Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de asymmetrisch arbeidsmarktbeleid in Brussel

Indiener(s)
Bianca Debaets
aan
Bernard Clerfayt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Werk en Beroepsopleiding, Digitalisering, Plaatselijke Besturen en Dierenwelzijn (Vragen nr 920)

 
Datum ontvangst: 18/03/2022 Datum publicatie: 29/04/2022
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 21/22 Datum antwoord: 27/04/2022
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
22/03/2022 Ontvankelijk Uitgebreid Bureau van het Parlement
 
Vraag    Gezien de uitdagingen inzake tewerkstelling sterk verschillen in de verschillende gewesten bevestigde de Federale Regering de keuze voor een asymmetrisch arbeidsmarktbeleid en de keuze in te zetten op een betere samenwerking tussen overheden en instellingen. De Federale bevoegde minister verklaarde vanuit het federale niveau steun te willen geven aan de regio’s, onderstreepte het belang van de interregionale arbeidsmarktbeleid en verklaarde zich bereid verdere voorstellen uit te werken met de gewestelijk bevoegde ministers. .

Vandaar dat ik u graag volgende vragen stel:

  • Welke concrete vragen of aanpassingen hebt u op tafel gelegd namens de Brusselse Regering? Op welke manier worden deze verwerkt in de finale plannen en welke ondersteuning zal het Gewest krijgen vanuit het Federale niveau? Wat was het antwoord van de federale regering ?

  • Kunt u meegeven wat de planning is van de implementatie? Wat is de voorziene kost per maatregel?

  • Wanneer zat u hierover laatst samen met de sociale partners en/of Brupartners? Welke feedback uit het veld neemt u mee in het formuleren van uw voorstellen? In hoeverre komen deze overeen met de voorstellen van view.brussels? Welke geformuleerde voorstellen nam u niet mee in de vorming van uw beleid?

  • Welke vragen werden er uit de andere regeringen aangebracht op het interfederaal platform Werk?

  • Welke mogelijkheden tot het nemen van (dwingende) activerende maatregelen bestudeert u ten gevolge van de vooruitgang die gemaakt werd in het overleg? Welke impact zouden deze moeten hebben en welke doelstellingen stelt de Regering voorop? Kan u de eventueel bestudeerde maatregelen toelichten per doelgroep en wanneer u deze zou willen invoeren?

  • Beschikt u reeds over een eerste (voorlopige) evaluatie van het recente samenwerkingsakkoord tussen de VDAB en Actiris? Zo ja, kan u de belangrijkste conclusies en eventuele werkpunten toelichten en zit u op schema wat betreft de vooropgestelde doelen? Zo neen, wanneer zal u over een evaluatie beschikken?

 

 


 

 
 
Antwoord    Ik dank u voor deze vraag.

Welke concrete vragen of aanpassingen hebt u op tafel gelegd namens de Brusselse Regering? Op welke manier worden deze verwerkt in de finale plannen en welke ondersteuning zal het Gewest krijgen vanuit het Federale niveau? Wat was het antwoord van de federale regering ?



Vanaf de eerste vergaderingen van de IMC Werk, in het bijzonder gewijd aan knelpuntberoepen, heb ik gepleit om gewestelijke premies en tegemoetkomingen voor opleidingen die leiden tot knelpuntberoepen niet fiscaal te bestraffen.
Dit verzoek heeft concrete gevolgen gekregen aangezien de federale regering heeft beslist om de plafonds voor de cumulatie van werkloosheidsuitkeringen en regionale premies voor het slagen voor een opleiding in een knelpuntberoep of opleidingsinkomens te verhogen.
In dit kader werd een voorontwerp van koninklijk besluit opgesteld om de volledige cumulatie van een gewestelijke opleidingspremie met een werkloosheidsuitkering mogelijk te maken.


We werken momenteel in goede samenwerking met de federale overheid en andere gefedereerde entiteiten in de strijd tegen de knelpuntberoepen en om de interregionale mobiliteit te bevorderen. Er werd een interfederaal platform gecreëerd dat de verschillende administraties voor werk en beroepsopleiding samenbrengt.

