Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de terugvordering van de coronasteun

Indiener(s)
Gilles Verstraeten
aan
Barbara Trachte, staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bevoegd voor Economische Transitie en Wetenschappelijk Onderzoek (Vragen nr 557)

 
Datum ontvangst: 27/04/2022 Datum publicatie: 07/07/2022
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 21/22 Datum antwoord: 01/07/2022
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
16/05/2022 Ontvankelijk Uitgebreid Bureau van het Parlement
 
Vraag   

Om onterecht uitgekeerde coronasteun op te sporen heeft Brussel Economie en Werkgelegenheid een dubbel controleniveau ingevoerd via de directie Economische Inspectie. Enerzijds is er de controle ex ante bij de beoordeling van de premie-aanvraag om fraude in een vroeg stadium te voorkomen. De Economische Inspectie werkt daarvoor samen met de FOD Financiën, het Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen, de Nationale Bank van België en de Kruispuntbank van Ondernemingen. Op 6 oktober 2021 gaf u mee dat het Gewest alleen bij de toekenning van de hinderpremie van 4.000 euro fraudegevallen vaststelde en dat er 56 dossiers doorgestuurd zijn naar het gerecht en de politie. U benadrukte dat er sindsdien geen nieuwe fraudegevallen vastgesteld zijn en dat dus alle fraudegevallen bij voorbaat gedetecteerd zijn. Anderzijds is er ook de controle achteraf die kan leiden tot de terugvordering van de premies. Hier gaat het dus niet om premies die op frauduleuze wijze zijn verkregen, maar om terugvorderingen die verband houden met een gebeurtenis die zich na de toekenning van de premie heeft voorgedaan, zoals een faillissement of een verhuizing. Op 6 oktober waren 276 vorderingen tot teruggave na faillissementen ingeschreven in het Centraal Solvabiliteitsregister, voor een totaalbedrag van 1.450.928 euro.

Daarom had ik graag volgende vragen gesteld:

  1. Kunt u bevestigen dat er sinds de 56 fraudegevallen bij de toekenning van de hinderpremie, geen fraudegevallen meer gedetecteerd zijn?

  2. Hoeveel dossiers zijn er bij de controle achteraf onderzocht? Hoeveel controleurs zet de directie Economische Inspectie hiervoor in?

  3. In hoeveel gevallen gaf dit aanleiding tot een gedeeltelijke of volledige terugvordering van de coronasteun? Om welke redenen? Hoeveel daarvan was als gevolg van een faillissement?

  4. Hoeveel heeft dit tot nu toe opgeleverd?

  5. Hoeveel sancties zijn er reeds gegeven? Kunt u een overzicht geven?

 

 

 

 

 

 
 
Antwoord    Voor een goed begrip wil ik er eerst op wijzen dat de ex-antecontrole van de steunaanvragen onder de bevoegdheid van de directie Steun aan Ondernemingen van Brussel Economie en Werkgelegenheid valt, en dat de directie Economische Inspectie belast is met de ex-postcontrole van de dossiers waarin steun werd toegekend.

Dit gezegd zijnde, kan ik meedelen dat er sindsdien één bijkomend geval van poging tot fraude met valsheid in geschrifte is vastgesteld met betrekking tot de covidsteun. Daarvoor is uiteraard een klacht ingediend bij het Brusselse parket.

Momenteel worden de dossiers nog altijd onderzocht door het parket.

Wat de ex-postcontroles betreft, kruist de directie Economische Inspectie de digitale gegevens van de interne toepassing voor dossierverwerking
Impala met de gegevens van de Kruispuntbank van Ondernemingen om faillissementen te detecteren, maar ook vereffeningen van ondernemingen-rechtspersonen, en stopzettingen van activiteiten van ondernemingen-natuurlijke personen, en dat zowel voor de covidpremies als voor alle andere steunmaatregelen voor de economische ontwikkeling van ondernemingen.

Als er op die manier inbreuken worden vastgesteld op de regel van het behoud van de activiteit gedurende een periode van drie jaar, wordt er een inspectiedossier geopend en behandeld.

Tot dusver heeft de directie Economische Inspectie aan ondernemingen 831 inspectiedossiers geopend. Twee inspecteurs zijn specifiek voor die controles aangesteld.

Tot op heden heeft de directie Economische Inspectie vastgesteld dat 694 ondernemingen die een covidpremie hadden ontvangen (ongeacht het soort premie - 1.144 steunaanvragen in totaal) failliet zijn verklaard tussen maart 2020 en februari 2022, wat neerkomt op een cumulatief bedrag aan premies van 6.397.362 euro (op een totaal van 300.000.000 euro). Die vaststellingen hebben aanleiding gegeven tot een verzoek om terugbetaling.

Tot dusver is in het kader van bovengenoemde verzoeken van de directie Economische Inspectie om de covidpremies terug te betalen, een bedrag van 81.459,90 euro geïnd. Van dat geïnde bedrag van 81.459,90 euro, heeft 18.034,70 euro betrekking op faillissementen.