1)

Het Gewest houdt geen precies overzicht bij van alle energierenovatiewerkzaamheden die op het Brusselse grondgebied worden uitgevoerd, en evenmin een uitsplitsing van al die renovaties per project, locatie en toegekend budget.

Er zijn verschillende moeilijkheden om het aantal energierenovaties nauwkeurig te bepalen. De aanvragen voor de stedenbouwkundige vergunningen zijn geen betrouwbare indicator van het aantal energierenovaties, aangezien dat aantal aanzienlijk wordt onderschat. Wat de werken betreft, beschikt de CBB-H alleen over de totale jaaromzet van de algemene ondernemingen, waardoor er dus geen nauwkeurigere informatie beschikbaar is over de aard van de werken.

De actualisering van het EPB-certificaat is ongetwijfeld de belangrijkste indicator op dit gebied. Tot op heden gebeurt dat niet systematisch, aangezien de verplichting nog steeds gekoppeld is aan vastgoedtransacties. Ze zal echter systematisch gebeuren wanneer het verplichtingssysteem in werking treedt. Voor een evaluatie op heel korte termijn kan niettemin worden gekeken naar de Renolution-premies, die een interessante indicator blijven voor het aantal renovaties.

Het aantal aanvragen voor energiepremies is aanzienlijk gestegen en het aantal aanvragen voor de begeleidende diensten die door het Gewest worden aangeboden, is sterk toegenomen. Het gebruik van het budget voor ‘energiepremies’ is de laatste jaren sterk gestegen. In 2017 werden premies toegekend voor een bedrag van 14,5 miljoen euro, in 2018 voor 16,5 miljoen euro, in 2019 voor 22 miljoen euro, in 2020 voor 24,4 miljoen euro en in 2021 voor 28 miljoen euro. Het budget voor energiepremies is dus bijna verdubbeld tussen 2017 en 2021. De onderstaande tabel geeft het aantal toegekende premies en het aantal betrokken werkzaamheden weer:

De gewestelijke energiebalans geeft een algemeen beeld van de impact van de gewestelijke maatregelen op het werkelijke energieverbruik van de Brusselse gebouwen. Er wordt ook gewerkt aan een boordtabel van de Renolution-alliantie, met inbegrip van de ontwikkeling van impactindicatoren. Dankzij die verschillende indicatoren zal een nauwkeuriger beeld kunnen worden gegeven van de waargenomen effecten van de Renolution-strategie.

2)

De ordonnantie van 23 juli 2018 tot wijziging van de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de ordonnantie van 1 april 2004 betreffende de organisatie van de gasmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, betreffende wegenisretributies inzake gas en elektriciteit en houdende wijziging van de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de ordonnantie van 12 december 1991 houdende oprichting van begrotingsfondsen voorzag voor regulator BRUGEL in de mogelijkheid om gedurende een bepaalde periode markt- en tariefregels aan te nemen die de uitvoering van innovatieve proefprojecten mogelijk maken. Dankzij die afwijking konden zes innovatieve projecten rond het delen van energie goedgekeurd worden. De lokalisatie en de beschrijving van die projecten zijn op de volgende website beschikbaar:

https://projets-innovants.brugel.brussels/nl_BE/

De voornoemde ordonnanties werden herzien en aangenomen op 17 maart 2022 door het Brussels Parlement. Door die herziening zijn activiteiten op het gebied van het delen van energie en energiegemeenschappen mogelijk onder de voorwaarden die in de ordonnantie zijn vastgesteld en een specifieke vrijstelling is derhalve niet langer vereist.

Om opkomende projecten te ondersteunen, heeft het Gewest via een overheidsopdracht een nieuw project opgestart: de facilitator ‘Energiedelen en Energiegemeenschappen’, om projectdragers die projecten rond energiedelen en energiegemeenschappen opzetten, te begeleiden. Die begeleiding zal drie dienstverleningsniveaus omvatten: het verstrekken van algemene informatie, het aanbieden van individuele begeleiding voor projectdragers en het ontwikkelen van instrumenten zoals modellen voor overeenkomsten en facturen.

