Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de opleidingstoelagen en de opwaardering ervan tot 4 euro per uur.

Indiener(s)
Jamal Ikazban
aan
Bernard Clerfayt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Werk en Beroepsopleiding, Digitalisering, Plaatselijke Besturen en Dierenwelzijn (Vragen nr 922)

 
Datum ontvangst: 24/01/2022 Datum publicatie: 26/04/2022
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 21/22 Datum antwoord: 04/04/2022
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
28/03/2022 Ontvankelijk p.m.
 
Vraag   
2022 wordt het jaar van de strategieën en hervormingen inzake tewerkstelling en opleidingen 1.

Om werkzoekenden die aan een beroepsopleiding beginnen, te ondersteunen en te voorkomen dat ze onderweg afhaken, bepaalt de ABV bovendien dat "de opleidingsvergoeding zal worden vervangen door een opleidingsinkomen. Dit is een inkomen dat bovenop de uitkering van de werkzoekende komt als motivatie om de opleiding met succes af te ronden. Dit inkomen wordt op 4 euro per uur gebracht per gepresteerd opleidingsuur, waarvan 1 euro afhankelijk wordt gemaakt van het welslagen van de opleiding op het einde van het traject”.

Het klopt dat in Brussel bijna één op de vijf werklozen zijn opleiding stopzet wegens problemen met kinderopvang of verplaatsingen. Dat komt immers door de benarde financiële situatie van bijna de helft van de werkzoekenden die een opleiding volgen. Materiële problemen kunnen een belemmering vormen voor het starten of voortzetten van een beroepsopleiding die de verwerving van specifieke vaardigheden voor de uitoefening van een bepaald beroep mogelijk maakt en duurzame integratie op de arbeidsmarkt bevordert2.

De indexering van dat inkomen, dat sinds 1998 stabiel is gebleven, werd noodzakelijk voor de huidige regering, die beslist heeft om het te verhogen tot het niveau van het minimumloon, op voorwaarde dat de opleiding wordt afgewerkt.

We zijn halverwege de zittingsperiode die gekenmerkt wordt door de gezondheidscrisis en ook al is het waar dat de uitvoering van deze maatregel eveneens afhangt van de federale regering3, heeft het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ook zijn deel van de bevoegdheid.

Te meer daar de begroting voor opleiding en werkgelegenheid in 2021 87.000.000 euro hoger lag dan in 2020, waarvan 4.700.000 euro het mogelijk maakte om een jaar geleden van 1 naar 2 euro per opleidingsuur te gaan. We zitten ver van de 4 euro die in de ABV is vooropgezet.

In dat verband wens ik u de volgende vragen te stellen:

  1. De gewestelijke beleidsverklaring 2022 zal over strategieën en hervormingen inzake opleidingen en tewerkstelling gaan. Aan welke werkgelegenheidsstrategieën geeft u voorrang in het nieuwe jaar?

  2. Valt, gelet op de gezondheidscrisis en de gevolgen voor de kosten van het levensonderhoud, een verhoging van de opleidingstoelage te overwegen?

  3. Wat de verhoging van het opleidingsinkomen tot 4 euro betreft, welke begroting zou daarvoor dit jaar kunnen worden uitgetrokken?

  4. Hadden de opleidingen voor de knelpuntberoepen het verwachte succes? Welke beroepen waren het meest in trek?

  5. Voor het "Rebound Fonds" werd een budget van 875.000 euro uitgetrokken in 2020, 30.000.000 euro in 2021 en 15 miljoen euro in 2022 om het opleidingsaanbod uit te breiden. Het was de bedoeling dat de regeling haar vruchten zou afwerpen in september 2020. Wat was de impact van het fonds op de opleidingen?

