Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende het ondersteunen van gemeentelijke afvalophalers en arbeiders evanals andere maatschappelijk waardevolle beroepen

Indiener(s)
Pepijn Kennis
aan
Bernard Clerfayt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Werk en Beroepsopleiding, Digitalisering, Plaatselijke Besturen en Dierenwelzijn (Vragen nr 924)

 
Datum ontvangst: 28/03/2022 Datum publicatie: 29/04/2022
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 21/22 Datum antwoord: 28/04/2022
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
30/03/2022 Ontvankelijk Uitgebreid Bureau van het Parlement
 
Vraag   

De Brusselse Burgerassemblee, een groep van 45 toevallig uitgelote Brusselaars, heeft zich gedurende enkele maanden over werkgelegenheid en tewerkstelling in Brussel gebogen. Ze zocht antwoord op de vraag “hoe kunnen we elke Brusselaar toegang geven tot een gepast en waardevol werk?”. Na zich te informeren en met elkaar te overleggen heeft de Assemblee enkele voorstellen gedaan. Het is mijn rol om haar ideeën, voorstellen en vragen hier in het parlement binnen te brengen. Zo tonen we dat een democratie best inclusief, deliberatief en participatief kan zijn.

Men heeft het vaak over knelpuntberoepen en de voor de hand liggende noodzaak om deze te promoten. De Brusselse Burgerassemblee heeft zich echter verdiept in maatschappelijk waardevolle beroepen, met het doel deze te opwaarderen.

Maatschappelijk waardevolle beroepen zijn door de BBA als volgt gedefinieerd: “beroepen die zich niet laten becijferen terwijl ze bijdragen tot het welzijn van de bevolking, of het algemeen belang dienen of een positieve impact hebben op de maatschappij (bijvoorbeeld: boswachter, maatschappelijk werker, verpleegkundige, huishoudhulp, bejaardenhulp, arts, onderwijzer, afhalophaler, arbeider, politieagent, enz.)”.

Om te bepalen welke sectoren of beroepen in zo’n categorie zouden passen, kunnen we ons bijvoorbeeld baseren op het werk van academici die de kwestie van key-worker en non-key worker bestudeerd hebben in het kader van het COVID-pandemie. Ze definiëren, enerzijds, key workers als werkers met een baan van essentieel belang voor het maatschappelijk levensonderhoud — bijvoorbeeld beroepen in de gezondheids- en sociale zorg, het onderwijs, het vervoer, food and necessity goods, etc. Non-key workers, anderzijds, zijn werkers met niet-essentiële banen die wél vanuit afstand kunnen uitgeoefend worden zonder dat de maatschappij daardoor wordt stopgezet. Zulke categorisatie is eigenlijk een eerste stap naar het overwegen van maatschappelijk waardevolle beroepen als een categorie beroepen op zich.

De regering bepaalde in haar regeerakkoord dat ze steun ging verlenen “aan acties die het beroeps-en privéleven met elkaar verzoenen (kinderopvang, gratis diensten voor bepaalde categorieën van werknemers, enz.).” Dat gaat exact in de richting van wat de Brusselse Burgerassemblee wilt. De Assemblee vraagt immers voor de volgende stimuli om zo effectief mogelijk te beantwoorden aan de behoeften van de personen die binnen deze categorie een beroep uitoefenen: (1) gratis openbaar vervoer in Brussel, (2) huishoudhulp en kinderopvang, (3) aangepaste uitrusting en werkinstrumenten en (4) aangepaste gezondheidsverzekering.

Als beleidsverantwoordelijke van de plaatselijke besturen hebt u direct of indirect impact op de werkomstandigheden van een aantal mensen die een maatschappelijk waardevol beroep uitoefenen. We denken hierbij in het bijzonder aan de gemeentelijke afvalophalers en andere gemeentelijke key workers . We horen dan ook graag wat u onderneemt om hen tegemoet te komen wat betreft stimuli om hun beroep aantrekkelijker te maken.