3)

Geothermie wordt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest op verschillende manieren ondersteund.

Ten eerste zijn er in het kader van het EFRO-project Brugeo een tool en webinhoud ontwikkeld die in 2020 ter beschikking van het publiek zijn gesteld (https://geothermie.brussels/nl). Het doel van dit project is het geothermische potentieel van het Brusselse gewest valoriseren, in het bijzonder ondiepe geothermie (<250m), gekoppeld aan een warmtepomp, met behulp van een kaart van de Brusselse ondergrond die het mogelijk maakt het potentieel te evalueren en een predimensionering van de installatie te realiseren. Die webtool (https://geodata.environnement.brussels/client/brugeotool/home) geeft ook een overzicht van alle geothermische installaties in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Voorts wordt er een opleiding over warmtepompen gegeven in het kader van de door Leefmilieu Brussel georganiseerde opleidingen. Een groot deel van die opleiding is aan geothermie gewijd.

Tenslotte wordt financiële steun verleend via het RENOLUTION-premieprogramma. Tussen 2016 en 2021 zijn dertien geothermische installaties ondersteund via de premies voor een totaalbedrag van 170.234 euro.

In 2020 hebben vier geothermische installaties, gelegen in de gemeenten Ukkel, Elsene en Vorst, recht gegeven op fiscale aftrekbaarheid voor een bedrag van meer dan 32.495 euro. De cijfers en aanvragen voor 2021 zijn nog niet definitief.

4)

Het Gewest heeft de Operatie Re-creatie op touw gezet, een project rond ontharding dat wordt gecoördineerd door Leefmilieu Brussel in samenwerking met perspective.brussels, en dat tot doel heeft groene recreatieve ruimten te creëren, die beter worden gedeeld en dus aangenamer zijn om er tijdens en na school tijd te spenderen. Vanuit milieuoogpunt verbetert de vergroening van speelplaatsen de doorlaatbaarheid van de bodem en het waterbeheer. De koelte-eilanden die zo ontstaan, vergroten de veerkracht van Brussel tegenover de klimaatverandering en zullen zowel leerlingen als buurtbewoners verkoeling bieden tijdens hittegolven. En dat alles terwijl het Brusselse ecologische netwerk wordt versterkt.

Momenteel worden twintig scholen begeleid om hun speelplaats groener te maken. Voor die projecten wordt 4.500.000 euro uitgetrokken, ofwel ongeveer 220.000 euro per school. De geselecteerde scholen bevinden zich in gebieden met een tekort aan groene ruimte en in prioritaire gebieden voor vergroening volgens het GPDO.

Naast deze onthardingsacties waar u naar vraagt, ondersteunt het Gewest tal van inrichtingsprojecten in gebieden met een gebrek aan groene ruimte, om de vergroening van de stad te versterken in antwoord op de verwachte gevolgen van de klimaatverandering. Die projecten zijn talrijk: Materialenkaai, Wiels en Pannenhuispark, alsook verschillende stadsvernieuwingscontracten zoals bij het Weststation. Er is ook twee miljoen euro ‘nieuw beleid’ uitgetrokken voor de aankoop van groene ruimten in gebieden met een gebrek daaraan. Die projecten worden door Leefmilieu Brussel onderzocht, met name op basis van een oproep aan de gemeenten om voorstellen voor de aankoop van lokale groene ruimten in te dienen.

5)

Voor de gegevens over de renovatie van het openbare woningenbestand nodig ik u uit de staatssecretaris bevoegd voor Huisvesting en Gelijke Kansen, mevrouw Nawal Ben Hamou, te ondervragen die u preciezere gegevens zal kunnen bezorgen over de openbare huisvesting die onder de bevoegdheid van de gewestelijke operatoren valt. Ik zou ook uw aandacht willen vestigen op het bestaan van het gemeentelijk woningbestand en dat van de OCMW’s.