Schriftelijke vraag betreffende de toegestane afwijkingen voor het openbaar vervoer in het kader van de Stad 30
- Indiener(s)
- David Weytsman
- aan
- Elke Van den Brandt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit, Openbare Werken en Verkeersveiligheid (Vragen nr 1257)
Datum ontvangst: 22/04/2022 | Datum publicatie: 07/07/2022 | ||
Zittingsperiode: 19/24 | Zitting: 21/22 | Datum antwoord: 15/06/2022 |
Datum | behandeling van het stuk | Indiener(s) | Referentie | Blz. |
16/05/2022 | Ontvankelijk | Uitgebreid Bureau van het Parlement |
Vraag | Vanaf 1 januari 2021 geldt in het hele Gewest een standaard maximumsnelheid van 30 km/u. Tegelijkertijd is in het gewestelijk mobiliteitsplan Good Move bepaald dat "wanneer de specifieke context het toelaat, zonder de verkeersveiligheid in het gedrang te brengen, uitzonderingen kunnen worden toegestaan ten voordele van het openbaar vervoer op delen van specifieke wegen en in andere uitzonderlijke situaties die geval per geval worden onderzocht". Graag een antwoord op volgende vragen:
|
Antwoord | - Eerst en vooral willen we duidelijk stellen dat er geen enkele afwijking van de wegcode als dusdanig werd toegestaan. Het is immers niet mogelijk een uitzondering op de naleving van de snelheidsbeperkingen toe te staan, behalve voor de hulpdiensten. Op een aantal wegen, verkeersassen of delen ervan, die in samenspraak met de MIVB werden uitgekozen, werd echter het snelheidsregime van 50 km/u behouden, waardoor deze dus een uitzondering vormen op de algemene regel van 30 km/u. - We herinneren er ook aan dat de tram niet onderworpen is aan dezelfde verkeersregels als het andere verkeer. Een groot deel van de tramlijnen ligt echter op wegen waarop 50 km/u wordt gereden (Generaal Jacqueslaan, Lambermontlaan, Louizalaan, enz.). Bovendien versterkte de MIVB de sensibilisering bij haar personeel rond de veiligheidsaspecten van de 30 km/u-zone, om geen bron van gevaar te vormen in de rustige wijken. - Samen met de MIVB hebben we haar verzoeken bestudeerd, per wegdeel of per as, waarbij we rekening hebben gehouden met de rangschikking ervan in de multimodale wegenspecialisatie. Ter herinnering: de keuze van het snelheidsregime voor elke as ( gebruikt door het openbaar vervoer ) werd gemaakt op basis van de volgende criteria: · Aanwezigheid van een eigen bedding, m.a.w. fysiek gescheiden van de rijweg · Beheer van de kruispunten · Aanwezigheid van ongevalgevoelige zones · Schoolomgevingen · Oversteekplaatsen in de buurt en de manier waarop deze beheerd worden · Aanwezigheid van fietsinfrastructuur · OV in eigen bedding en beheerwijze van de kruispunten op het traject in kwestie - Op vraag van de MIVB werd op enkele plaatsen in het Gewest een hoger snelheidsregime toegestaan op de eigen bedding. Op een 5-tal plaatsen in het Gewest werd die bedding voor het openbaar vervoer aan 50 km/u gezet, terwijl op de rijbaan voor het gewone verkeer 30 km/u geldt (bvb. Belgicalaan (buis 14 en tram 51) en de Marcel Thiry-laan (bus 45)). Dit is echter een uitzonderlijke situatie die enkel mogelijk is indien de veiligheid voor alle weggebruikers voldoende hoog is: eigen bedding, veilige oversteekplaatsen, geen ongevalgevoelige zone,… - De verkeersassen of delen van verkeersassen waarop de maximumsnelheid van 50 km/u behouden werd, werden van bij de invoering van "Stad 30" geïmplementeerd. De gemeenten hebben tot nu toe nog geen enkele nieuwe afwijking op het snelheidsregime van 30 km/u aangevraagd voor het openbaar vervoer. Er zijn daarentegen wel een paar gemeenten die gevraagd hebben om bepaalde uitzonderingen op het regime van 30 km/u af te schaffen. |