  6. Wat is de verdeling van de werklozen per leeftijdscategorie die dit type opleidingsinkomen hebben gekregen?

  7. Zullen ze met terugwerkende kracht de 4 euro kunnen ontvangen waarin de ABV voorziet?

1 http://www.parlement.brussels/wp-content/uploads/2021/10/De%CC%81claration-de-politique-ge%CC%81ne%CC%81rale-Algemene-beleidsverklaring-21.10.2021.pdf

2 https://www.caips.be/lindemnite-de-formation-doublee-a-bruxelles/

3www.rva.be/nl/documentatie/infoblad/t58

 
 
Antwoord    Zoals u aangeeft, zullen er in 2022 veel tewerkstellingsinitiatieven zijn. De COVID-crisis heeft in 2020 en 2021 aanzienlijke middelen vrijgemaakt voor zowel steunmaatregelen als zogenaamde relancemaatregelen.

In 2022 staan ​​de volgende initiatieven op de agenda:

- De “
Strategie inzake kwalificatie voor werk” zal worden ontwikkeld. Het proces is aan de gang met belanghebbenden op het gebied van onderwijs, beroepsopleiding en werk, evenals de sociale partners. Deze strategie zal ervoor zorgen dat de Brusselaars tegen 2030 de vereiste kwalificaties krijgen om op lange termijn de arbeidsmarkt te betreden, met name de doelgroepen die het verst van de arbeidsmarkt verwijderd staan.


- Om de
schaarste op de arbeidsmarkt tegen te gaan, zullen er sectorale actieplannen worden opgesteld met zowel de Brusselse openbare diensten voor werkgelegenheid en opleiding als de sectoren. Zodat elke stakeholder zijn verantwoordelijkheid ten volle kan nemen in deze reeds lang bestaande problematiek die gebaseerd is op meerdere factoren. Ik heb een budget van 2.000.000 euro voorzien om deze actieplannen uit te voeren.

- Voor de opleidingen voor knelpuntberoepen wordt de o
pleidingsvergoeding verhoogd naar 3 euro per uur. Er wordt gewerkt aan het operationaliseren van deze maatregel.

- Ik leg momenteel ook de laatste hand aan een
strategie ter bestrijding van discriminatie bij aanwerving en ter bevordering van diversiteit om het Brussels Gewest sterkere hefbomen te geven om discriminerende verschijnselen, die voor sommige Brusselaars een echte belemmering vormen voor de toegang tot werk, te beperken.

- Ook is gestart met de uitvoering van de projecten die zijn opgenomen in het Nationaal Plan voor Herstel en Veerkracht: met name de invoering van een beoordeling van de taalkundige en digitale vaardigheden, tevens wordt de eerste overnemerschapscoöperatieve uitgerold, het verduurzamen van het Opveringsfonds ter ondersteuning van ontslagen werknemers in geval van faillissement en de opening van het nieuwe kinderopvang van Actiris, waarvan de prospectiewerkzaamheden aan de gang zijn.

- De
hervorming van het systeem van "betaald educatief verlof" wordt gestart als een prioriteit die gedeeld wordt met de sociale partners. Het doel is om dit systeem te optimaliseren om de deelname van werknemers aan opleidingen te vergroten en hun vaardigheden te versterken en zo de mismatch van vaardigheden op de arbeidsmarkt te verkleinen.

- Dit jaar staat ook in het teken van de goedkeuring van de
programma's van het Europees Sociaal Fonds Plus voor de periode 2021-2027. Deze programma's zullen het beleid inzake toegang tot of hervatting van opleiding, toegang tot de arbeidsmarkt, met name voor jongeren, ondersteunen door de implementatie van de jongerengarantie en sociale inclusie.


-
De evaluatie van de tewerkstellingsmaatregelen zal ook haar eindpunt bereiken. Op basis van de bevindingen en aanbevelingen zal het activeringsbeleid geheroriënteerd kunnen worden naar nog efficiëntere mechanismen wat betreft de integratie op de arbeidsmarkt en de ontwikkeling van vaardigheden.

