. Er is echter een stijging van de prijzen van de verkopers, maar het is nog te vroeg om die te beoordelen. Wat betreft de herziening van de planning van bepaalde lopende projecten als gevolg van deze stijging van de prijzen van bouwmaterialen, kan de BGHM slechts meedelen dat de prijsstijging vooral gevolgen zal hebben voor de lopende werken, door de huidige problemen met de bevoorrading en de bestellingstermijnen. Op langere termijn denken de bouwondernemingen dat deze vertraging zal worden weggewerkt en/of dat zij hun tijdschema's dienovereenkomstig zullen aanpassen. Het zullen echter de financiële aspecten zijn die het meest invloed zullen hebben op de sector, en in ons geval de verschillen in budget tussen de ramingen in de fase van het voorontwerp en de mededinging van de werken, en uiteindelijk de offertes. |