Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de herinrichting van de bovengrondse haltes om ze toegankelijk te maken voor personen met beperkte mobiliteit

Indiener(s)
Aurélie Czekalski
aan
Elke Van den Brandt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit, Openbare Werken en Verkeersveiligheid (Vragen nr 1168)

 
Datum ontvangst: 01/02/2022 Datum publicatie: 18/03/2022
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 21/22 Datum antwoord: 15/03/2022
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
07/02/2022 Ontvankelijk Uitgebreid Bureau van het Parlement
 
Vraag   

Op 10 december 2019 en 24 maart 2021 heb ik u vragen gesteld over de toegankelijkheid van het MIVB-net voor personen met beperkte mobiliteit en meer bepaald over de toegang tot de nieuwe tramlijnen.

Toegankelijkheid voor PBM’s is van essentieel belang. Alle MIVB-stations/haltes moeten toegankelijk worden gemaakt voor personen met een handicap of met beperkte mobiliteit.

  • Kunt u ons verzekeren dat alle tramhaltes die sinds 2019 zijn gebouwd, 31 cm hoog zijn?

    • Zo niet, waarom niet?

  • Kunt u ons verzekeren dat alle aanvragen tot stedenbouwkundige vergunningen die sinds 2019 door de MIVB of door Brussel Mobiliteit zijn ingediend, voorzien in tramhaltes met een hoogte van 31 cm en met een rubberen rand?

    • Zo niet, waarom niet?

  • Zijn er nieuwe randen geplaatst onder de tweede deur van de trams T3000 en T4000 om de toegankelijkheid van deze trams voor personen met beperkte mobiliteit te garanderen?

    • Zo niet, waarom niet?

    • Wanneer zal dit gebeuren?

  • Hoeveel bovengrondse haltes werden heringericht en voorzien van rubberen randen sinds mijn vragen van vorig jaar?

    • Hoeveel moeten er nog worden heringericht en welke?

    • Zijn er tests uitgevoerd met de actoren in het veld? Wat zijn de resultaten?

 

 

 
 
Antwoord    Sinds de goedkeuring van de normen die voorzien in een perronhoogte van 31 cm voor tramhaltes en de installatie van perronranden, doet de MIVB alles om ervoor te zorgen dat haar vergunningen volledig conform zijn met deze laatste. Tramhaltes bevinden zich echter soms in een complexe stedelijke omgeving waardoor het niet altijd mogelijk is aan deze normen te voldoen (bv. inritten, nivellering, aanwezigheid nutsvoorzieningen onder de rijweg waardoor het spoorniveau niet kan worden verlaagd, enz.) Waar nodig worden oplossingen aangebracht om de lacune zo klein mogelijk te houden door de 31 cm zo dicht mogelijk te benaderen of om de toegankelijkheid van de tweede deur te garanderen, bijvoorbeeld door een plaatselijke verhoging van het perron.
De drempels van de tweede deuren van alle T3000 en T4000 trams zijn voorzien van een element dat zorgt voor een toegankelijke overgang naar het perron wanneer dit laatste is uitgerust met een perronrand.
In 2021 werden niet minder dan 95 haltes aangepast en zijn 22 tramhaltes uitgerust met perronranden. Het plan voor de invoering van de perronranden zal over een periode van 10 jaar worden uitgevoerd en zal op twee niveaus plaatsvinden. Enerzijds de uitrusting van alle perrons in geval van grote werken; dit betreft de helft van de tramhaltes. Anderzijds een deel lichtere ingrepen met inrichting van de ruimte tegenover de tweede deur (lokale verhoging en perronrand) om ook hier een autonome toegankelijkheid mogelijk te maken. Dit programma betreft de andere helft van het tramnet. In totaal bedraagt het aantal haltes dat met lokale verhogingen moet worden aangepast bijna 300, waarvan de helft gemakkelijk aanpasbaar lijkt, terwijl voor de rest in overleg met de wegbeheerders verdere maatregelen nodig zullen zijn.
Wat de testen betreft, werd de oplossing van de perronrand ontwikkeld in overleg met de CAWaB. De uitgevoerde testen waren positief, zoals op 9 juni 2021 werd meegedeeld op een persconferentie die gezamenlijk door het kabinet, de MIVB en de CAWaB werd georganiseerd. In de loop van het studieproject is aangetoond dat ingrijpen op zowel perrons als voertuigen een autonome toegang tot de tram mogelijk maakt.