Logo Parlement Buxellois

Schriftelijke vraag betreffende de erkenning van de dienstenchequebedrijven

Indiener(s)
Farida Tahar
aan
Bernard Clerfayt, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Werk en Beroepsopleiding, Digitalisering, Plaatselijke Besturen en Dierenwelzijn (Vragen nr 979)

 
Datum ontvangst: 01/06/2022 Datum publicatie: 05/08/2022
Zittingsperiode: 19/24 Zitting: 21/22 Datum antwoord: 11/07/2022
 
Datum behandeling van het stuk Indiener(s) Referentie Blz.
07/06/2022 Ontvankelijk Uitgebreid Bureau van het Parlement
 
Vraag   

Om te worden erkend als dienstenchequebedrijf en dus een erkenning te krijgen, moet worden voldaan aan een reeks voorwaarden en verbintenissen voor bedrijven met "De activiteit of het maatschappelijke voorwerp van de onderneming moet minstens gedeeltelijk bestaan uit het leveren van thuishulp in de hoofdverblijfplaats.", zoals wordt bepaald op de website van Brussel Economie en Werkgelegenheid https://economie-emploi.brussels/titres-services-agrement-conditions.

Daarom zou ik u het volgende willen vragen:

- Hoeveel erkenningen hebt u in het jaar 2021 verleend?

- Hoeveel controles op de naleving van de voorwaarden voor erkende bedrijven werden in datzelfde jaar uitgevoerd? Door wie werden deze controles uitgevoerd?

- Tot slot, hoeveel erkenningen werden ingevolge deze controles ingetrokken? Om welke redenen?

 

 

 
 
Antwoord    Ik dank u voor uw vraag.

In de loop van het jaar 2021 heeft Brussel Economie en Werkgelegenheid 8 dienstenchequebedrijven erkend. Het ging om 7 eerste erkenningsaanvragen en 1 bedrijf diende opnieuw een aanvraag in voor een Brusselse erkenning na een automatische intrekking wegens inactiviteit in 2018.

Binnen Brussel Economie en Werkgelegenheid is de cel die de dienstencheques controleert de Gewestelijke Werkgelegenheidsinspectie, die belast is met het toezicht op de toepassing van de wet van 20 juli 2001 ter bevordering van buurtdiensten en -banen en het koninklijk besluit van 12 december 2001 betreffende de dienstencheques.


De Gewestelijke Werkgelegenheidsinspectie voert talrijke controles uit op basis van verschillende indicatoren. Deze indicatoren kunnen kleine fraudes of tekortkomingen in de administratieve opvolging van erkende bedrijven aan het licht brengen, die op hun beurt de inspectiedienst er eventueel toe kunnen aanzetten verder te gaan met de controle, hetzij om georganiseerde fraudes op te sporen, hetzij om erkende bedrijven te ondersteunen bij het optimaliseren van hun interne werking.


In 2021 werden 431 bedrijven gecontroleerd, verdeeld over 427 dossiers.
In het eerste kwartaal van 2021 werden de controles gericht op 165 bedrijven die de verplichte COVID-opleiding niet hadden georganiseerd. Als gevolg daarvan kregen 142 bedrijven de tijd om hun situatie te regulariseren (en dus om de vereiste opleiding te verstrekken, wat
in fine zorgt voor een betere bescherming van de huishoudhulpen en de klanten). 23 bedrijven hebben hier geen gevolg aan gegeven en kregen de in het reglement vastgestelde administratieve boete van 500 euro opgelegd.


In het tweede kwartaal heeft de inspectiedienst zijn actie voornamelijk gericht op de controle van het aanvullend indexeringsmechanisme.
Aldus hadden de controles betrekking op 137 ondernemingen en werd uiteindelijk slechts aan 116 ondernemingen (waarvan 11 gedeeltelijk) een aanvullende indexering toegekend.

Sinds september 2021 heeft de inspectiedienst bijzondere aandacht besteed aan de controle van de COVID-19-premies om na te gaan of de huishoudhulpen wel degelijk de 2,5 euro kregen per uur dat ze wegens de lockdownmaatregelen niet konden presteren. Bij deze controles wordt het niet-betalen door de bedrijven aan huishoudhulpen van de voor hen geïnde bedragen gecontroleerd.

In 2021 heeft de Gewestelijke Werkgelegenheidsinspectie, in samenwerking met de verschillende federale inspectiediensten, ook verschillende controledagen uitgevoerd in de sector van de dienstencheques in Brussel, wat heeft geleid tot het afgeven van 15 waarschuwingen wegens niet-naleving van de gezondheidsvoorschriften.

Ten slotte werden ongeveer 25 bijkomende dossiers geopend, hetzij naar aanleiding van klachten, hetzij spontaan (dit omvat hoofdzakelijk controles naar aanleiding van vermoedens van fraude op basis van de beschikbare gegevens).
De beslissing om de erkenning in te trekken is een zware sanctie die niet alleen het bedrijf treft, maar ook de werknemers binnen het betrokken bedrijf. De intrekking van een erkenning moet derhalve worden uitgevoerd na een afweging van de evenredigheid van de voorgenomen maatregel. Deze beslissingen worden genomen na advies van de Adviescommissie Erkenning Dienstencheque-ondernemingen, die bij Brupartners is ondergebracht.

In 2021 heeft Brussel Economie en Werkgelegenheid 2 erkenningen ingetrokken met uitstel wegens niet-naleving van de regels inzake dienstencheques. Eén erkenning werd ook ingetrokken wegens niet-naleving van de voorwaarden die waren opgelegd na een intrekking met uitstel in 2020.


Er was geen onmiddellijke intrekking in 2021.

Deze beslissingen volgden op het advies van de Adviescommissie Erkenning Dienstencheque-ondernemingen
Ten slotte heeft Brussel Economie en Werkgelegenheid, ten gevolge van de permanente opvolging van de schulden binnen de dienstencheque-ondernemingen, ook tien ambtshalve intrekkingen wegens schulden uitgevoerd.