Schriftelijke vraag betreffende de door de OVM’s verhuurde handelspanden
- Indiener(s)
- Carla Dejonghe
- aan
- Nawal Ben Hamou, Staatssecretaris van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bevoegd voor Huisvesting en Gelijke kansen (Vragen nr 913)
Datum ontvangst: 12/05/2022 | Datum publicatie: 05/08/2022 | ||
Zittingsperiode: 19/24 | Zitting: 21/22 | Datum antwoord: 15/07/2022 |
Datum | behandeling van het stuk | Indiener(s) | Referentie | Blz. |
31/05/2022 | Ontvankelijk | Uitgebreid Bureau van het Parlement | ||
15/07/2022 | Bijlage aan het antwoord | p.m. | Bijlage |
Vraag | De 16 openbare vastgoedmaatschappijen (OVM's), die verdeeld zijn over de 19 gemeentes van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, kregen in het verleden te kampen met een tekort aan (menselijke) middelen. Dit verhoogt de werkdruk en vergroot de problemen waarmee ze te maken krijgen. Ik denk bv. aan de moeilijke transfers van OVM-bewoners wiens woning niet meer aangepast is aan hun gezinssituatie, naast, uiteraard, ook gewoon hun belangrijkste taak: het dagelijks algemeen beheer van het Brussels huisvestingspatrimonium. Gezien hun belangrijke functie, moeten we de inkomsten waar mogelijk proberen te halen. Een niet te verwaarlozen inkomstenbron van de OVMs is het verhuren van handels- en kantoorruimten. Twee jaar geleden liet u weliswaar in commissie weten dat de handelsruimten maar moeilijk verhuurd geraken. Nu het post-coronatijdperk lijkt aangebroken te zijn, stel ik u daarom graag de volgende vraag:
|
Antwoord | De BGHM oefent geen toezicht uit op het beheer van commerciële ruimten door de OVM's omdat dit type patrimonium niet onder de reglementering op de sociale huisvesting valt. We beschikken enkel over het aantal commerciële ruimten per OVM. U vindt ze in bijlage. |