- Tot slot wordt de
hervorming van de dienstencheques momenteel gecoördineerd met Brupartners. Dit werk moet het mogelijk maken om de arbeidsomstandigheden van huishoudhulpen te verbeteren, met name het einde van de loopbaan voor huishoudhulpen boven de 55, en om opleidingen te ondersteunen met een tweeledig doel: het ontwikkelen van een basisopleidingstraject en het ondersteunen van permanente vorming.
Zoals ik zojuist heb uitgelegd, heb ik in 2022 een budget van € 2,7 miljoen vrijgemaakt om de opleidingsvergoeding in knelpuntberoepen te laten stijgen naar € 3 per uur.
Er wordt gewerkt aan de aanpassing van het regelgevingskader dat de implementatie ervan in de tweede helft van 2022 mogelijk zal maken.

Er worden contacten onderhouden met de federale regering en de andere deelstaten om met name de definitie van knelpuntberoepen en dus de werkingssfeer van de beroepen waarop de maatregel betrekking heeft, te harmoniseren.
Vandaag heb ik een extra budget van 2,7 miljoen euro in 2022 kunnen vrijmaken om deze vergoeding te verhogen naar 3 euro in knelpuntberoepen. Ondanks de moeilijke budgettaire context waarmee we te maken hebben, is het voor mij een prioriteit om werkzoekenden op te leiden in knelpuntberoepen en om de hefbomen te versterken om opleidingstrajecten veilig te stellen die duurzame inschakeling mogelijk maken, bij voorrang in de beroepen waarin word aangeworven.
De wijziging naar 4 euro per uur vereist eveneens voorafgaand overleg met de federale overheid om een ​​engagement te bekomen over de fiscale impact van deze verhoging en de cumulatie met werkloosheidsuitkeringen en/of inkomsten toegekend door het OCMW.
In 2020 volgden 4.842 werkzoekenden een opleiding in een knelpuntberoep, tegenover 5.306 in 2019. Dit komt dus neer op een daling van 8,7%. Gezien de gevolgen van de gezondheidscrisis voor de organisatie van opleidingen, moet de vergelijking tussen de gegevens van 2019 en 2020 met de grootste voorzichtigheid worden gemaakt. De cijfers voor het jaar 2021 werden nog niet doorgegeven.

In 2020 zijn de meest succesvolle opleidingen die leiden naar knelpuntberoepen in de bijlage opgenomen (in aflopende volgorde):


De bedragen van 30 miljoen en 15 miljoen die u aanhaalt voor 2021 en 2022 zijn bestemd voor de Phoenix-premie. Ik heb er ook voor gezorgd dat de toegankelijkheid ervan verlengd wordt voor elk contract dat vóór 30/09/22 is gesloten gelet op de verlenging van de federale beschermende maatregelen tot 31 maart.

Het doel van het Opveringsfonds (rebond.brussels) is om werknemers die hun baan zijn kwijtgeraakt door het faillissement van hun onderneming in het BHG, snel te begeleiden. Daarnaast ondersteunt het Opveringsfonds zowel individuele als collectieve outplacementacties van 60 uur per persoon over een periode van maximaal 12 maanden. Het jaarlijkse budget voor dit fonds is 3,5 miljoen. Ik heb dit budget vrijgemaakt om de duurzaamheid ervan te waarborgen.

Alle werkzoekenden die een opleiding volgen in een opleidingscentrum krijgen een opleidingsinkomen van € 2/uur. In 2020 ging het om 9.500 werkzoekenden.

De verdeling naar leeftijdscategorie voor 2020 is als volgt:
• 21,9% jonger dan 25 jaar
• 18,2% in de leeftijdscategorie 25-29
• 16,8% 30-34 jaar
• 25,9% in de leeftijdscategorie 35-44
• 13,6% in de leeftijdscategorie 45-54-jarigen
• 3,6% van 55 jaar en ouder

De gegevens voor 2021 zijn nog niet beschikbaar en werden mij bijgevolg niet overgemaakt om u vandaag meer verduidelijking te brengen.
De in de wet geldende beginselen garanderen geen terugwerkende kracht. De vergoeding van 3 euro per uur wordt toegekend aan toekomstige werkzoekenden die een opleiding volgen voor knelpuntberoepen zodra de nieuwe regelgeving van kracht wordt.