Hierover had ik u graag volgende vragen gesteld:

  • In het algemeen, wat doet u wat de hierboven stimuli betreft om de maatschappelijk waardevolle beroepen te opwaarderen die onder uw bevoegdheid vallen?

  • In welke mate hebben de gemeentelijke afvalophalers en andere gemeentelijke key workers toegang tot gratis openbaar vervoer?

  • In welke mate hebben de gemeentelijke afvalophalers en andere gemeentelijke key workers toegang tot gratis kinderdagverblijven?

  • In welke mate hebben de gemeentelijke afvalophalers en andere gemeentelijke key workers toegang tot een aanvullende gezondheidsverzekering?

  • In welke mate hebben de gemeentelijke afvalophalers en andere gemeentelijke key workers toegang tot een huishoudhulp?

  • In welke mate hebben de gemeentelijke afvalophalers en andere gemeentelijke key workers beschikking tot de nodige aangepaste uitrusting en werkinstrumenten om hun beroep te kunnen beoefenen?

  • Onderneemt u andere acties om de maatschappelijk waardevolle beroepen waarvoor u bevoegd bent aantrekkelijk te maken via bepaalde stimuli of steunmaatregelen?

 
 
Antwoord    Uw vraag brengt me er in de eerste plaats toe op te merken dat ze nogal lijkt te zijn gesteld in het kader van de COVID-19-crisis en dat de categorieën van maatschappelijk waardevolle beroepen die door uw vereniging zijn gekozen, zijn gekozen in overeenstemming met de pandemie.

Het lijkt er dus op dat bij andere crisissen die zich kunnen voordoen - en dat hoop ik natuurlijk niet - andere categorieën in de plaats kunnen komen van die van uw burgerassemblee.


Ik bedoel hiermee dat de wereld aan het veranderen is en dat de voordelen die u vandaag voor sommigen bepleit, hen in de toekomst misschien moeten worden ontnomen ten voordele van anderen.

Dit stelt meer in het algemeen het beginsel van gelijkheid en non-discriminatie, een beginsel waarvan zowel de gerechtelijke als de administratieve rechtbanken in veel lopende geschillen zorgvuldig de contouren afwegen. Echter, een voordeel ten gunste van een categorie arbeiders is geen discriminatie a priori, maar moet enerzijds gebaseerd zijn op de legitieme relatie tussen het gewenste doel en het bereikte resultaat, en anderzijds niet onevenredig zijn aan andere categorieën. Tot zover de juridische principes om in gedachten te houden alvorens beslissingen te nemen.

Verder herinner ik u eraan dat, als ik inderdaad de eer heb om momenteel de bevoegdheid te hebben over het toezicht op de gemeenten, het Gewest op geen enkele manier de werkgever is van de leden van het gemeentelijk personeel.
De werkgevers zijn de gemeenten en de andere plaatselijke besturen en het is aan hen om uw vragen te beantwoorden.

Het Gewest organiseert echter regelmatig een sociale dialoog met de lokale vakbonden, waarvan de positieve resultaten worden vastgelegd in sectorale akkoorden. Deze overeenkomsten hebben echter de juridische waarde van aanbevelingen aan de plaatselijke besturen, die de volledige vrijheid hebben om ze al dan niet in hun personeelsstatuut op te nemen. En het Gewest moedigt hen daartoe aan, meestal door middel van budgettaire stimulansen.

Gelieve er ook rekening mee te houden dat de ophalers van huishoudelijk afval (witte, gele, blauwe en oranje zakken) niet de gemeenten als werkgevers hebben maar Net Brussel, een gewestelijke instantie die afhankelijk is van mijn collega Maron.

