Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende het doden van walvisachtigen op de Faeröer

Indiener(s)
Victoria Austraet
aan
Pascal Smet, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Stedenbouw en Erfgoed, Europese en Internationale Betrekkingen, Buitenlandse Handel en Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp (Vragen nr 562)

 
Datum ontvangst: 13/12/2021 Datum publicatie: 14/02/2022
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 21/22 Datum antwoord: 11/02/2022
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
12/01/2022 Ontvankelijk Uitgebreid Bureau van het Parlement
 
Vraag   

In de fjorden van de Faeröer vindt elk jaar een grootschalige slachting van dolfijnen en walvissen plaats door een deel van de bewoners. Het evenement wordt de grindadráp genoemd.
Dit is een traditionele jacht die alleen de Faeröer nog beoefenen, ondanks de internationale verontwaardiging over wat neerkomt op wreedheid jegens honderden dieren.
De Europese Commissie, die onlangs door leden van het Europees Parlement werd ondervraagd over deze slachting, herinnerde eraan dat het vangen of doden van walvisachtigen binnen de EU verboden is op grond van de Habitatrichtlijn. Maar volgens de Commissie is de EU-wetgeving niet van toepassing op de Faeröer, ook al maken zij deel uit van het Koninkrijk Denemarken.  Gezien deze juridische situatie zijn velen van mening dat het daarom de verantwoordelijkheid van Denemarken is om op te treden om een einde te maken aan de grindadráp op de Faeröer, bijvoorbeeld door de regels van de Habitatrichtlijn toe te passen. 

In België zijn dierenwelzijn, jacht en milieubescherming gewestelijke bevoegdheden. Brussel moet er dus ook voor zorgen dat ons land de Europese instellingen en Denemarken oproept een einde te maken aan dit jaarlijkse bloedbad.

Heeft het Brussels Gewest de kwestie van de grindadráp al besproken met Vlaanderen en Wallonië om een gemeenschappelijk standpunt voor de Belgische staat te bepalen? Zo ja, wat is het? Bent u op de hoogte van eventuele besprekingen met Denemarken over dit onderwerp?

 

 

 

 
 
Antwoord    Het samenwerkingsakkoord van 8 maart 1994 tussen de Federale Staat, de Gemeenschappen en de Gewesten, met betrekking tot de vertegenwoordiging van het Koninkrijk België in de Ministerraad van de Europese Unie, bepaalt dat visserij een exclusieve bevoegdheid van Vlaanderen is. Voor deze aangelegenheid heeft het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bijgevolg geen stem in het kapittel. Doordat het momenteel geen bilateraal akkoord heeft met een Deense stad of regio, onderhoudt het gewest geen intensieve contacten met Denemarken of de Faeröer-eilanden.

Ik deel de verontwaardiging van het parlementslid en het is mijn intentie om deze problematiek wel aan te kaarten in mijn contacten die ik af en toe heb met de Deense autoriteiten, of op andere gepaste fora.


Ik wil ook benadrukken dat, hoewel we geen directe formele bilaterale relaties hebben, ons Gewest zijn doelstellingen en ambities inzake de naleving van het dierenwelzijn en de strijd tegen schadelijke praktijken ten aanzien van dieren ambitieus verdedigt. We doen dit zodra onze bevoegdheid in het geding is, en dat voor alle intra-Belgische, intra-Europese en transnationale instanties. Tegen de achtergrond van de ASCOBANS-overeenkomst inzake de bescherming van kleine walvisachtigen in de Oostzee, het noordoosten van de Atlantische Oceaan, de Ierse Zee en de Noordzee, heeft België als lidstaat en recent voorzitter van de adviesraad, mede namens ons Gewest dus, een brief aan de minister van Buitenlandse Zaken en Cultuur van de Faeröer-eilanden meeondertekend, met het verzoek aan de autoriteiten deze praktijk in december 2021 stop te zetten.