Schriftelijke vraag betreffende het dreigende ontslag voor 300 brandweerlieden bij de DBDMH.
- Indiener(s)
- Jamal Ikazban
- aan
- Pascal Smet, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Stedenbouw en Erfgoed, Europese en Internationale Betrekkingen, Buitenlandse Handel en Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp (Vragen nr 597)
| Datum ontvangst: 11/12/2021 | Datum publicatie: 10/03/2022 | ||
| Zittingsperiode: 19/24 | Zitting: 21/22 | Datum antwoord: 07/03/2022 | |
| Datum | behandeling van het stuk | Indiener(s) | Referentie | Blz. |
| 24/02/2022 | Ontvankelijk | p.m. |
| Vraag | Het voornemen van de federale regering om vaccinatie te verplichten voor het zorgpersoneel, de ambulanciers en de brandweerlieden-ambulanciers in de hulpverleningszones hangt als een zwaard van Damocles boven degenen die weigeren om zich te laten vaccineren. Vanaf 1 april zouden ze immers automatisch worden ontslagen met behoud van hun recht op een werkloosheidsuitkering.
Bij de DBDMH gaat het om bijna 300 brandweerlieden. Het is niet moeilijk voor te stellen met welke problemen de Dienst voor Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest te kampen zal krijgen. Een ramp voor de dienstverlening aan de bevolking. Terwijl de gezondheidscrisis vele beroepsgroepen heeft getroffen, zowel moreel als economisch, zijn de vakbonden van de brandweerlieden verbitterd en hekelen zij "een belediging voor de brandweerlieden en alle zorgverleners". Ik citeer de vakbonden: "We hebben maanden van crisis doorgemaakt zonder dat onze overheden maatregelen hebben getroffen en zonder dat we adequate beschermingskledij en maskers hebben gekregen. Sciensano heeft ons gevraagd te gaan werken als we Covid-positief zonder symptomen waren en heeft ons gezegd dat we volgens de veiligheidsprotocollen geen mensen zouden besmetten. En nu krijgen we te horen dat niet-gevaccineerde collega's hun patiënten niet kunnen beschermen. Dat komt natuurlijk heel slecht over."1 We begrijpen dat tegenstrijdige bevelen stress en angst bij de bevolking kunnen teweegbrengen. Dat is trouwens niet bevorderlijk voor een nagenoeg algemene instemming bij het begin van de Covid-19-epidemie. Zelfs al moet over de definitieve circulaire nog worden onderhandeld met de vakbonden op federaal niveau, toch maken de met ontslag bedreigde personeelsleden zich zorgen aan het einde van dit Covid-jaar. Ik heb nooit geloofd in de doeltreffendheid van de methode van de stok, die vandaag een samenleving verdeelt die al zwaar getroffen is door de crisis die we al bijna twee jaar doormaken. Bovendien hebben de brandweerlieden op 4 december vorig jaar betoogd voor een herwaardering van hun statuut en tegen de vaccinatieplicht. Aangezien de DBDMH een dienst is die specifiek is voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, zal ook hij worden onderworpen aan deze circulaire en aan de bedreigingen die erin staan. In dat verband had ik u graag de volgende vragen gesteld:
1 https://www.rtbf.be/info/regions/detail_300-pompiers-ambulanciers-bruxellois-potentiellement-menaces-de-licenciement-a-cause-de-l-obligation-vaccinale?id=10893965 |
| Antwoord | 1. De eisen die de vakbonden naar voren schuiven voor een beter statuut hebben betrekking op het federale niveau. Ze betreffen de aanpassing van het einde van de loopbaan, de ontslagbepalingen en de regelgeving over de wachtdienst van 24 uur. Deze vragen vallen niet onder mijn bevoegdheid. Zoals eerder vermeld, staat het wachtsysteem van 24 uur momenteel niet ter discussie. Er wordt geen enkel wetgevingsvoorstel voorbereid. De zones die, zoals de brandweerlieden van Brussel, momenteel een wachtsysteem van 24 uur toepassen, kunnen dat blijven doen. De minister van Binnenlandse Zaken heeft een werkgroep opgericht die ervoor instaat een stelsel van gemengde arbeidstijd te bestuderen in de zones die momenteel niet over ploegen van 24 uur beschikken. De vakbonden nemen daaraan deel. Ik ben niet op de hoogte van de voortgang van die werken. 2. Nee, de federale regering heeft nog geen definitieve beslissing genomen over de verplichte vaccinatie. Volgens de laatste informatie in de media werd voorzien om de inwerkingtreding van de verplichting uit te stellen van 1 april tot 1 juli. Bovendien werd voorzien dat deze datum bij koninklijk besluit kan worden gewijzigd om te kunnen inspelen op gunstigere of als dat het geval is ongunstigere omstandigheden. Pas na de definitieve goedkeuring van de federale regering zullen we weten wat de uiteindelijke voorwaarden zijn en op welke datum die desgevallend in werking treden. 3. De cijfers die in de media de ronde doen liggen hoger. Op dat moment was het aantal niet-gevaccineerden eerder tussen 165 en 200. Die cijfers kloppen niet helemaal. De DBDMH heeft geen rechtstreekse toegang tot de staat van vaccinatie van zijn personeel. De arbeidsarts verschaft globale cijfers per compagnie. Het staat wel vast dat de vaccinatiegraad blijft stijgen. Mogelijk heeft dat voor een stuk te maken met de druk van de verplichte vaccinatie. Volgens de meest recente cijfers tellen we, op basis van de compagnies, tussen 13 en 15 % niet-gevaccineerden. We hebben uiteraard geen kristallen bol maar de directie schat dat als de vaccinatieplicht er daadwerkelijk komt, een groot deel van de niet-gevaccineerde personeelsleden van gedacht zal veranderen. Voor de optimale werking van de brandweerdienst is het personeel nodig dat in het personeelsplan wordt voorzien. Als het aantal personeelsleden daadwerkelijk wordt verminderd, zal dat uiteraard op de een of andere manier gevolgen hebben. Bij een beperkte vermindering kan dat gemakkelijk op korte en middellange termijn worden verholpen door een beroep te doen op overuren. Bij een grotere vermindering kan beslist worden om één of meerdere autopompen van de stafkazerne of van de voorposten op non-actief te zetten. De dienst op het volledige grondgebied blijft vanzelfsprekend gewaarborgd, maar er zal een mogelijke impact zijn op de interventietijd in bepaalde zones. 4. Na de goedkeuring van de vaccinatieplicht van de federale regelgeving (in eerste lezing) heb ik drie dingen gevraagd aan de directie van de DBDMH: - een juridische analyse van de impact van de federale regelgeving over de vaccinatieplicht van het zorgpersoneel en om de nodige voorbereidingen te treffen om het statuut van het operationele personeel en eventueel elke andere gewestelijke regelgeving aan te passen. - een communicatie- en vaccinatiestrategie om het operationele personeel in te lichten, te begeleiden en te overtuigen - de nodige scenario’s voorzien opdat, zelfs als een deel van het operationale personeel zijn beroep niet kan uitoefenen door de nieuwe wetgeving, de werking van de DBDMH optimaal gewaarborgd blijft. De nodige voorbereidingen zijn aan de gang maar bij gebrek aan voorschriften van de federale regering is het moeilijk om op dat vlak bijkomende maatregelen te nemen. |