Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de beoogde uitbreiding van de applicatie Fix My Street om veiligheidsproblemen in de openbare ruimte te kunnen melden

Indiener(s)
Bianca Debaets
aan
Barbara Trachte, staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Economische Transitie en Wetenschappelijk Onderzoek (Vragen nr 507)

 
Datum ontvangst: 07/12/2021 Datum publicatie: 10/03/2022
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 21/22 Datum antwoord: 09/03/2022
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
21/01/2022 Ontvankelijk Uitgebreid Bureau van het Parlement
 
Vraag   

Tijdens de commissie Gelijke Kansen en Vrouwenrechten van dinsdag 9 november laatstleden werd, in het kader van een breed debat over de verschillende gevallen van seksueel geweld in het uitgaansleven, door Mevr. Ben Hamou bevestigd dat Innoviris op dit ogenblik een verkennend onderzoek financiert naar de mogelijkheid om het aspect veiligheid in de openbare ruimte in Fix My Street op te nemen.

Vandaar dat ik u graag volgende vragen stel:

  • Kan u nader toelichten op welke manier Innoviris dit verkennend onderzoek voert en financiert? Welke aspecten worden hierbij onderzocht? Welke middelen worden voorzien voor de verdere ontwikkeling en operationalisering van deze uitbreiding? Wanneer is de oplevering van dit onderzoek voorzien? Betrekt Innoviris hierbij het verenigingsleven en de politiezones voor de ontwikkeling en de mogelijkheden of om knelpunten te detecteren? Welke rol is er voor het CIBG weggelegd in deze ontwikkeling?

  • Werd er reeds onderzocht welke stappen en middelen reeds genomen zijn voor de implementatie van het bredere aspect van veiligheid in de openbare ruimte in de applicatie Fix My Street? Welke voorlopige timing voorziet u voor deze implementatie?

  • Hebt u reeds onderzocht op welke manier de meldingen en resultaten omtrent onveiligheid en seksueel geweld gedeeld zouden kunnen worden? Wordt er onderzocht of deze meldingen in open data beschikbaar gesteld worden, zodat vrouwen bepaalde ‘probleemzones’ kunnen identificeren? Of blijven deze enkel ter beschikking van de politiezones zodat zij desgevallend het aantal controles kunnen verhogen of bijkomende acties kunnen ondernemen?

  • Zijn er daaromtrent reeds afspraken vastgelegd met de politiezones? Zo ja, kan u deze nader toelichten? Zo neen, wanneer plant u hieromtrent afspraken te maken?

  • Welke acties en middelen voorziet u om de implementatie van dit veiligheidsluik in Fix My Street bekend te maken? Welke promotie zal daaromtrent gevoerd worden?

  • Kan de Staatssecretaris bevoegd voor Gelijke Kansen bevestigen dat dit nieuwe initiatief ook expliciet is opgenomen in het actieplan geweld op vrouwen en in de beleidsplannen voor 2022?
 
 
Antwoord    Wat de vragen betreft die onder mijn bevoegdheden vallen, dient er benadrukt te worden dat Innoviris in dit verband zelf geen onderzoek voert, maar louter optreedt als financierende instantie. In het kader van het programma Prospective Research Brussels wordt het onderzoeksproject PUL-MOBIL – Producing Urban Legibility: Mobile City Applications and the Local Governance of Minor Offences gefinancierd (looptijd van 1-1-2020 tot en met 31-12-2023; met een subsidie van € 219.850 voor de eerste twee onderzoeksjaren en € 236.808 voor de laatste twee jaren). Het onderzoek wordt gevoerd door de Crime & Society Research Group (SCRI-CRIS) van de Vrije Universiteit Brussel met de gemeente Schaarbeek als partner.

Vanwege de vertrouwelijkheid kan Innoviris niet communiceren over eventuele tussentijdse onderzoeksresultaten. Er kan wel verwezen worden naar de niet-vertrouwelijke samenvatting van het project zoals deze op de website van de onderzoeksgroep gecommuniceerd wordt (zie: https://cris.research.vub.be/en/pulmobile).
Via de gevalstudie van Fix My Street worden twee centrale onderzoeksvragen behandeld:
1. Hoe worden de relaties van burgers met lokale overheden in het bijzonder, en met de staat in het algemeen, (opnieuw) geconfigureerd na de introductie van mobiele applicaties in de stad en participatieve meldsystemen?
2. Hoe kan de manier waarop lokale overheden omgaan met het melden van incidenten door stadsbewoners hervormd worden om betere sociale en materiële interventies te bewerkstelligen?

Voor de overige vragen verwijs ik u door naar mijn collega's mevrouw Ben Hamou, staatssecretaris bevoegd voor Gelijke Kansen en de heer Clerfayt, minister bevoegd voor Digitalisering.