In het hart van Watermaal-Bosvoorde en de Reigerbosvallei strekt het Reigerbospark zich uit over bijna 8 hectare en draagt het bij tot het groene netwerk van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Dit terrein omvat een damhertenpark, gelegen in een van de semi-natuurlijke gebieden van hoge ecologische waarde tussen de Brabantse Prinsenlaan en de Reigerboslaan. Dit damhertenpark bood vroeger plaats aan maximaal 3, 4 of 5 damherten per jaar. In de loop der jaren zijn de damherten ouder geworden en kort voor de lockdown hebben zij het terrein verlaten.

Leefmilieu Brussel, dat verantwoordelijk is voor het behoud en het onderhoud van dit park, heeft op 4 oktober 2021 een aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning ingediend voor de ontwikkeling van een stadslandbouwproject met voedselproductie. In de aanvraag wordt wordt niet verzocht de bestemming of het gebruik van het damhertenpark te wijzigen. Wel wordt verzocht metalen omheiningen en hekken te plaatsen die geschikt zijn voor schapen, zodat in het damhertenpark aan eco-begrazing kan worden gedaan. Anderzijds heeft het Milieucollege op 31 juli 2021 een milieuvergunning afgegeven aan de Coopérative du Chant des Cailles. Op grond van deze vergunning zijn in het damhertenpark maximaal 6 volwassen dieren of 25 lammeren in een stal toegestaan en gemiddeld maximaal 3 dieren per jaar of maximaal 11 dieren tegelijk in de wei.

Mijn vragen zijn de volgende:

• Kunt u het project van Leefmilieu Brussel betreffende het damhertenpark voorstellen? Is het de bedoeling het park te behouden, maar de damherten te vervangen door schapen? Of om aan eco-begrazing te doen, d.w.z. het maaien en onderhouden van de weide door schapen? Is er een offerteaanvraag geweest voor de vergunning voor het beheer van dit park?

• Neemt de commerciële onderneming het damhertenpark in gebruik in ruil voor een huurprijs? Betaalt Leefmilieu Brussel de coöperatie voor de eco-begrazing door de schapen? Zal de installatie van metalen omheiningen en hekken voor schapen die Leefmilieu Brussel heeft gevraagd, door het Gewest of door de onderneming worden betaald?

• Ook het verschillende aantal schapen naargelang de weide (3 per jaar of 11 op elk gegeven moment) of de schapenstal (6 volwassen dieren of 25 lammeren) roept vragen op. Als het om een schapenpark of een te maaien weide zou gaan, zou het aantal schapen dan niet hetzelfde moeten zijn voor de weide of de stal? Hoe wordt de aanwezigheid van 25 lammeren in de schapenstal zonder hun moeders verklaard? Zal het damhertenpark worden gebruikt als weide om de economische ontwikkeling van de coöperatie mogelijk te maken?

• Is er een aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning of een stedenbouwkundige vergunning voor de wijziging van bestemming en/of gebruik van het damhertenpark dat dan landbouwgrond voor de voedselproductie zou worden? Werd de KCML geraadpleegd?