Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de afronding van de overeenkomst inzake het samenleven van honingbijen en wilde bijen

Indiener(s)
Martin Casier
aan
Alain Maron, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie (Vragen nr 1123)

 
Datum ontvangst: 13/05/2022 Datum publicatie: 07/07/2022
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 21/22 Datum antwoord: 30/06/2022
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
30/05/2022 Ontvankelijk Uitgebreid Bureau van het Parlement
 
Vraag    Naar aanleiding van de hoorzittingen die wij op 9 december 2020 in deze commissie hebben gehouden over het onderwerp het samenwonen van bijen, werd beslist om rondetafeloverleg met de verschillende belanghebbenden op te zetten. De drie gehouden vergaderingen (juni 2021, december 2021 en januari 2022) hebben het mogelijk gemaakt aanzienlijke vooruitgang te boeken en, volgens de feedback waarover wij beschikken, de partijen samen te brengen over een evenwichtige tekst betreffende de aan te nemen strategie voor bestuivers in het Brusselse Gewest.

Op dit moment beschikken wij nog niet over de definitieve tekst. De belangrijkste verwezenlijkingen en overeenkomsten zouden zijn

  • maatregelen om alle bestuivers te beschermen volgens het federale model;

  • een kadaster van bijenkasten, waarom al geruime tijd wordt gevraagd;

  • de oprichting van een participatieraad om toezicht te houden op het bestuiversplan in het BHG

  • het ontmoedigen van commerciële bijenstallen en bijenstallen met een grote capaciteit;

  • de toelating van gezins- en vrijetijdsimkerijen (2 tot 4 bijenkasten) overal in het BHG zonder uitzondering (noch in Natura 2000-zones, noch in natuurreservaten);

  • de bevestiging van de huidige en toekomstige vergunningen van de huidige school- en onderwijsimkerijen, zelfs indien deze een grote capaciteit hebben;

  • de noodzaak om toekomstige bijenhouders beter voor te lichten.

Ondanks de goede besprekingen lijken de spanningen en blokkades voort te duren. Sommige imkers zien zich genoodzaakt bijenkasten te verwijderen. Leefmilieu Brussel heeft verschillende verzoeken tot verwijdering ingediend: het Zoniënwoud, de Massarttuin in Oudergem en onlangs de site van Rood Klooster.

Daarom zou ik de situatie willen verduidelijken door u de volgende vragen te stellen:

  1. Werd een overeenkomst bereikt, zoals het geval lijkt te zijn? Zo niet, zijn er nog meer rondetafelgesprekken gepland?

  2. Wanneer krijgen we het eindverslag te zien van dit overleg tussen de verschillende belanghebbenden?

  3. De bevelen om bijenkasten te verwijderen lijken door te gaan. Zou een moratorium in afwachting van een politiek akkoord niet beter zijn?

 
 
Antwoord    1)
Eind januari 2022 werd inderdaad een consensus bereikt. Na de afrondingstermijnen, de vertaling en de daarmee samenhangende besprekingen over verschillende maatregelen, werd het afgewerkte ontwerp van de strategie begin juni aan mijn kabinet bezorgd.
2)
Het is niet de bedoeling dat die raadplegingen, die voor de input in verband met de strategie hebben gezorgd, het voorwerp uitmaken van een verslag als zodanig. Het uiteindelijke ontwerp zal nu worden voorgelegd aan de adviesorganen (de Raad voor het Leefmilieu en de Brusselse Hoge Raad voor Natuurbehoud) en worden verspreid onder de belanghebbenden voordat de strategie ter goedkeuring aan de regering zal worden voorgelegd.
3)
De aan de gang zijnde goedkeuringsprocedure van een structurele strategie belet de administratie niet haar bevoegdheid uit te oefenen en de imkers moeten de geldende wetgeving nog steeds naleven, zowel de milieuwetgeving als de stedenbouwkundige wetgeving.

In dit geval werden de genoemde gevallen niet behandeld door de met de strategie belaste diensten van Leefmilieu Brussel, maar onafhankelijk door de diensten die verantwoordelijk zijn voor operaties op het terrein en inspecties, waaronder die van Urban.

Het gaat onder meer om niet-vergunde bijenstallen zonder overeenkomst met Leefmilieu Brussel (of overeenkomsten die aan derden zijn overgedragen, wat op zich al een schending van de genoemde overeenkomsten inhoudt), zonder stedenbouwkundige vergunning (vereist voor beschermde gebieden).

Het gaat niet om de bijenkorven die aan de regels voldoen, waarvan de milieuvergunning (en indien nodig de stedenbouwkundige vergunning) in orde is en waarvoor de terreinbeheerder zijn toestemming heeft gegeven.