Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de heraanleg van het Koning Boudewijnplein (Sint-Pieters-Woluwe)

Indiener(s)
Jonathan de Patoul
aan
Elke Van den Brandt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit, Openbare Werken en Verkeersveiligheid (Vragen nr 1142)

 
Datum ontvangst: 30/11/2021 Datum publicatie: 14/03/2022
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 21/22 Datum antwoord: 14/03/2022
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
19/01/2022 Ontvankelijk Uitgebreid Bureau van het Parlement
 
Vraag   


De heraanleg van het Koning Boudewijnplein in Sint-Pieters-Woluwe doet een aantal vragen rijzen. Volgens mijn bronnen waren er drie scenario’s mogelijk voor de heraanleg, die ik hieronder opsom:

 

 
Antwoord    Brussel Mobiliteit werd niet formeel betrokken bij de uitwerking van het plan voor het Koning Boudewijnplein en werd niet geraadpleegd door Urban voor de vergunningsaanvraagprocedure.
De mobiliteitsadviseur van de gemeente zond ons een informele vraag, met een antwoordtermijn van 2 dagen.
Onder die voorwaarden, kan een advies - per e-mail - van BM slechts worden beschouwd als onvolledig en informeel, aangezien er niet voldoende tijd is om een volledig advies te formuleren waarover met de collega's werd overlegd.
Het enige voorstel dat voor analyse aan BM werd voorgelegd is de versie
van de rotonde met een fietspad De opmerkingen waren de volgende:
- De fietsstrook rondom de rotonde is niet op voldoende afstand van de centrale strook ingericht. Dat betekent dat fietsers zich bij elke afslag van de rotonde in de dode hoek bevinden van voertuigen die de rotonde verlaten. De automobilisten die de rotonde willen oprijden gaan op het fietspad stoppen.

- Idealiter is er een ruimte van +/- 4,50 of zelfs 5 meter tussen de centrale strook en de fietsstrook zodat een wagen de rotonde kan verlaten en kan stoppen om een fietser door te laten.

- De inrichting zorgt ook dat de fietsers die uit en naar straten zonder fietspad rijden, een zeer scherpe bocht moeten nemen.
 
Het was niet duidelijk voor BM of het mogelijk was ruimte te vinden voor een fietsstrook die verder van de centrale strook afligt.

Bijgevolg hebben de beschikbare medewerkers van BM geadviseerd ofwel het idee van een rotonde te laten vallen ten gunste van een gewoon kruispunt ofwel het fietspad te schrappen en een rotonde met een gemengde verkeerssituatie te creëren, onder voorwaarden.

In het geval van
de optie van een gemengde verkeerssituatie, zou het nodig zijn de breedte van de rijstrook zo veel mogelijk te beperken (waarbij bussen op een stuk van het centrale gedeelte bekleed met straatstenen mogen rijden bijvoorbeeld), om de snelheid te beperken.
 
Alle wegen die op de rotonde uitkomen zijn lokale wegen volgens Good Move. Op termijn, zou een circulatieplan dus ook moeten voorzien in een vermindering van de gemotoriseerde verkeersstromen.
De gemeente heeft gekozen voor het principe van een rotonde met een gemengde verkeerssituatie (optie 2 gepresenteerd in de vraag), maar zonder ons de aangepaste plannen ter advies voor te leggen en zonder het aangepaste circulatieplan.
Het voornaamste probleem met de uitvoering van de optie is de invoeging van fietspaden die zich voor de rotonde bevinden, wat bruusk verloopt en een impliciet verlies van voorrang inhoudt voor de fietser, wat niet coherent is - de fietser vervolgt immers rechtdoor zijn route en zou geen voorrang moeten verlenen aan het andere verkeer - en is in tegenstelling met de Wegcode (aan het einde van een fietspad verliest de fietser die rechtdoor rijdt niet zijn voorrang, art. 12.4).
De invoeging van fietsers aan het einde van een fietspad is trouwens expliciet schematisch opgenomen in de GSV. (Titel VII, artikel 10§2):

Ter conclusie, de herinrichting is is dus niet conform Good Move.
De MIVB werd van haar kant betrokken in het project om de plannen te valideren voor het deel dat haar betreft, met name de doorgang van de bussen van lijn 36 en het uittekenen van het plan voor de herinrichting van de haltes Gersis tijdens deze werf.