Dit platform is verantwoordelijk voor het analyseren van de technische en institutionele haalbaarheid van de verschillende geformuleerde voorstellen op beleidsniveau en, waar nodig, de voorbereiding van de uitvoering ervan. Het moet ook adviseren en aanbevelingen doen en mobiliteitsproblemen analyseren (inclusief de taalbarrière) en de gefedereerde entiteiten aanmoedigen om goede praktijken te implementeren en eventueel samenwerkingsovereenkomsten te sluiten om werknemers en werkgevers vooruitzichten te bieden.

Het gaat er dus om wat bestaat te mobiliseren om een betere afstemming van de institutionele bevoegdheden te bieden.

De volgende punten werden voorgesteld voor analyse, maar werden nog niet afgerond:
- Asymmetrie in het beheer van de vrijstellingen;
- De belastingvrijstelling van gewestelijke premies en tegemoetkomingen voor elk opleidingstraject dat tot tewerkstelling leidt;
- De werkloosheidsuitkeringen als grondslag gebruiken voor het inkomen van langdurig werklozen in een systeem als de Gebieden zonder langdurig werklozen.

Voor deze verschillende initiatieven wordt momenteel geen specifiek budget beschikbaar gesteld. Ze maken deel uit van de gewestelijke begroting voor de bevoegdheden Werk.

Wanneer zat u hierover laatst samen met de sociale partners en/of Brupartners? Welke feedback uit het veld neemt u mee in het formuleren van uw voorstellen? In hoeverre komen deze overeen met de voorstellen van view.brussels? Welke geformuleerde voorstellen nam u niet mee in de vorming van uw beleid?




Zoals u weet, worden veel projecten van de Strategie Go4Brussels 2030 met betrekking tot mijn bevoegdheden op het gebied van werkgelegenheid en opleiding uitgevoerd als een gedeelde prioriteit met Brupartners en daarom vormt sociaal overleg de basis van initiatieven op dit gebied.
Voor het bereiken van een werkgelegenheidsgraad van 80% in 2030 heeft de Brusselse regering op mijn voorstel ook toegezegd om op 10 maart bij te dragen tot de verwezenlijking van de Belgische doelstellingen van het actieplan van de Europese pijler van sociale rechten en mij, als minister van Werkgelegenheid, opgedragen om een ​​alomvattende regionale strategie te ontwikkelen om dit te bereiken.

U kunt er zeker van zijn dat ik in volledig overleg werk met de openbare diensten die actief zijn op het gebied van werkgelegenheid en beroepsopleiding en dus ook met view.brussels.

Welke vragen werden er uit de andere regeringen aangebracht op het interfederaal platform Werk?

Er werd aan het interfederaal platform gevraagd om te onderzoeken :

- hoe de deelstaten meer autonomie kunnen krijgen met betrekking tot de beschikbaarheid van de werkzoekenden, binnen het bestaande institutionele kader;

- hoe het federale kader met betrekking tot de opvolging van tijdelijk werklozen kan worden verbeterd, met als doel werkgevers en werknemers aan te moedigen om van langere periodes van tijdelijke werkloosheid gebruik te maken om een opleiding te volgen, en werknemers die in een situatie van structurele tijdelijke werkloosheid zitten de kans te bieden om tijdelijk bij een andere werkgever te kunnen worden tewerkgesteld, met de mogelijkheid om naar hun oorspronkelijke baan terug te keren zodra de activiteit herneemt en met uitsluiting van de misbruiken die zich bij detachering kunnen voordoen ;

- de afschaffing van de verplichting tot voorafgaande melding van vrijwilligerswerk bij het RVA; en
- de mogelijkheid voor gewestelijke instanties om werkzoekenden toestemming te verlenen vrijwilligerswerk te verrichten.
Welke mogelijkheden tot het nemen van (dwingende) activerende maatregelen bestudeert u ten gevolge van de vooruitgang die gemaakt werd in het overleg? Welke impact zouden deze moeten hebben en welke doelstellingen stelt de Regering voorop? Kan u de eventueel bestudeerde maatregelen toelichten per doelgroep en wanneer u deze zou willen invoeren?

