Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de atlas van de broedvogels in Brussel

Indiener(s)
Aurélie Czekalski
aan
Alain Maron, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie (Vragen nr 1075)

 
Datum ontvangst: 10/03/2022 Datum publicatie: 16/05/2022
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 21/22 Datum antwoord: 04/05/2022
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
22/03/2022 Ontvankelijk Uitgebreid Bureau van het Parlement
 
Vraag   

Begin maart 2022 zijn de natuurbeschermingsverenigingen Natagora en Natuurpunt in opdracht van Leefmilieu Brussel begonnen met de inventarisatie van de vogelsoorten die in het voorjaar broeden in Brussel. Dit was al 20 jaar niet meer gebeurd en zou 2 jaar moeten duren, in samenwerking met de gemeenschap van vrijwillige ornithologen.

Graag een antwoord op de volgende vragen:

  • Welke methodologie zal worden gebruikt om de vogelsoorten die in het voorjaar broeden in Brussel te inventariseren?

  • Hoe en waarom werden de twee verenigingen geselecteerd?

  • Kent Leefmilieu Brussel een budget toe aan deze verenigingen voor deze inventaris? Zo ja, welk bedrag wordt hiervoor uitgetrokken?

  • Hoe werkt Leefmilieu Brussel mee aan deze inventaris? Wordt hiervoor personeel ingezet? Hoeveel VTE's zullen worden ingezet?

    • Bij Leefmilieu Brussel?

    • Bij de verenigingen?

    • Bij de gemeenschap van vrijwillige ornithologen?

  • Hoe zullen de verzamelde gegevens worden gebruikt?

  • Welke fluctuatie in de gegevens wordt verwacht in vergelijking met die van het begin van de jaren 2000?

  • Is er een samenwerking met andere landen of andere gewesten? Worden gegevens uitgewisseld met onze buren hieromtrent? Welke uitwisselingen zijn er met het Waals Gewest en het Vlaams Gewest over dit onderwerp?

 

 

 

 
 
Antwoord    1)
De atlas van de broed- en overwinterende vogels heeft betrekking op drie lentes en drie winters. Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is onderverdeeld in 198 ‘atlashokken’ van één km², waarvoor vrijwilligers van Natagora en Natuurpunt (96 momenteel) en de staf verantwoordelijk zijn. Er zullen vier types gegevens verzameld worden: de exhaustieve lijst van de soorten broed- en overwinterende vogels per atlashok, het zoeken van het meest betrouwbare bewijsmateriaal van nestbouw voor elk hok, de raming van het bestand en de precieze lokalisatie van de zeldzame soorten. Het protocol voorziet in twee soorten bezoeken, gewone uitgebreide ontdekkingsbezoeken in elk hok voor ten minste twaalf uur in de lente en twee gestandaardiseerde bezoeken voor bemonstering van exact één uur om de dichtheden van vaak voorkomende soorten te kunnen extrapoleren. Dankzij ruimtelijke modellering zal de relatieve abundantie bepaald kunnen worden.
2)
De dienstverleners komen in aanmerking voor een overheidsopdracht die strikte toekenningscriteria vastlegt.
3)
Voor die overheidsopdracht is een budget van
€ 88.414,70 inclusief btw voorzien.

4)
Binnen Leefmilieu Brussel wordt het project opgevolgd door het departement Biodiversiteit en territoriale kennis. Meerdere medewerkers van LB zullen van dichtbij of van veraf, permanent of tijdelijk bij dit dossier betrokken worden.


De uitvoering van het project wordt gecoördineerd door de contractanten Natagora en Natuurpunt, meer bepaald de ‘pôle ornithologique AVES’ en Natuurpunt Studie. Eén iemand binnen AVES werd aangeduid als voltijds hoofdcoördinator. Binnen beide verenigingen werken een tiental professionelen mee aan het project op deeltijdse basis. Deze mensen hebben verschillende profielen, gaande van databankspecialisten, cartografen, ornithologen en communicatiespecialisten.

Het effectieve veldwerk wordt uitgevoerd door zo’n honderdtal vrijwilligers, ondersteund door beide verenigingen.
5)
Alle veldwaarnemingen die worden verzameld door de vrijwilligers worden opgeslagen in de databank observations.be/waarnemingen.be, waarna ze door administrators worden geëvalueerd en gevalideerd. Alle gevalideerde waarnemingen worden overgedragen naar de centrale soortendatabank van Leefmilieu Brussel, beheerd door de Dienst Biodiversiteit.

De verzamelde gegevens worden gebruikt ter onderbouwing van allerlei interne en externe rapportage en voor soort- en gebiedsgericht beleid. Voorbeelden zijn rapportage inzake de Vogelrichtlijn, de Europese Exotenverordening, het Brusselse Natuurapport en het Brusselse rapport ‘Staat van het Leefmilieu’. Tot slot worden de gegevens gebruikt, al dan niet in de vorm van een cartografie, bij de opmaak van brochures, de website en boeken.
6)
We moeten rekening houden met veranderingen die waarschijnlijk bepaalde tendensen zullen bevestigen die al naar voren gekomen zijn tijdens de jaarlijkse opvolgingen van Natagora (ondersteund door LB):
· Opmerkelijke daling van de in gebouwen genestelde vogels (huismus, gierzwaluw, spreeuw);
· Opmerkelijke stijging van verschillende soorten dagroofvogels (havik, buizerd, slechtvalk ...);
· Opmerkelijke daling van de insectenetende trekvogels (grasmussen, fluiters, nachtegalen ...);
· Stijging van de soortenrijkdom en het aantal watervogels;
· Stijging van de uitheemse soorten, zoals de alexanderparkiet;
· Stabilisatie van de bossoorten;
· Lichte daling van de soorten in de woonwijken;
· De komst van enkele spectaculaire soorten is niet uitgesloten, zoals de raaf in het Zoniënwoud en de oehoe in het Zoniënwoud en in de stedelijke omgeving.
· Zoals bij elke atlas zullen er zeker verrassingen zijn.
7)
De atlas kadert volledig in de internationale samenwerkingen: de verzamelde gegevens zullen gedeeld worden met de wetenschappelijke gemeenschap via het netwerk ‘European Bird Census Council’. Op intergewestelijk niveau zullen de drie gewesten hun ornithologische gegevens bundelen om in 2025 een verslag op te stellen over de vogelpopulaties in België, dat verplicht gemaakt werd door de EU overeenkomstig de richtlijn 2009/147/EG, de ‘Vogelrichtlijn’. De twee dienstverleners Natagora en Natuurpunt werken ook al actief samen aan de atlas van Vlaanderen en een toekomstige atlas van Wallonië en het gegevensformaat en de methodes zijn perfect compatibel tussen de drie gewesten.