Met uitzondering van de ophalers van huishoudelijk afval kom ik nu tot uw concrete vragen:

1. Lokale personeelsleden hebben allemaal gratis toegang tot het MIVB-netwerk en krijgen hun andere kosten van het openbaar vervoer gedeeltelijk of volledig vergoed, afhankelijk van de gemeente. Dit is zeker niet specifiek voor een categorie personeelsleden en een beperking van de gratis toegang zou waarschijnlijk in strijd zijn met het gelijkheidsbeginsel;

2. Gratis toegang tot kinderopvang voor gemeentearbeiders dient gevraagd te worden aan de gemeenten zelf. Ter herinnering: veel crèches in Brussel zijn privécrèches en daarom lijkt uw vraag mij meer betrekking te hebben op gemeentelijke crèches. Houd er echter rekening mee dat niet alle gemeenten er een hebben. Er moet opnieuw worden overwogen hoe de gratis kinderopvang voor gemeenteambtenaren wettelijk kan worden gerechtvaardigd wanneer het grote publiek, met inbegrip van andere maatschappelijke waardevolle beroepen, zoals verpleegkundigen in de particuliere sector, zou worden uitgesloten. Talrijke crèches in het Brussels gewest zijn trouwens erkend en gefinancierd door de Gemeenschappen (door de ONE voor de Franstaligen en door Kind & Gezin voor de Nederlandstaligen) en deze reguleren zelf de toegangsvoorwaarden tot de crèches en de toe te passen tarieven, meestal in functie van de inkomsten van de ouders;


3. Voor de aanvullende ziekteverzekering hebben de meeste gemeenten een raamcontract met een verzekeraar, die de extra ziekenhuiskosten dekt na aftrek van de wettelijke vergoeding. Sommige gemeenten hebben ook een uitbreiding voor “one-day” opnames of raadplegingen;

4. Ik heb geen informatie over eventuele huishoudhulp ten behoeve van gemeentelijke afvalophalers (of straatvegers);


5. Met betrekking tot de uitrusting en de werkinstrumenten houden de gemeenten zich aan het Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming. Personeelsleden die voor hun beroep uitrusting nodig hebben, zoals fluorescerende materiaal, worden hiervan voorzien en beschikken over de middelen om hun werk effectief uit te voeren en de effecten van hun activiteit op hun fysieke mogelijkheden tot een minimum te beperken, met name door de ergonomie van deze werkinstrumenten. De vakbondsorganisaties waken terecht over dit aspect van de beroepen;
6. Ten slotte ontstaat hier en daar op experimentele basis een nieuw systeem dat, onder voorwaarden, bepaalde personeelscategorieën toelaat om hun activiteit in 4/5
de uit te voeren tegen een voltijdse vergoeding. Deze experimenten zijn uiteraard niet budgetneutraal, want voor elke vijf werknemers die er gebruik van maken, wordt een zesde aangenomen. Bovendien zijn de diensten van de betrokken gemeenten vaak diensten die buiten werken (wegdiensten) en dienen er voor de maatregel grote aanpassingen aan de werktijden te worden doorgevoerd. De vermelde ervaringen betreffen momenteel personeel meestal van niveau E en D voor zware beroepen. Het is te vroeg om deze ervaringen te inventariseren, niet vanuit het oogpunt van het personeelslid dat er gebruik van maakt, maar vanuit organisatorisch oogpunt en de financiën van de plaatselijke besturen die momenteel ernstig onder druk worden gezet. Ten slotte, doordat de definitie van een zwaar beroep in de publieke sector ontbreekt, is elk plaatselijk bestuur meester van zijn eigen definitie, waardoor er grote verschillen kunnen ontstaan.
Wat View.brussels betreft, analyseert het Observatorium voor Werkgelegenheid en Opleidingen de arbeidsmarkt, maar heeft het niet de taak om actie te ondernemen om beroepen te promoten.
Actiris is echter actief betrokken bij de aanwerving van netheidsmedewerkers voor Net Brussel en de Brusselse gemeenten.
Deze vacatures trekken enorm veel kandidaten aan. Dit zijn zeer aantrekkelijke jobs voor ons publiek.