Een overheidsopdracht met betrekking tot de evaluatie van de tewerkstellingsmaatregelen maakt deel uit van de Strategie Go4Brussels 2030, en meer in het bijzonder doelstelling 2.2 “Iedereen de toegang tot stabiel en duurzaam werk waarborgen". De perimeter van de opdracht werd met Actiris, Brussel Economie en Werkgelegenheid in samenspraak met Brupartners als gedeelde prioriteit vastgelegd. De bedoeling is om de prestaties van het activeringsbeleid en tewerkstellingsmaatregelen te evalueren om hun impact voor deze groepen te maximaliseren.
Dit project moet ook zorgen voor een vermindering van de daarmee samenhangende administratieve lasten en moet de toegang tot deze steunmaatregelen voor bedrijven aankaarten zonder daarbij de vereisten die zijn verbonden aan de toegangsvoorwaarden voor deze steunmaatregelen te verminderen. In dit verband zullen de processen van administratieve vereenvoudiging, de methoden voor het bepalen van de doelgroepen en het vastleggen van de voorwaarden en de bepaling van de bedragen moeten worden bestudeerd. Een benchmark van studies, evaluaties of soortgelijke maatregelen in vergelijkbare buurlanden/regio's (zoals bijvoorbeeld Frankrijk, Nederland en Duitsland) zou ook in dit werk moeten worden geïntegreerd. Uiteraard zal de benchmark ook uitgevoerd moeten worden met het beleid van de doelgroepen van Vlaanderen en Wallonië.

De evaluatie moet ook betrekking hebben op het inschakelingstraject van de begunstigden van de tewerkstellingsmaatregelen, met inbegrip van de cijfers van geactiveerde werknemers, ongeacht het Gewest. Daarbij moeten, indien het moeilijk blijkt om toegang te krijgen tot bepaalde gegevens, mogelijke aanbevelingen worden gedaan om deze te verhelpen om uiteindelijk een volledig beeld te krijgen van de trajecten van de begunstigden en deze systemen regelmatig te controleren. Met name in het licht van deze gegevens zal de kwaliteit van het inschakelingsparcours worden onderzocht.

Op basis hiervan zal ik aan de slag kunnen om eventuele activeringsmaatregelen bij te sturen of nieuwe, meer gerichte maatregelen te nemen.
Beschikt u reeds over een eerste (voorlopige) evaluatie van het recente samenwerkingsakkoord tussen de VDAB en Actiris? Zo ja, kan u de belangrijkste conclusies en eventuele werkpunten toelichten en zit u op schema wat betreft de vooropgestelde doelen? Zo neen, wanneer zal u over een evaluatie beschikken?
- Het samenwerkingsakkoord tussen het BHG en Vlaanderen betreffende een betere afstemming van het arbeidsbeleid werd op 10/11/2021 door het parlement goedgekeurd
- Dit samenwerkingsakkoord stelt ambitieuze doelen onder andere m.b.t. de interregionale mobiliteit, de uitwisseling van vacatures, gezamenlijke arbeidsmarktanalyses, de competentieversterking en de taalkennis voorop
- Op basis van dit samenwerkingsakkoord wordt een operationalisering ervan voorbereid in de vorm van een meerjarige overeenkomst tussen Actiris en de VDAB
- Omwille van het aflopende beheerscontract van Actiris eind 2022 is er echter geopteerd om voor 2022 een eenjarige overeenkomst op te stellen tussen beide organisaties in het verlengde van de acties van de voorbije jaren die telkens het voorwerp vormen van een tussentijdse en gezamenlijke evaluatie
- Het is vandaag echter, 4 maanden na de inwerkingtreding het nieuwe samenwerkingsakkoord tussen het BHG en Actiris, te vroeg om een grondige, tussentijdse analyse van dit samenwerkingsakkoord naar voor te brengen.
Eens het nieuwe beheerscontract van Actiris gevalideerd, wordt er echter werk gemaakt van de bedoelde meerjarige overeenkomst en kan er ook een grondige terugkoppeling naar het parlement gebeuren van de voorziene meerjarige operationalisering van het samenwerkingsakkoord in een overeenkomst tussen Actiris en de VDAB, net als een terugkoppeling van de realisaties m.b.t. de overeenkomst over 2022 – het eerste jaar van inwerkingtreding van het nieuwe samenwerkingsakkoord.