Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de aankoop van een nieuw voertuig en de belastingheffing daarop

Indiener(s)
Clémentine Barzin
aan
Sven Gatz, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt, de Promotie van Meertaligheid en van het Imago van Brussel (Vragen nr 420)

 
Datum ontvangst: 24/01/2022 Datum publicatie: 22/02/2022
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 21/22 Datum antwoord: 22/02/2022
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
26/01/2022 Ontvankelijk Uitgebreid Bureau van het Parlement
 
Vraag    Ik ben benaderd door handelaars en kleine ondernemers in Brussel die een nieuw voertuig moeten aankopen.

Zij maken hun berekeningen om de kosten van het voertuig af te schrijven en de belasting op de inverkeerstelling is hoog voor bepaalde voertuigen.

In een interview in La Capitale op 29 november heeft de minister van Financiën aangegeven dat de nieuwe regels in het beste geval in 2023 klaar zouden zijn en dat het ofwel een kleine hervorming zou worden in 2023, ofwel de grote hervorming in 2024, na de verkiezingen.

Gezien de coronacrisis duurt de oplevering van voertuigen momenteel enkele maanden.

Bijgevolg vragen deze Brusselse zelfstandigen zich af:

  • Indien de belasting op de inverkeerstelling begin 2023 wordt afgeschaft en zij vandaag hun voertuig in ontvangst nemen, dat iets eerder was besteld, moeten zij dan het volledige bedrag betalen?

  • Zal het bedrag in verhouding staan tot de duur van het gebruik?

  • Hoe zal smart move in de praktijk worden toegepast met betrekking tot de belasting op de inverkeerstelling?

Anderzijds, welke prognosemodellen gebruikt u momenteel om de impact van smart move op het vertrek van bijkomende bedrijven uit het Brussels Gewest te meten?

Het gebrek aan duidelijkheid is momenteel ongunstig voor de Brusselse handelaars en ondernemers. Deze onzekerheid veroorzaakt onnodige stress. Daarom dank ik u voor uw antwoorden op deze vragen.

 
 
Antwoord    De modaliteiten van de transitie van de oude naar een nieuwe verkeersfiscaliteit, vormen inderdaad een belangrijk aandachtspunt voor de Regering. De inwerkingtredingsdatum van SmartMove ligt evenwel nog niet vast en hangt bovendien in belangrijke mate af van het interfederaal overleg dat in de komende weken terug zal worden opgestart.

Voor de jaarlijkse verkeersbelasting (VKB) voorziet het ontwerp van ordonnantie reeds expliciet in een overgangsregeling waarbij de belasting slechts verschuldigd is naar verhouding van de maanden die op datum van de inwerkingtreding van SmartMove zijn verstreken.

In de belasting op inverkeerstelling (BIV) ligt een pro rata terugbetaling minder voor de hand. Als belastbaar feit geldt immers de inschrijving van het voertuig waarbij de BIV vandaag in principe niet wordt verrekend (de BIV heeft dus geen jaarlijks karakter, dit in tegenstelling tot de jaarlijkse verkeerbelasting die een belasting vormt op het gebruik van de openbare weg binnen een specifiek belastbaar tijdperk). Noteer dat bij 57% van de inschrijvingen, het tarief aan BIV 123 EUR of minder bedraagt.

Ten slotte, voor wat betreft de impact van SmartMove op het lokalisatiegedrag van bedrijven, wens ik graag te herinneren aan de impactstudie die werd uitgevoerd door Transport & Mobility Leuven / het consortium Motivity. Deze werd beschikbaar gesteld via de website van SmartMove.

Vooreerst geeft de studie aan dat congestie net één van de belangrijkste redenen is geweest voor de verhuis van bedrijven en grote hoofdkantoren (naar onder meer de luchthavenzone). De impactstudie geeft voorts aan dat de SmartMove-heffing – op macroniveau - zal leiden tot een beperkte relocatie van bedrijven (bladzijde 102). Op microniveau bekeken, zullen bepaalde activiteiten geneigd zijn om naar de periferie te verhuizen, terwijl andere activiteiten door de verminderde congestie naar het Gewest trekken.

Daarnaast wordt gesteld dat de pendelstromen tussen de regio’s in bescheiden mate zullen verschuiven. Zo wordt minder pendelverkeer verwacht naar het BHG (en meer naar de rand) omdat mensen zich liever in het gewest zullen vestigen als gevolg van de verminderde congestie (bladzijde 104).

Globaal is de boodschap dat het doeltreffend bestrijden van de congestieproblematiek van groot belang is om de aantrekkelijkheid en leefbaarheid van Brussel te verhogen, zowel voor (nieuwe) bedrijven als voor (toekomstige) inwoners.